Toen Thom Yorke de vraag kreeg de horrorremake Supiria van muziek te voorzien, kreeg hij het naar eigen zeggen nogal benauwd. Zijn vrees blijkt ongegrond, en zijn eerste soundtrack mag er zijn. Al had hij sommige songs misschien beter voor zijn volgende soloplaat opgespaard.
Het is nochtans niet dat Thom Yorke geen raadgever in de buurt had: zijn collega bij Radiohead Jonny Greenwood voorziet al meer dan een decennium allerhande films, en met name die van Paul Thomas Anderson, van klanktapijten. Voor die soundtracks haalden critici graag de loftrompet boven, wat de verwachtingen er niet minder op maakten. Komt nog eens bij dat Thom Yorke al drie decennia de frontman is van een van de meest bejubelde – maar ook uitgespuwde, vraag maar aan de broertjes Gallagher – groepen op deze aardkloot, waardoor fans al een tijdje met een verkrampte nek zitten. Zij kunnen opgelucht ademhalen: Suspiria mag er meer dan zijn, en de plaat bevat enkele van de mooiste songs uit het solo-oeuvre van Yorke. Of die per se op deze plaat hadden moeten belanden is een andere zaak.
Suspira lijkt namelijk niet altijd goed te weten wat het wil zijn: een soundtrack, een songalbum, of gewoon een experimenteerruimte voor de vreemde muzikale kronkels van Yorke. Openingsduo “A Storm That Took Everything” en “The Hooks” zijn alles wat je verwacht van Thom Yorke die een horrorsoundtrack maakt: schimmige en unheimliche strijkers, een eng lachje op de achtergrond, voetstappen en toeslaande deuren. De sfeer is gezet, al weten de twee je er nog niet van te overtuigen dat ze bestaansrecht hebben zonder beeld erbij. “Suspirium” is daarna een typisch pianonummer van Yorke, waarin de zanger zoals alleen hij kan sprookje en nachtmerrie in elkaar laat opgaan. Maar de titeltrack behoort wel tot het beste dat Yorke ooit uit zijn wit-zwarte toetsen toverde. “Suspirium” is echter nadrukkelijk een Song. Ze staat dan ook wat raar geparkeerd tussen “The Hooks” en interlude “Belongings Thrown In a River”. Idem met “Has Ended” dat daarna komt: een mysterieus pareltje dat zo op A Moon Shaped Pool had gekund, maar hier wat verloren loopt. Ook het prachtige, slepende “Unmade” doet vooral uitkijken naar een échte nieuwe soloplaat van Yorke. Het toont wel de verrijking van de denkoefening die Supiria voor de zanger moet zijn geweest. Ambient-achtige koorgezangen en strijkers geven een extra laag aan het kale universum van Yorke.
Als op zichzelf staande soundtrack kent Suspiria pieken en dalen. Om tussen de nummers, interludes en koorstukjes die het merendeel van Suspiria uitmaken, hoogtepunten uit te kiezen, is natuurlijk wat artificieel. Vooral het middelste luik van de plaat intrigeert: in “Olga’s Destruction” zit er bloed op de pianotoetsen en “The Conjuring Of Anke” is verbluffend mooi met zijn liturgische atmosfeer. Knap is ook hoe Yorke thema’s hergebruikt, laat terugkomen maar tegelijk muteert, zoals in “Klemperer Walks”, “The Jumps” of “Suspirium Finale”. “Volk” diept de paranoïa van “Olga’s Destruction” verder uit tot een enkeltje richting hel. Over het algemeen weet Yorke dus wel de juiste toon te zetten, maar toch schort het Suspiria wat aan meeslependheid. Het is bijvoorbeeld jammer dat bepaalde korte interludes, zeker zonder beeld erbij, het vormexperiment niet overstijgen. Ze zorgen ervoor dat Suspiria soms wat coherentie mist en weigert een echt geheel te worden. “A Choir of One”, een veertien minuten durende menselijke drone, begint veelbelovend maar weet over het algemeen te weinig te boeien om meer dan één keer volledig uit te zitten. De korte stukjes daarna, waarin Thom Yorke nog een laatste keer al zijn neurotische trekken botviert, zorgen ervoor dat de plaat uitgemergeld over de eindmeet strompelt.
Suspiria is zeker geen slechte plaat: daarvoor weet ze in het middendeel te overtuigend een sprookjesachtige nachtmerrie te zijn. Maar als soundtrack die probeert op zichzelf te staan, schiet ze toch wat tekort. Daarvoor is ze te onevenwichtig, zowel in kwaliteit als in aanpak. Wat dit album vooral doet, is de honger naar een nieuwe plaat nog wat aanwakkeren. Zeker als Thom Yorke daarop de experimenten van Suspiria weet om te toveren tot échte songs van vlees en bloed.