Achttien jaar na de debuutplaat is dit nummer vijf voor Joost Zwegers. Een volwassen leven lang dus, waarin Zweegers weemoed koppelt aan bedachtzaamheid. En die ervaring in combinatie met een onfeilbare neus voor melodie levert zowaar z’n beste plaat tot dusver op.
In The Cold Light Of Morning klinkt als de eindbestemming van een reis die met dat titelloze debuut begon. De productionele warmte van voorganger Inside Out wordt deze keer gekoppeld aan zowat de beste songs die Zweegers al die tijd heeft geschreven. Die zin voor klaterende melodieën en goud blakerende zanglijnen is weliswaar een constante gebleven al die tijd, maar was vooral op Inside Out wat ondergesneeuwd in een zoektocht naar muzikale vernieuwing. De sound genoot voorrang op songs, productie primeerde op refreinen.
Toch smaakte die productie naar meer voor Zweegers. De samenwerking met John Leckie was zo goed bevallen – “een nieuw begin” schreeuwde hij destijds van de daken – dat het gebruikelijke gat van vier jaar tussen twee releases nu eens niet zou vallen. Doorgaan op die flow. Maar in plaats van een schrijf- of andere crisis, trof een ander ongeluk raak: Leckie moest afzeggen wegens ziekte. Zomaar de geschreven songs opnemen met iemand anders wou Zweegers niet. Dus vatte hij diezelfde schrijfflow maar aan om een nieuwe plaat te schrijven, die hij zou opnemen met een andere producer: Mikey Rowe, toetsenist van Noel Gallaghers, en diens technicus Andrew Britton.
Die vastberadenheid van Zweegers laat zich duidelijk horen op In The Cold Light Of Monday. Hier spat een bewijsdrang van af die we sinds het titelloze debuut niet meer gehoord hebben. Zwakke platen heeft Zweegers niet gemaakt, maar nooit klonk een Novastarplaat zo perfect: warm en vol zonder een tierlantijntje teveel, de akoestische gitaar van Inside Out rolt de rode loper uit voor piano, toetsen en strijkers die de songs inkleuren met de perfectie van een kind dat met het puntje van de tong uit de mond de mooiste tekening wilt maken.
Andere opnametechnieken, al was het maar tijdens de kantooruren werken in plaats van ’s nachts of door instrument per instrument op te nemen deze keer, werpen hun vruchten af. Zweegers klinkt bevrijd en getriggerd tegelijk, in z’n comfortzone en op vreemd terrein op hetzelfde moment. En dat knispert en knettert zoals het dat op de vorige platen niet deed. Primeerde het proces de afgelopen jaren teveel op het eindresultaat? Feit is dat Inside Out en zeker Almost Bangor geen slechte albums waren, maar nu tot overgangsplaten zijn gebombardeerd.
Dat komt vooral ook door de songs zelf. De achteloze manier waarop Zweegers prachtige zanglijnen, melodieën en refreinen twaalf nummers lang rondstrooit, is een demarrage die hem weer vér voor het Belgische peloton doet uitrijden. Hier staat waarlijk geen énkel minder nummer of moment op. Hoogtepunten opsommen is nutteloos. Dit is één melancholische flow die met de glimlach ingespeeld is en beluisterd kan worden. Maar toch zijn er twee songs die de sterkte van deze plaat, van Zweegers als songschrijver anno 2018 magna cum laude aantonen: “To Feel Your Love” bundelt alle pluspunten van deze plaat in een zinderend festijn van melodie en strijkers. “Word’s Out” is het kippenvel opwekkend slotnummer dat deze plaat verdient, zich wentelend in herfstkleurige weemoed. Het zijn misschien wel de twee mooiste songs die Zweegers ooit schreef, twee huwelijken van de perfecte song met perfect uitgekiende arrangementen.
Dat is de sterkte van dit In The Cold Light Of Monday. Geen plaat die thematisch sterk aan elkaar hangt, maar die gewoon gezond mijmert over het leven en de liefde van alledag. Met songs die we elke dag willen horen, zéker tijdens de korte dagen de komende maanden. Een intelligent album dat bewijst dat een refrein geen behaagzuchtige oorwurm moet zijn die overal meegelald kan worden na twee luisterbeurten, maar een kapstok waaraan uitstékende songs opgehangen kunnen worden die zo beter kunnen rijpen zoals het de beste whisky en porto betaamt. Dit is méér een nieuw begin dan voorganger Inside Out, dit is Novastar op z’n best. Dit is muziek op z’n best. Word’s out. Luister.