Na A Bigger Splash bewijst Luca Guadagnino zich nogmaals als meester van het zomerse liefdesdrama. Deze keer is de liefde echter fleuriger en onstuimiger. Met Call Me By Your Name vertelt Guadagnino een verhaal over de eerste, prille liefde, die niets minder van je vergt dan onherroepelijke onderwerping.
Een elegant geschrift tijdens de openingsscène vermeldt dat we ons “ergens in Noord-Italië” bevinden, begin jaren tachtig. Ieder jaar nodigt Professor Perlman een postgraduaat uit, die hem in de zomer mag bijstaan in zijn onderzoek naar de Klassieke Oudheid. Dit jaar vervoegt Oliver Perlman in zijn riante villa waar ook Perlmans vrouw en zijn 17-jarige zoon Elio wonen. Hun buitenverblijf heeft iets weg van een het land van Cocagne, waar de perziken zeemzoet zijn en de dagen tijdloos. Er wordt gedanst, gebaad, gegeten en gefietst. Daarnaast is Perlmans huishouden een cultureel oord: Italiaans wordt afgewisseld met Engels en Frans, ieder van hen is wel belezen en tussendoor componeert Elio zijn eigen variaties op Bach. In dit zomers paradijs lijkt niets van tel te gebeuren, terwijl er in wezen een aardverschuiving ontstaat in Elio’s en Oliver’s luilekkerleven.
De romance die tussen beiden bloeit is even teder als de Italiaanse zomer. Ze is onwennig en bestaat aanvankelijk uit niet meer dan zijdelingse blikken en subtiele aanrakingen. Zowel Elio als Oliver gaan hun toevlucht zoeken in Italiaanse schones, weigerend “to do something bad”. James Ivory, die het scenario onder handen nam op basis van André Acimans gelijknamige roman, gaat ongehaast te werk om iedere nuance in de ontwikkeling van hun verhouding bloot te leggen. Neem bijvoorbeeld Oliver die Romeinse sculpturen beschrijft als “sensueel, alsof ze ons uitdagen om naar hen te verlangen”. Of Elio die Oliver opbiecht dat hij maar zo weinig weet over de dingen die er toe doen. Ivory’s schrijfwerk is fenomenaal en culmineert tenslotte in een indrukwekkende monoloog van Elio’s vader, die je doet wensen dat je ook zo’n wijze leermeester op je zeventiende had.
Als je een postkaart uit Italië zou krijgen in 1983, zou het waarschijnlijk niet eens de setting in Call Me By Your Name benaderen. Luca Guadagnino liet liefde ontstaan met een poëtische cinematografie, in heldere kleuren en dweperige shots. Via plotse experimenten met negatieven en montagestructuren toont Guadagnino zichzelf als een kundig cineast. Eén van de meest volmaakte scènes zijn degene waarin ook Sufjan Stevens’ fluisterliedjes resoneren. Zijn stem weerklinkt als een dromerige echo – Woah, woe is me, first time that you touched me– in de magistrale berglandschappen waarin Elio en Oliver elkaar vinden.
Call Me By Your Name is virtuoze cinema die je net als je eerste lief niet zomaar verteert. Het vervoert niet zomaar voor 132 minuten, maar zindert nog dagenlang na. Naast een coming-out, coming-of-age of sexual awakening verhaal, is het vooral een exploratie van universele, overrompelende verlangens. En als bonuspunt toont Call Me By Your Name dat heteronormativiteit niet het enige pad is naar het romantische epos. Iedereen die ooit lief had, zal zichzelf terugvinden in Elio’s verwarrende hartstocht, de verblindende euforie van wederzijdse liefde en de pijn als onvermijdelijke metgezel.