Als er één ding moet gezegd worden over All The Rage, het nieuwste album van Ian Siegal, is het dat hij zijn stem (terug) gevonden heeft. Of het nu gaat over volbloed rauwe blues, een tearjerker of een country-getinte feel good song, Siegal brengt het allemaal vol overtuiging en grinta. En dat allemaal gekruid met die roestige, rauwe stem.
De Brit Ian Siegal trok als 18-jarige naar Berlijn en leerde er op straat de harde muzikantenstiel. Gevolg: hij is een rasentertainer die perfect aanvoelt wat er in zijn publiek omgaat: het gemak waarmee hij hecklers aanpakt, heeft niet alleen met zijn kenmerkende ironische stijl te maken. Ondertussen heeft Siegal een nieuwe vaste stek gevonden in Amsterdam, en ook zijn begeleidingsband bestaat volledig uit Nederlanders.
Twee jaar geleden maakte Ian Siegal een duo-album met Jimbo Mathus, en raad eens wie we op All The Rage tegenkomen als producer? Inderdaad, diezelfde brother from another mother. De Amerikaan heeft al veel watertjes doorzwommen, zo zat hij ook al achter de knoppen bij Buddy Guy en Elvis Costello. De Siegal/Mathus-samenwerking is ook deze keer een schot in de roos: het maakt van All The Rage een doorleefd en eerlijk album. Mathus sprong ook meermaals bij als extra gitarist of vocalist, en tilt het niveau daarmee nog wat op.
Ian Siegal is naast een begenadigd gitarist ook een verhalenverteller. Zijn bewondering voor Townes Van Zandt of Tom Waits heeft hij nooit onder stoelen of banken gestoken. Ook op dit album vind je daar voorbeelden van, allemaal in Siegals eigen stijl en mening natuurlijk. Want meningen, die heeft de Brit in overvloed. Zo haalt hij in “Eagle-Vulture” uit naar onze transatlantische buren. Een zin als “When the eagle becomes a vulture” behoeft eigenlijk geen verdere uitleg. En in “Ain’t You Great” bedoelt hij net het tegenovergestelde: Siegal hekelt met geweldige sarcasme hoe onze maatschappij naar de verdoemenis gaat: “The asylum doors are open and we’re down upon our knees, They found the biggest lunatics and they handed them the keys”. De hele tekst citeren zou ons te ver brengen, maar in dit nummer horen we een Siegal op het toppunt van zijn kunnen: met een observatievermogen om bang van te worden.
Voor de muzikale ondersteuning werkt Ian Siegal weer samen met de 3 jonge snaken van wat eens “The Rhythm Chiefs” waren. Gitarist Dusty Ciggaar, bassist Danny Van ’t Hoff en drummer Rafael Schwiddessen spelen al samen van toen ze nog op de middelbare school zaten, zo’n 10 jaar geleden. In Nederland werden ze indertijd onthaald als grote muzikale talenten, vooral Ciggaar wordt al jaren langs alle kanten bejubeld en gehypet. En het moet gezegd, de gitarist is duidelijk een meerwaarde: hij rockt als het moet, hij speelt venijnig en haalt geregeld geweldige solo’s uit zijn instrument. Wat hij uit zijn snaren tovert, vooral in “The Sh*t Hit” en “One-Eyed King”, blijft nog hangen, lang nadat het lied ten einde is.
Wat ons betreft is All The Rage Ian Siegals beste album sinds The Skinny en Candy Store Kid. Niet alleen voor bluesliefhebbers, maar voor iedereen die houdt van een goed rockend potje gitaarmuziek, rauw en eerlijk gezongen. En koester die stoemp in de maag, die je aan dit album overhoudt.