Hij wordt nog steeds en vermoedelijk voor eeuwig als de lesser half van The Last Shadow Puppets bekeken, maar Miles Kane heeft helemaal geen Alex Turner naast zich nodig om een publiek op te ruien. In een uitverkochte Botanique bedient hij zich volop van zijn volksmennende Freddie-Mercury-capriolen en dat blijkt ook wel nodig, met een setlist die te inconsistent is om te kunnen begeesteren.
Dat heeft natuurlijk alles te maken met de plaat die Kane dezer dagen promoot. Vijf jaar en een uitstapje naar The Last Shadow Puppets heeft het geduurd voordat de Scouser die klaar had. De inspiratie liet — naar eigen zeggen — lang op zich wachten en dat is er ook gewoon aan te horen: Coup De Grace is absoluut de zwakste collectie songs uit zijn discografie geworden. Ondanks het feit dat de speeltijd maar dertig minuten bedraagt, maken verschillende inwisselbare liedjes het moeilijk om alles in een ruk uit te luisteren.
En ook live kunnen diezelfde nummers niet overtuigen. “Cry On My Guitar” maakt al vlug een einde aan de blitzkrieg waarmee de set werd geopend. “Wrong Side Of Life” wordt, net als op plaat, à capella ingezet, wat geen al te slimme zet blijkt. Na dertig seconden vechten met toonladders, is Kanes opluchting zichtbaar wanneer Vicky Smith met een drumroffel te hulp schiet. “Killing The Joke”, een akoestische ballade die in de originele versie nog van een aangenaam zeebriesje vergezeld gaat, klinkt nu als vrijblijvend slaapliedje. Links vertrekt er iemand naar de toog, rechts wordt er een vluchtige blik geworpen op de horloge.
Het is dan ook niet jammer wanneer het ogenblikkelijk herkenbare “Rearrange” wordt ingezet. Hoewel niet foutloos gespeeld, brengt het nummer terug wat vlam in de pijp. Kane lijkt er zelf van op te leven. “Don’t Forget Who You Are” mag volgen en is een schot in de roos — na afloop laat het publiek de “na-na-na’s” nog lang en luid doorschallen. De band maakt er op zijn beurt handig gebruik van om het refrein in rotvaart te hernemen. We hebben nog niet vaak zo’n massale sing-a-long meegemaakt in de Orangerie. Donna Summers “Hot Stuff” en ook “Coup De Grace” zetten het feestje vrolijk verder, en “Come Closer” laat performer en toeschouwer finaal overstag gaan wanneer ze elkaar afwisselend toezingen.
Kane mag dan niet de beste songwriter ter wereld zijn, vanavond sluit hij zijn concert af met bravado en toont daarmee dat hij een geboren entertainer is. Niks is te hoog gegrepen wanneer hij zich kan laven aan de vreugdekreten van zijn publiek en met een sterkere backcatalogue zou deze Orangerie al lang te klein geweest zijn.