De hoogdagen van Motown zijn al lang vervlogen tijd, maar ja hoor, er leeft nog iets muzikaal in de ruïnes van het fameus failliete Detroit. Neem nu Anna Burch, die na enkele groepsprojecten zonder al te veel bijval nu met haar solodebuut Quit The Curse staat te pronken. Ze hangt meteen wat vuile was buiten: moet soms ook gebeuren.
“I won’t play the victim just because I can’t what I want”, zingt ze ergens. “I’ve done many foolish and hurtful things”, waarschuwt ze iets verder. Anna Burch beseft niet alleen dat ze niet het slachtoffer is in haar liefdesleven, maar weet ook dat ze net zo goed dader is. Zelfrelativering leidt zo tot nonchalance, en het moet gezegd: het staat haar wel. Voor het eerst in haar muzikale carrière lijkt ze het juiste spoor gevonden te hebben.
Ongedwongenheid heerst in de manier waarop Burch haar songs brengt. Makkelijke single “Tea-Soaked Letter” is nog zo’n lekker vlotte indiepopsong met een leuke melodie, waarin Burch wel met plezier lacherig doet over een ex waarmee de communicatie spaak liep, maar verder is de toon vaak nogal sloom. “In Your Dreams”, met zijn heldere gitaren en een baslijn die meeslentert met Burch’ zang, is een gepast voorbeeld. Met zinnen als “She’s the saddest girl I’ve ever seen/But you see her in your dreams”, strooit ze ongehaast speldenprikken in het rond. Dat die nieuwe daar in die dromen blijft, mogen we tussen de lijnen lezen.
In “Asking 4 A Friend” beschrijft Burch dan weer de sores van een relatie waarin druggebruik net zo casual was als de liefde zelf uiteindelijk bleek. De ander kon er alvast niet goed mee omgaan: “You’re not sentimental, but I’ve seen you cry/In a hotel room, when we were high”. De song heeft een zekere duisternis — of eerder een schaduw — over zich, en begint als de achterkant van een andere song. Zo ook “Yeah You Know”. Dergelijke subtiele veranderingen in toon kruiden Quit The Curse van song tot song, waardoor verveling geen kans krijgt. “Belle Isle” (rijmt op “… for a while”) is met zijn mooie alt-country-twang misschien zelfs de beste song op de plaat. Dat die stijloefening meer dan geslaagd is en ook nog eens naadloos aansluit bij de rest, zegt alles over Burch’ vakkennis als singer-songwriter.
Zo kabbelt Quit The Curse een eind voorbij met de charmante luiheid van een zondagachternoen. Muzikaal is het weinig nieuws onder de zon, maar Burch’ eerste solostappen tonen haar wel ongegeneerd als een singer-songwriter die haar draai gevonden heeft. Dat is duidelijk zowel aan het oppervlak van de plaat als tussen de lijnen. Zo voelen de tien songs keer op keer als frisse briesjes. Dat treft, de vuile was hing net buiten.