Op 19 maart was het exact tien jaar geleden dat Hugo Claus zelf voor zijn levenseinde koos. Literaire meningen zullen uiteraard altijd verschillen en beelden van schrijvers fluctueren doorheen de tijd. Weinigen zullen echter ontkennen dat Hugo Claus een stempel op het Vlaamse cultuurlandschap achtergelaten heeft. Velen stellen zelfs dat het om een onuitwisbare stempel zal blijken te gaan. Bozar herdenkt vooral de ‘mens in al zijn facetten‘ Claus met een expo die er vooral voor hem wil zijn.
Bij het naderen van de tienjarige mijlpaal van het overlijden kwamen wel meer personen die Claus al dan niet goed gekend hadden met voorstellen voor expo‘s. Bozar gaf echter de voorkeur aan Marc Didden om een beeld te schetsen van hem, maar ook voor hem. Tot op zekere hoogte is de tentoonstelling chronologisch opgesteld, maar ze wordt ook doorvlecht met een thematische toets. De complexiteit van het personage wordt op die manier niet uit de weg gegaan.
Op het eind van de jaren vijftig schreef Claus “De kunstenaar als een jonge hond”, een vertaling van het boek van Dylan Thomas. Er is geen betere omschrijving voor de man: een schrijvende schilder of een schilderende schrijver die niet wist te kiezen tussen beiden. De expo toont onder andere het originele felicitatietelegram waarmee uitgeverij Manteau de jonge hond verwittigde dat hij met zijn roman De Metsiers de Leo J. Krynprijs gewonnen had. Claus trad binnen op het toneel der literatuur als een man die zich bewust was van privileges. Zijn verblijven in Parijs en Rome, zijn liefde voor Elly Overzier, zijn vriendschap met Roger Raveel.
Even terugschakelen in het volgende deel, “Schola Nostra”. Claus’ ouders sturen hem na zijn eerste achttien maanden naar een nonneninternaat. Zijn onbegrip voor de strenge regels daar doemen later op in zijn tegenstrijdige relatie met geloof en gezag. De Claus van de jaren zestig kan alleen in dit retrospect begrepen worden, in een expo voor Hugo Claus, niet in één over Hugo Claus. Hetzelfde geldt voor zijn relatie met het Oostende van zijn jeugd in het deel Zeezucht of als Vlaming in Parijs.
In Rome trad Claus in contact met de wereld van muziek en film. Naast veel originele affiches van zijn bekende toneelstukken, wordt de band met de filmwereld voldoende geduid via verfilmingen van enkele van deze stukken. Geen Claus zonder de vrouwen van Claus uiteraard. De erotische ondertonen in zijn oeuvre, de relaties, de liefdes: het is er allemaal en het werpt een licht op zijn vaak terugkerende eenzaamheid, een zwaar onderschat aspect van Claus‘ leven.
Is een zekere culminatie van al deze aspecten terug te vinden in het schrijven van “Het verdriet van België”? Voor de Vlaamsgezinde basistonen uit zijn jeugd is het antwoord ongetwijfeld positief, bij andere punten is dit toch veel onduidelijker. Zijn levenseinde en oeuvre van honderdvijftig titels: een mooie epiloog.
De tentoonstelling werd samengesteld uit liefde voor de kunstenaar. Ongetwijfeld was Claus een meester op vlak van romans, gedichten en theater van Europees niveau. De diverse aspecten lopen in een vierkante vorm binnen de gebouwen van Bozar. Het nodigt uit om telkens terug te gaan in een soort labyrint dat de geheimen van de persoon voor eeuwig lijkt te bestendigen. Gewild of niet.
“Hugo Claus, con amore” loopt nog tot 27 mei 2018 in de Brusselse Bozar.