Olivier Assayas gaf bij zijn vorige film Personal Shopper, al aan geïnteresseerd te zijn in de manier waarop de nieuwe media en communicatievormen, ons leven en onze handeling beïnvloeden. Hij probeerde texting en berichten in een paar scènes te verzoenen met filmtaal, iets waar hij maar ten dele in slaagde. Met Doubles Vies gaat de Fransman nog een stap verder en maakt hij van de digitalisering, de nieuwe omgangsvormen en de invloed die al die media en toestellen op ons hebben, het onderwerp van de film. Dit is de cinefiel en cultuurminnaar Assayas, die kijkt naar hoe we met cultuur, literatuur – en onrechtstreeks cinema – moeten omgaan in tijden van nieuwe technologie.
Alles draait rond Alain (Guillaume Canet), hoofd van een uitgeverij, die zich vragen stelt over de digitalisering van zijn beroep en de toekomst van boeken (en cultuur). Die vragen worden vervolgens verder uitgesponnen over een aantal nevenpersonages zoals zijn vrouw Selena (Juliette Binoche) die serieuzer werk wil als actrice dan de eenvoudige politiereeks waarin ze speelt, het ambitieuze meisje Laure dat het kantoor van Alain moet voorbereiden op de digitale toekomst én Léonard, een matig succesvolle schrijver die zijn privé-leven gebruikt om zijn boeken te stofferen.
Assayas – die zelf het script schreef – laat vervolgens hoge en lage en oude en nieuwe cultuur, vrolijk met elkaar botsen en kijkt geamuseerd toe hoe de personages zich afvragen wat ze nog mogen waarderen en serieus nemen, of het er (nog) iets toe doet, of de nieuwe vormen alle oude cultuuruitingen zullen assimileren en of er geen kern is die ten alle prijze moet worden behouden en verdedigd. Er zijn gesprekken over de kansen van het e-book, het lot van de bibliotheken, de zogenaamde democratisering van de informatie op het internet, de rol van de criticus en alle mogelijke andere zaken die u maar kan bedenken bij het gegeven van moderne cultuur.
Al die spitante dialogen en bespiegelingen over mensen die zichzelf graag van alles wijsmaken op intellectueel gebied, worden ook nog eens ingebed in een sprankelende en vinnige zedenkomedie, waardoor dit de film is waarin Olivier Assayas het meest knipoogt naar het werk van de overleden grootmeester Éric Rohmer. De relaties van de personages zijn immers onderhevig aan dezelfde vragen als de cultuuruitingen en worstelen evenzeer met twijfels omtrent wat vooraf ging en wat komen gaat. Dat uit zich in allerlei affaires die de verschillende personages met elkaar hebben. Zo heeft Alain, ondanks duidelijke meningsverschillen wanneer het over digitale cultuur gaat, toch iets met de jonge blondine die het bedrijft moderniseert, terwijl zijn echtgenote er al jarenlang een affaire op nahoudt met de schrijver en er op aandringt bij haar man om diens laatste manuscript zeker te publiceren (ze herkent zichzelf in de amoureuze escapades die beschreven worden, wat meteen de leukste cinefiele grap van de film oplevert, omtrent orale seks tijdens de vertoning van The Force Awakens).
Ook in zijn mise-en-scène is Assayas hier een en al frivole speelsheid: weg zijn de lange bewegingen en complex geënsceneerde dialoogscènes. In de plaats daarvan speelt hij met ritme en montage en levert zo een film af die even efemeer lijkt als de gespreksonderwerpen van de personages. Toch is dit een bijzonder geslaagde en subtiele komedie, die zowel cinematografisch als inhoudelijk scherper en uitdagender is dan je op het eerste zicht zou aannemen.