In de jaren negentienvijftig en -zestig, werd reeds geëxperimenteerd met 3D in films (onder andere door Alfred Hitchcock in Dial M for Murder) en in de jaren tachtig maakte het procedé een korte comeback, met vreselijke draken als Jaws 3-D en Friday the 13th – Part III 3D tot gevolg. Toen de technologie aan het begin van het nieuwe millennium opnieuw opdook, leek het alsof er met Avatar van James Cameron eindelijk een stap gezet was in de richting van het op zoek gaan naar de échte mogelijkheden die 3D te bieden had.
Enkele grote namen zoals Martin Scorsese, Ang Lee, Werner Herzog en zelfs Jean-Luc Godard, experimenteerden met 3D-cinema en gingen op zoek naar een nieuwe beeldtaal die besloten lag in de technologische evolutie. Tien jaar na Avatar lijkt het tij echter al te keren, vooral omdat te veel cineasten 3D enkel gebruiken als een ‘gimmick’ die films in twee dimensies een beetje moeten opsmukken. Het volledig in drie dimensies geconcipieerde Alita: Battle Angel wil daar verandering in brengen. Het goede nieuws is dat er minstens een aantal van de problemen die nog steeds rond 3D bestaan, worden aangepakt. Minder goed nieuws is dat ook dit cyberpunkepos ons uiteindelijk niets fundamenteel nieuw weet te brengen en dus andermaal faalt wanneer het er op aankomt om met de derde dimensie in het beeld ook echt nieuwe paden te gaan bewandelen.
Alita was jarenlang een project dat James Cameron wou regisseren, maar omdat de ‘sequels’ op Avatar te veel van zijn aandacht opeisten, gaf hij de regie uiteindelijk door aan Robert Rodriguez. Dat Cameron en Rodriguez van meet af aan van plan waren om de film als een volledig in 3D bedacht concept aan te pakken, heeft op zijn minst toch een paar vruchten afgeworpen. Een van de grote problemen die met de techniek gepaard gaan is die van de helderheid van de beelden en het is duidelijk dat daar goed is over nagedacht voor Alita. Daarom werden de zogenaamde DCP’s die verdelers en bioscopen ontvingen, vergezeld van een uitgebreid schrijven dat aangaf welke variant gebruikt diende te worden voor welk soort projectie. Door de digitale kopieën af te stellen op verschillende projectietypes, ontstaat misschien wel de kans dat er hier en daar een fout gebeurt en het resultaat nauwelijks nog om aan te zien is, maar wanneer de film correct getoond wordt, is het wel degelijk zo dat op de helderheid van de beelden nauwelijks nog iets valt aan te merken. Een tweede probleem dat opgelost lijkt is dat van de foutieve verhouding tussen personages en omgeving. Heel veel 3D actiescènes hebben last van dit euvel, maar het team achter Alita is er duidelijk in geslaagd om ervoor te zorgen dat we niet langer het gevoel hebben dat we kijken naar miniatuur-mensjes die rondlopen in overdreven grote decors.
Meer nog dan een aantal technische en praktische dingen oplossen, weet de film echter ook een fascinerende nieuwe stap te zetten inzake de personages en karakters die digitale technologie weten te creëren. Alita is gebaseerd op de manga Gunnm van Yukito Kishiro en het hoofdpersonage neemt uit die bron ook de onnatuurlijk grote ogen over die zo kenmerkend zijn voor de Japanse tekenstijl. Het resultaat is veel meer dan een driedimensionale symbiose tussen een acteur en een fictief wezen (denk aan Andy Serkis voor Gollum of King Kong). Het cyborgmeisje Alita is echt een vreemde hybride levensvorm die bestaat uit de illusie van de cinema, de beeldtaal van de manga én het gezicht van actrice Rosa Salazar en op die manier een nieuw soort personage dat enkel geboren is uit de nieuwe technologische ontwikkelingen in de cinema.
Naast de beeldtaal van de manga neemt Alita uiteraard ook de plot over uit het werk van Kishiro, al heeft die niet echt bijzonder veel om het lijf. Alita wordt gevonden op een futuristische schroothoop door een arts (Christoph Waltz) die haar monteert op het menselijke lichaam van zijn overleden dochter. Het meisje blijkt een laatste exemplaar te zijn van een al driehonderd jaar geleden uitgestorven ras dat strijd voerde tegen de bewoners van de zwevende steden waarvan er nog één de verarmde onderwereld domineert. Dat die wereld vooral bestaat uit elementen uit allerlei andere Sf-films – Blade Runner uiteraard alweer voorop – is in wezen niet zo erg. Rodriguez weet hier en daar best met een mooie inval voor de dag te komen die bewijst dat hij wel degelijk oog heeft voor de getekende poëzie van het bronmateriaal: wanneer Alita een cyborg-tegenstander met haar zwaard in tweeën klieft, lijken we even verzeild in Helldriver van beeldenstormer Yoshihiro Nishimura, met wiens werk deze Alita trouwens ook een fascinatie voor groteske versmeltingen van mens en machine deelt.
Veel erger is het feit dat dit verhaal dat geknipt lijkt voor een driedimensionale behandeling er weer maar eens niet in slaagt de beloftes van echte 3D-actie ook in te lossen. Bij de start is er nog een veelbelovend gevecht waarin een met messen uitgeruste menselijke machine, als een spin over het doek tolt, maar nadat we van de eerste opwinding bekomen zijn, laat de film ons behoorlijk op onze honger zitten. Er wordt een extreme balsport gespeeld die doet denken aan de film Rollerball, maar de halsbrekende stunts in de arena zijn niet meer dan opgewarmde kost uit The Matrix trilogie. In Life of Pi van Ang Lee zat een beeld dat enkel in een 3D film kon bestaan: het hoofdpersonage dat onder water zwom en het scherm dat tegelijkertijd die omgeving toonde, de scheidingslijn van het wateroppervlak en de lucht erboven. Ook Jean-Luc Godard vond in zijn cinematografische spelletjes met taal, woord en beeld enkele momenten die een tip van de sluier oplichtten om het te ontsluiten potentieel van de 3D techniek te laten zien. James Cameron zette met Avatar een aantal stappen om dat potentieel ook in actie om te zetten. Helaas kan je niet anders dan vaststellen dat hier geen enkele actiescène te vinden is waarin het gebruik van 3D ook maar iets wezenlijks biedt dat niet op dezelfde manier gebracht kan worden in 2D.
Dat maakt van Alita: Battle Angel verre van een slechte film. Wel is het alweer een gemiste kans en is wat overblijft niet meer dan een goed gemaakte, maar weinig begeesterende science-fiction prent.