Sherlock en Watson in de Italiaanse renaissance. Luca Blengino laat Copernicus en Paracelsus opdraven als getrouwe kopieën van het wereldberoemde detectiveduo. En dat werkt wonderwel.
Toegegeven, de cover is geen hoogvlieger. Daar tegenover staan de tekeningen aan de binnenzijde die wél echt gezien mogen worden. Tekenaar Stefano Carloni is nog vrij nieuw in de internationale stripwereld, maar als rasechte italiaan heeft hij toch al een deel van de goed boerende Franse reeks Zij Schreven Geschiedenis over Clémenceau mogen illustreren: dit deel verscheen voorlopig wel enkel in Frankrijk. Carloni is ook de tekenaar van het eerste deel van de nieuwe autoraceserie Sinclair, een reeks die Michel Vaillant van begin jaren zeventig wil terugbrengen. Na dat eerste deel, dat in 2015 verscheen, is de serie echter al on hold gezet.
Maar dan is er nu De Vorsers. In de eerste plaats vooral een huzarenstukje van scenarist Luca Blengino. Die evolueerde van literair docent naar schrijver van kortverhalen en publiciteitsteksten om ten slotte het roer volledig om te gooien en zijn leven te slijten als professioneel stripscenarist. Bij ons is hij vooral bekend van De 7 Wonderen. Daar kon hij zijn liefde voor geschiedenis volledig in kwijt, maar met deze De Vorsers heeft hij zijn geliefde Italië en zijn interesse in geschiedenis, en dan vooral de renaissance, met succes kunnen verenigen.
Hoewel we ons in de Italiaanse renaissance bevinden, anno 1512, krijgen we een zeer Brits aandoend misdaadverhaal voorgeschoteld. De Sherlock Holmes van dienst is de Poolse wetenschapper Nicolas Copernicus. Hij is een reizende wetenschapper in Europa die van lezing naar lezing reist en tussendoor ook nog een colloquium meepikt als gastspreker. Deze keer is hij te gast op de universiteit van Ferraris, waar hij zelf heel wat tijd spendeerde als student. Maar bij zijn aankomst is de campus in rep en roer door de zelfmoord van een van de studenten. Meteen na zijn aankomst volgt de publieke moord met een kruisboog op de mentor van Copernicus: Meester Horatius. Niemand heeft de moordenaar gezien. Laat staan dat er meteen een motief voor de moord gevonden wordt.
Tijdens zijn eerste vaststellingen vindt Copernicus al gauw zijn “Watson” in de gedaante van Paracelsus, een wetenschapper die ook de alchemie een warm hart toedraagt. Dit in tegenstelling tot de nuchtere en zeer sceptische Copernicus. Een tegenstelling die ten volle benut wordt doorheen de speurtocht naar de moordenaar. De twee kompanen vinden trouwens ook al gauw aanwijzingen die de zelfmoord en de moord aan elkaar koppelen. De plot gaat van verdachte naar verdachte en laat de lezer meedenken over wie de dader is, en vooral welk motief er achter de moorden zit.
We worden meegezogen in prachtig uitgewerkte decors en personages, hoewel de vrouwenfiguren wat eenvormig zijn. De lay-out geeft het verhaal een filmisch karakter met heel wat (verdoken) verwijzingen naar de televisiereeks met Benedict Cumberbatch. Er zijn zelfs fysieke gelijkenissen tussen Cumberbatch en Copernicus. Het verhaal is uiteraard pure fictie, maar met een reële achtergrond en personages. Soms krijg je historisch correcte details mee, maar dat is eigenlijk niet echt van belang. De plot zit vernuftig in elkaar en het auteursduo is perfect op elkaar ingespeeld, waardoor verhaal en tekeningen elkaar naadloos vergezellen en een aangename strip opleveren. Niet meer of minder.
De ondertitel, Van Lood Naar Goud, laat open of er nog een vervolg komt. Het is een netjes afgerond verhaal, maar zeker met genoeg potentieel om een knappe reeks te worden. Alles zal wellicht afhangen van de verkoop van deze pilot. De Franse uitgeverij Quadrants is niet meteen een van de hoofdrolspelers op de stripmarkt om de nodige risico’s te nemen. Hadden ze toch maar die cover beter verzorgd.