Was de Noorse Belg Jonas Cambien een paar jaar geleden nog een nobele onbekende, dan speelde hij zich de laatste jaren regelmatig in de kijker met een onconventioneel parcours. Het tweede album van zijn Trio, intussen goed voor zijn vierde release bij Clean Feed, zet ’s mans ongrijpbare veelzijdigheid nog maar eens in de verf.
Dat We Must Mustn’t We zich niet zomaar voor een gat laat vangen, is natuurlijk geen verrassing. Met André Roligheten (rieten, fluit) en Andreas Wildhagen (drums, percussie) beschikt Cambien ten eerste al over collega’s die zich in geen tijd naar de frontlinie van de Scandinavische jazz/improvisatie gewurmd hebben. Vooral Roligheten, die sinds begin vorig jaar op meer dan 10 albums te horen was, is op de radar van heel wat liefhebbers beland met zijn technische bagage en veelzijdigheid. Kortom: jonge spelers die staan te trappelen om hun kunnen uit de doeken te doen.
Cambien is zelf ook een muzikant die zich het liefst ophoudt in de zones tussen de genres, met een voorliefde voor hedendaagse muziek, vrije improvisatie, free jazz en experimentele technieken. Zo wordt het traditionele klankpalet van de piano op We Must Musn’t We ook een paar keer uitgebreid met eigenaardige klankeffecten en preparaties. Doe daar ten slotte nog eens de korte duur van deze composities bij (12 stuks in 40 minuten, dat is pure pop), en alles staat klaar voor een bonte waaier aan stijlen.
Vanaf “Creationism” krijg je af te rekenen met een gulzigheid en veelzijdigheid die net zo goed terug te voeren is naar de excentrieke experimenten van het Art Ensemble Of Chicago, die al net zo naarstig bezig waren met het verkennen en verbreden van genres. De ene keer door gretig gebruik te maken van gemeenplaatsen, maar die meteen tussen haakjes te plaatsen door allerhande interventies, maar daarnaast net zozeer door een intrigerende focus op ruimtegebruik/stilte, herhaling, ongebruikelijke elementen en tactieken die meer te maken hebben met hedendaagse muziek dan met jazz.
Van het timmeratelier van de opener kom je terecht in het hinkelspel van “Swear Like A Bear”, waar Cambien eerst dromerige commentaar levert, maar vervolgens op hol slaat met een denderend akkoord dat lijkt af te stevenen op een rock-‘n-roll-climax. “Long Long” is vervolgens een verrassend gave, haast pastorale ballade, die op zijn beurt uitgespeeld wordt tegen het bricolagewerk van “Survivalism”, waarin Wildhagen zowaar trompet speelt en het fladderende blaaswerk van Roligheten lijkt te willen imiteren. Twee keer krijgen ze ook gezelschap van een ‘echte’ trompettist. Torstein Lavik Larsen zorgt in “Renaissance” voor een folkachtige toets, en sluit in het uitbundig dansende “Copper Man” naadloos aan bij de net niet ontsporende band.
En zo schiet je voortdurend heen en weer, van dromerig geschuifel (“Animalism”), naar gesjeesd gegier met een microtonale melodica (“I Must Mustn’t I”), een spel met repetitieve elementen (het bonkende “Sister, You Proved Me Right”) en introverte excursies (afsluiter “Long Long Long”), waarbij Roligheten en Wildhagen al over net zo’n breed vocabularium als de bandleider beschikken. We Must Mustn’t We is dus geen album dat het moet hebben van een zorgvuldig samengestelde, coherente sound die gedisciplineerd uitgedragen wordt. Het is wél een kleurrijke oefening van een muzikant met een heel eigen visie, die een manier én de kompanen gevonden heeft om de ideeën in zijn hoofd om te zetten tot een speelse, eclectische weelde die vaak even gewaagd als toegankelijk klinkt.
Het Trio speelt 2 mei in de AB Salon. Ook van de partij: saxlegende Akira Sakata en Giovanni Di Domenico. Het is gratis, maar wees op tijd. Meer info HIER.