Aan goede livealbums ontbreekt het niet in het oeuvre van Neil Young. Met deel vijf in NYA Performance Series — al is het wel het achtste album in de reeks dat uitgebracht wordt — wordt nu de meest donkere periode in zijn carrière belicht.
Met Harvest bracht Neil Young in 1972 een album uit dat van hem een ster maakte. Maar de levensstijl in de rond Topanga en Laurel Canyon gecentreerde muziekscene in Los Angeles maakte spoedig daarna slachtoffers in Youngs directe omgeving. Een overdosis heroïne werd zowel Danny Whitten (de oorspronkelijke gitarist van Crazy Horse) als Bruce Berry (de roadie van Crosby, Stills, Nash & Young) fataal. In de daaropvolgende maanden nam Young drie albums op die bekend werden als de Ditch-trilogie. Rauwe, compromisloze en minder toegankelijke albums waarin Young met de keerzijde van de medaille kennismaakte. Time Fades Away was een livealbum met de begeleidingsgroep van Harvest dat pas in 2017 op cd uitgebracht werd. Het in 1974 uitgebrachte On The Beach was in zowat alles de tegenhanger van Harvest met zijn sombere, pessimistische teksten en minimalistische muzikale uitvoering.
Het derde album was het in tequila gedrenkte Tonight’s The Night waarin Young en co. de dood van Whitten en Berry probeerden te verwerken. Het resultaat was een muzikale catharsis, een gitzwarte rouwkaart en een van de emotioneel meest pakkende platen van de jaren zeventig. Hoewel het opgenomen was in een reeks nachtelijke sessies in augustus en september 1973, werd het pas een kleine twee jaar later uitgebracht. Voor het album deed Young een beroep op een begeleidingsgroep “The Santa Monica Flyers”, die bestond uit een reeks oude bekenden. Naast de ritmesectie van Crazy Horse — Billy Talbot op bas en Ralph Molina op drums — bestond die ook nog uit Ben Keith (pedal steel, van “The Stray Gators”) en Nils Lofgren (gitaar, speelde ook mee op After The Gold Rush).
Na de opnamesessies van het album besloten ze het te spelen tijdens een korte residentie van drie avonden in nachtclub Roxy. De twee shows die ze er elke avond brachten, waren de officiële opening van de ondertussen legendarisch geworden zaal. De sets waren opgebouwd rond de songs van het toen nog niet uitgebrachte album, elke avond aangevuld met slechts een paar oudere nummers. Voor deze release werden slechts negen nummers van Tonight’s The Night weerhouden — de andere drie nummers van het album dateren van andere sessies — evenals “Walk On” dat later op On The Beach terechtkwam.
Dat deze versies erg dicht aansluiten bij de studioversies hoeft niet te verbazen, aangezien de optredens aansluitend plaatsvonden. “Tonight’s The Night” is ook in deze versie, en hoewel je het ongetwijfeld al ontelbare keren gehoord hebt, een aangrijpende en in de ziel kervende cri de coeur. Het verschil zit hem eerder in de details en het algemene gevoel. De songs klinken hier niet meer als ijzige doodsprentjes, maar zijn warmer en zelfs wat opgewekter. Als een volgende stap in het verwerkingsproces. Dat uit zich ook in de bindteksten van Young. Ondanks de sombere thematiek van de nummers zijn deze niet gespeend van humor (“Welcome in Miami Beach” of “Ten big years in the business folks, at times I feel like I’m Perry Como”) en even brengt de band zelfs een stukje uit het barroom-polka-niemendalletje “Roll Out The Barrel”.
We moeten er geen doekjes om winden. Roxy: Tonight’s The Night Live is geen spek voor de bek van deeltijdse Neil Young-fans. Voor hen zijn de opnames uit Massey Hall of Fillmore East beter geschikt als livedocument en volstaat de studioversie. Maar voor de diehardfans zorgt deze release voor een boeiend beeld van een artiest op een keerpunt, die aantoont dat zowat alles wat Young in de jaren zeventig deed nog altijd essentieel is.