Eén vraagje heeft Frank Vander linden nodig, en dan is duidelijk dat dit solo-optreden geen mistroostige bedoening wordt. Want zelfs al heeft hij een pracht van een break-upplaat achter de riem, wie al achtentwintig jaar in het vak zit hoedt zich er wel voor zijn ziel echt bloot te geven. Dat is mooi, dat is professioneel, maar dat was in De Roma vrijdagavond helaas ook niet beklijvend.
“Is everybody unhappy?” Dat mopje dus. Vander linden is binnengekomen met dat “Ik dacht aan een vrouw” waarmee hij zijn relatie met regisseur Kat Steppe begon te herkauwen, en voor een open zenuw kan worden geraakt haalt hij alle zwartgalligheid zelf onderuit. Wat geeft het, dat hij zijn eigen Blood On The Tracks uit heeft, als hij nooit de man is geweest om het hart op de tong te dragen. Weglachen, dan maar, zoals een echte Vlaming betaamt. “Draag het als een man”, gaat het volgende nummer: kop in kas, en niet janken – een echte vent gaat toch zeker niet naar een psycholoog?
Dat mag. En het is dat we weten dat Vander linden ondertussen opnieuw de liefde heeft gevonden, of we vonden het zorgwekkend hoe hij zijn verdriet van weleer onderuit wil halen. Natuurlijk: hij gaf zelf ook wel aan dat Nachtwerk, die prachtplaat van begin dit jaar, op een bepaald moment maakwerk werd, “dat je schrijft in de richting van die trieste plaat die een paar songs je wijzen”, maar dan nog. Soms zijn die jolige inleidingen zo lang, dat je vergeet welk nummer er ook alweer aankomt: “Yin en Yang, Jip en Janneke” gaat het voor het oudere solowerk “In de walszaal”, toen het nog over langdurige relaties ging. Of “Alle popliedjes gaan over ‘oh neen ze is weg’ en ‘shit, ze is terug'”, net voor het nochtans sterke “Trotse pijn”; zo’n nummer waarin de kale zanger het egogevecht dat een gebroken hart met zich meebrengt ook even netjes aanraakt.
Het is het soort zelfrelativering dat de entertainer in hem past. “Als ik een nummer van De Mens solo speel klinkt het altijd wat latin”, klinkt het inleidend bij “Zonder verlangen”. “Het voordeel is dat je aan Gabriel Rios kunt denken”. Het gaat er in als zoete koek, maar haalt alle gravitas onderuit. Hier staat niet iemand die iets wil vertellen, maar wel iemand die een avond vertier in gedachten had.
Je kunt er uren over discussiëren of dat erg is. Vander linden doet dat allemaal namelijk uitstekend. Zijn gitaarspel is – ondanks een herhaald mopje over die gemiste intro van de opener – uitmuntend. Zonder het powerspel van de rest van De Mens rond hem ontpopt hij zich tot een knappe folkgitarist, die ergens lang geleden keuzes had kunnen maken die hem in de donkerste blueskroegen hadden gebracht. Met iets als “Gebrek aan jou”, bijvoorbeeld; een song die ondanks zijn tekstuele spitsvondigheid toch even lilt van het leven.
De showman wint het echter. Een rondje favorieten roepen wordt vermeden door zelf de long list voor te dragen en het gejuich per nummer eigenhandig te wegen. We krijgen “Je bent niets”, “de slechtst verkopende Clouseausingle ooit” die hij met Jan Leyers voor de Wautersbroers schreef, maar ook “Ergens onderweg” en “’t Is maar verdriet”, een oudje waarmee alle LDVD naar het hok wordt geblaft. “Een vriend zien huilen” is een degelijke Brelcover, “Patti Blues” het soort folk dat we van deze man te weinig krijgen.
In de bisnummers sluipt dan toch even het hart van Nachtwerk binnen. Na weer maar eens een Antwerpenmopje krijgen we “Jeroen Brouwers (schrijft een boek)”, en zonder commentaar kruipt daar “Gezegend met geluk” uit. De ironie en de zelfspot moeten voor één keer de bovenhand laten, de zanger speelt gewoon wat er staat. En dat is genoeg. Het laat voelen wat dit optreden had kunnen zijn als métier niet de bovenhand had genomen: een zanger, een gitaar, een hart.
Het was niet nodig om het publiek net daarvoor een staande ovatie te ontlokken, dus misschien heeft de zanger simpelweg gelijk, maar wij misten – no pun intended – een beetje de mens in Frank Vanderlinden. De Roma is Las Vegas nog niet, en hij, ondanks die cover van “Always On My Mind”, geen Elvis. Het mocht dus iets minder vlotjes. Nachtwerk heeft laten horen dat hij dan op zijn best is.