Ondraaglijk triest, zo zou je bepaalde momenten van Good Morning Spider nog het best kunnen omschrijven. Maar ook: ziedend en razend. Omdat pijn altijd meerdere gezichten heeft.
Het verhaal dat de tweede plaat van Sparklehorse, het eenmansproject van de Amerikaan Mark Linkous, kadert, is goed genoeg gedocumenteerd. Na het briljante debuut met de onmogelijke naam Vivadixiesubmarinetransmissionplot (1995) mocht Sparklehorse het voorprogramma van Radiohead verzorgen. Tijdens die tournee nam Linkous op een avond in een Londense hotelkamer een cocktail van medicijnen, drugs en alcohol, zeeg levenloos neer op bed en knelde daarbij zijn benen onder zich. Linkous haalde het uiteindelijk, maar was wel enkele minuten klinisch dood, zou een tijd in een rolstoel doorbrengen en de rest van zijn leven chronische pijn blijven hebben in zijn benen.
In de nasleep van dat tragische ongeval zette Linkous het werk aan zijn tweede plaat Good Morning Spider verder. Uiteraard had het incident een impact op de plaat. Sommige nummers verwijzen letterlijk naar zijn behandeling, ongeval en algemene mentale toestand. Toch zou het geen recht doen aan de plaat om deze volledig in het licht van zijn flatline te zetten. Niet heel Linkous’ tweede staat in het teken van zijn overdosis. Good Morning Spider is vooral een voortzetting van de surrealistische melancholie van Vivadixiesubmarinetransmissionplot, een plaat die de gevoelens en sfeer van die laatste verder uitdiept, en daar ook haar kracht uit haalt. Net zoals Linkous’ debuut gaat deze opvolger alle kanten op, is hij melancholisch en kwaad tegelijk, kruipt hij verlegen in een hoekje en slaat hij daarna al zijn ruiten in. Een tussenweg is er niet. Het maakt van Good Morning Spider een schreeuw van onmacht die tegelijk blind op zoek is naar enige menselijkheid, naar empathie, schoonheid en troost.
Opener “Pig” raast zo al meteen met de versterkers in het rood. Geen zelfbeklag, geen slaperige opener zoals “Homecoming Queen” op Vivadixie, wel punk met het schuim op de lippen. Een vuist in het gezicht van Magere Hein. Meteen daarna neemt Linkous echter gas terug met twee nummers die weinig verhullend naar zijn ongeval verwijzen. “Painbirds” is alles wat achter die titel schuilgaat, en “Saint Mary” is een grillige ode aan de verpleegsters van het gelijknamige hospitaal in Londen. Als tekstschrijver was Linkous nooit vies van surrealistische beeldtaal (“If I had a home/You’d know it’d be/In a slide trombone”) waarin vogels, varkens, konijntjes en uiteraard paarden al eens een hoofdrol konden spelen. Dat is ook hier niet anders. Muzikaal is “Saint Mary” een huiveringwekkend kaal doodsprentje.
Het zwartste zwart schildert Sparklehorse echter in het hart van Good Morning Spider. Het minimalistische “Come On In” maakt aanspraak op de titel van meest trieste nummer uit het Sparklehorse-universum, en dat wil wat zeggen. De pijn en de dood zijn bijna tastbaar in een tekst als “For thy grace that keeps me still/if I die before I wake/Safe from every ill/I pray my soul to take”. Een instrumentatie op kousenvoeten, met belletjes als glazen tranen, vormt de kwetsbare begeleiding. De naakte piano-aanslagen maken de isolatie compleet. Het akoestische “Maria’s Little Elbows” is meer rechtuit, al klopt ook hier de eenzaamheid aan Linkous’ deur. “All Night Home” is dan weer een broos, maar wispelturig juweeltje.
Die verlegen pareltjes wisselt Linkous af met los uit de pols afgevuurde, stevige indierock. Af en toe scheert Sparklehorse op Good Morning Spider zo zelfs rakelings langs een popsong. Het scheurende “Happy Man” bijvoorbeeld, dat zich ongegeneerd pal tussen de akoestische rust van “Sunshine” en “Hey Joe” parkeert: “ All I want is to be a happy man” raspt Linkous terwijl hij een sprintje trekt op zijn elektrische gitaar. Hij kan het echter niet laten het nummer te omringen met de noise van “Chaos Of The Galaxy”, en eens losgeslagen mag de gitaar langs alle kanten tegen de muren knallen en schuren. “He smashed into the cemetery gates” schuimbekt de zanger, je zou er bijna schrik van krijgen. Dan is “Sick Of Goodbyes” oorvriendelijker, inclusief meezingrefrein. “Sunshine” is even complexloos, maar dan met de slaap nog in de ogen. De ochtend heeft alle tijd, de zang klinkt verdund, de gitaar heeft zich bij een kampvuur geïnstalleerd. Later zou Linkous nog smeken om zijn zonneschijn toch niet weg te nemen, maar hier is er nog geen vuiltje aan de lucht. Als jonge geliefden één Sparklehorse-nummer moeten koesteren, is het dit wel.
Wie op basis daarvan zou besluiten dat Sparklehorse met zijn tweede plaat de hand naar het iets grotere publiek wou uitsteken, is er echter aan voor de moeite. Er zijn de wazige interludes “Good Morning Spider” en “Box Of Stars”, het gedrogeerde “Cruel Sun” dat je niet graag in verlaten steegjes tegenkomt, en het drammerige, rammelende “Ghost Of His Smile” dat opnieuw paranoia oproept en de popgevoeligheid van de eerste helft de nek omwringt. Weer meer Pavement en Daniel Johnston – van wie hier het troostende kleinood “Hey Joe” gecoverd wordt – en minder Beatles en Ramones.
Na “Ghost Of His Smile” zoekt Linkous opnieuw de rust op. Zo hard als Good Morning Spider begon met “Pig”, zo klein en kwetsbaar eindigt de plaat met “Hundreds Of Sparrows” en “Junebug”. “Bring me some luck little junebug”, fluistert Mark Linkous, want de scherven van je leven bij elkaar rapen doet niemand graag alleen. Misschien is dat nog het centrale verhaal van Good Morning Spider: uit het dal klimmen, maar vooral de hand reiken aan diegenen van wie je hoopt dat ze je daarbij kunnen helpen. Of dat nu verpleegsters, God, diertjes of geliefden zijn.
Op Good Morning Spider versmolt Mark Linkous zijn muzikale en emotionele obsessies tot een spiegelpaleis van zachte pianotoetsen enerzijds en versterkers in het rood anderzijds. Het zijn de schizofrenie, de extreme hoogtes en laagtes en de emotionele haarspeldbochten die van de eerste twee platen van Mark Linkous zulke te koesteren pareltjes maken. Het zijn platen om mee te leven, platen die een leven meegaan. Zijn latere albums It’s A Wonderful Life en Dreamt Inside The Belly Of The Mountain zouden ook nog altijd hoge toppen scheren, maar wel op een meer eenzijdige, uniformere manier. Daardoor verloor de wereld van Sparklehorse een beetje aan intensiteit en uniciteit. Het zijn in mindere mate platen om in te verdwalen, ze wijzen veel meer een relatief duidelijk pad aan. Ook hier zingt Linkous zijn demonen van zich af, maar zelden zit je daarbij nog zo dicht op zijn huid als op Good Morning Spider.
Uiteindelijk zou Linkous in 2010 uit het leven stappen — al jaren vechtend tegen chronische pijn en financiële problemen ten gevolge van de gebrekkige zorgverzekering in de VS en nadat huwelijksperikelen en de zelfmoord van vriend en lotgenoot Vic Chesnutt de mokerslagen te veel bleken. Met het uit “Hey Joe” gelifte “ There’s a heaven/And there’s a star for you” kondigde zijn naaste omgeving het trieste nieuws aan. Als je zijprojecten en samenwerkingen niet meetelt, laat Sparklehorse ons vier dof gloeiende parels van platen achter, vol nummers waarin hij zijn tanden laat zien en even later wanhopig op zoek gaat naar warmte en menselijkheid. Vier platen vol gedeukte songs voor bekraste zielen.