Geef Public Service Broadcasting een hoop oude stemmen, en ze maken er een song van. Geef ze een historische gebeurtenis, en ze schrijven er een suite over. Voor BBC Music’s Biggest Weekend Festival schreef het drietal vier nummers over de Titanic, en keert daarbij terug naar zijn klassieke geluid.
Belfast: dat is waar de Titanic begin jaren 1910 werd gebouwd. Elk schroefje, elke moer en bout, elke lasnaad, werd in de Noord-Ierse stad aangedraaid en gelast tot een imposant schip. Public Service Broadcasting laat het de zonen van de arbeiders van weleer, precies op de grote helling waar het schip zijn eerste kus aan het water gaf, ingetogen vertellen: “When I was a wee boy growing up in Belfast, my father was working in the shipyard and he kept telling me about this great ship he was helping to build. One Sunday he took me down to the shipyard and he told me to look up… It seemed to reach the sky, it was so high. There seemed to be no end of it, it was so long.” “It was time to go”, vertelt een ander, en J. Willgoose, esq laat zijn gitaar los over zo’n typische krautbeat: de maiden voyage van een onzinkbaar schip.
“That was the optimistic part”, klinkt het kurkdroog nadien. “Iceberg ahead”, maar zo’n evidente stemsample laat de band bewust links liggen. Zelfs de zo bekende getuigenissen van overlevenden – u kent ze nog van Gavin Bryars interpretatie van het voorval – worden spaarzaam gebruikt. Integendeel: de band vertrekt vanuit het noodsein in morsecode dat het schip nog kon verzenden, en bouwt daarop een abstracte krautbeat. “C.Q.D.” (S.O.S. moest nog bedacht worden) met als fijn detail drummer Wrigglesworth die de finale D laat voor wat ie is. Die haalde ook het schip niet meer. Een mooie, korte coda volgt met “The Deep”. Het wrak is gevonden, en mag daar blijven rusten.
Perfect materiaal voor een nieuwe EP.