Hebt u eigenlijk de laatste jaren nog vaak naar Lazaretto geluisterd?
Jack White bracht met The White Stripes eigenhandig de bluesy garagerock terug bij een ruimer publiek. Zijn muziek behoorde zo tot de boeiendste soort van de eerste jaren van deze eeuw. Ondertussen werd hij een artiest die vooral met bijzaken in het nieuws kwam. Soms met interessante bijzaken zoals de nieuwe vinylfabriek die hij in zijn geboortestad Detroit opende, maar net al te vaak met dingen die niet veel uitstaans hebben met muziek. Denk maar aan een vermeend gevecht met Patrick Carney van The Black Keys of godbetert het befaamde avocadorecept in zijn rider. ‘s Mans laatste studioalbum, het ondertussen uit 2014 daterende Lazaretto, was niet meteen memorabel voor de nummers die naar White’s normen nogal gewoontjes waren. De gadgets op de vinylplaat waren eventjes leuk, maar uiteindelijk vooral overbodig.
Na vier jaar is er nu opvolger Boarding House Reach, het derde soloalbum sinds de ontbinding van The White Stripes. Wie schrik had dat White zich net zoals op de twee vorige albums in automatische piloot zou bevinden, kunnen we meteen geruststellen. Nooit eerder vielen er zoveel verschillende dingen te beleven op een album van White. Het lijkt alsof hij een staalkaart wil tonen van zijn kunnen. Dat is meteen het grote gebrek van dit album. White lijkt soms een kind dat zijn goesting mag doen in een snoepwinkel. Bij momenten zit het allemaal wel goed, maar op andere momenten zit er zoveel overdaad in de nummers dat het onduidelijk wordt waar White precies heen wil.
Al is het niet dat Boarding House Reach geen goede momenten heeft. Opener “Connected By Love”, bijvoorbeeld, is rock overgoten met een flinke dosis soul. Bombastisch is het wel, maar hier werkt het. Een van de andere betere nummers is “Over And Over And Over”, al is het veelbetekenend dat het nummer eigenlijk een afleggertje van The White Stripes uit 2005 is. Helemaal op het einde van het album staan er ook nog twee nummers die er mee door kunnen. Zo ontspoort de slome soul van “What’s Done Is Done” net niet en is slotnummer “Humoresque” een breekbare pianoballad die voor een verademing zorgt na dat drukke geweld.
Het grote probleem is dat de meeste nummers zoveel dingen tegelijk willen zijn dat je er bijna rusteloos van wordt. Soms zitten er wel goeie fragmenten in die nummers, maar al even snel wordt het roer omgegooid. Dan krijg je plots een enerverende computerstem of een flauwe synthesizer in de maag gesplitst. White probeert wel nieuwe dingen zoals een slome triphopbeat in “Why Walk A Dog?” of exotische ritmes in “Corporation”. Toch slaagt hij er telkens weer in om het geheel te verknoeien door te veel halfbakken ideeën in de nummers te steken. Met zijn vervormde voice-over-effecten in “Get In The Mind Shift” lijkt het wel dat niemand in zijn omgeving hem iets durfde te maken, zodat hij zich verliest in overbodige spielereien.
Het eindverdict? Boarding House Reach is een album geworden waarop Jack White een breder palet aan invloeden en stijlen wou uitspelen. De overdaad aan half uitgewerkte ideeën en een mislukte experimenteerdrift maakt van het album — laten we elkaar niets wijsmaken — een grotendeels mislukt werkstuk. De man die ooit met een simpele gitaarriff voor een adrenalineshot kon zorgen, moet dringend beseffen dat je met zoveel vrijheid en mogelijkheid niet per se alles moet uitproberen. Kortom, Boarding House Reach is een album om met mate tot u te nemen. U bent gewaarschuwd.
Jack White staat op 7 juli op Rock Werchter.