Tracey Thorn draait al lang mee in het muziekcircus, zolang zelfs, dat velen vergeten zijn waar haar origines liggen. Op haar solo album Record toont ze duidelijk waar ze voor staat: teksten vol kurkdroge en bijtende observaties, gezongen met die diepe melodieuze stem.
Het lijkt alsof de Britse stoemelings de muziek ingerold is in het begin van de jaren 80. Schijn bedriegt: Thorn vormde samen met Ben Watt Everything But The Girl, en creëerde zo in de jaren 80 en 90 de soundtrack voor een hele generatie jongeren met hun rustige en gevoelige popsongs. Het opvallenste kenmerk van de band was toen al Tracey Thorns stem, die tegelijkertijd afstandelijk en warm kan klinken.
Sinds de eeuwwisseling is het stil rond de band, maar dat wil niet zeggen dat Thorn stilzit: ze bracht verschillende solo albums uit, schreef in 2013 een autobiografie met de ronkende titel “Bedsit Disco Queen: How I Grew Up and Tried to Be a Pop Star”, schreef filmmuziek, en werd 2 keer moeder. Maar nu is er dus Record, haar eerste solo album in 7 jaar. Zelf noemt ze de 9 songs op het album “nine feminist bangers”. Zover willen we het niet drijven: de teksten zijn zeer herkenbaar voor iedereen, of je nu man of vrouw bent.
De teksten en de stem van Thorn zijn wel degelijk de meest aantrekkelijke punten op dit album, want op muzikaal gebied gebeurt er niet zoveel: naast een gitaarlick op “Guitar” komen er alleen maar electronisch klanken uit de speakers gerold: soms rustig, soms met een foute eighties disco dreun, en soms zweverig. Al dit schoons werd door producer Ewan Pearson bij elkaar geknutseld, maar biedt niet altijd een meerwaarde of aanvulling tot wat er gezongen wordt.
Focus richten op de teksten dan maar, want deze zijn wel van een hoog niveau: Thorn blijkt een meester in het observeren van situaties te zijn. Of het nu gaat om het loslaten van haar kinderen (“Go” en “Babies”), of hoe ze zich voelt in Londen (“Smoke”: ‘London you’re in my blood, and you’ve been there for so long, London you’re in my blood, but I feel you’re going wrong’), altijd slaagt ze erin om haar gevoelens trefzeker en duidelijk te verwoorden. Ook dat ene jeugdvriendje, dat haar de liefde voor de muziek bijbracht, krijgt een ode in “Guitar”: ‘Hey boy, You only with 3 chords, You opened up the door, But you were nothing but a catalyst’.
Het sterkst is Thorn echter als ze vragen stelt bij de positie van vrouwen in deze 21ste eeuw, zoals in “Air” en het pronkstuk van dit album “Sister”, met Corinne Ray Bailey op backing vocals. Het maakt van dit 8 minuten durend nummer een ode aan het vrouw zijn.
Wie Tracey Thorn live nog eens wil bewonderen, is eraan voor de moeite, want de Britse heeft al eerder verklaart nooit meer op toernee te willen gaan. De fans zullen het dus met haar songs moeten doen.