De lat hoog leggen. Als er één ding is wat Toxic Shock heeft gedaan, is het dat wel. De opvolger van het opmerkelijke debuut moest op alle vlakken overtroffen worden, en daarvoor werden de grote kanonnen van stal gehaald. Al dat grof geschut knalt nét niet volledig in de roos, maar het is er wel niet ver naast.
In de Antwerpse scene is Toxic Shock een onmisbaar stuk van het meubilair geworden. In een lokaal muzieklandschap gedomineerd door stoner en metal, zorgde de cross-over thrash van Toxic Shock een dikke vijf jaar geleden voor een frisse wervelwind. Met strak spel, energiek songmateriaal en een knoert van een livereputatie zette het vijftal zich prominent op de Antwerpse muziekkaart en beyond. Debuutplaat Daily Demons was een statement van deze band die tot ver buiten de stadsgrenzen reikte. Kwam daar nog bij dat Toxic Shock niet vies was van een stuntje, zoals bijvoorbeeld een plaat uitbrengen op dubbele fluorescerende cassette. We zien het Daan Stuyven niet meteen doen.
Voor de opvolger van Daily Demons moest het op alle vlakken harder, strakker en beter zijn. Enter topproducer Flemming Rasmussen, die halverwege de jaren tachtig tekende voor de drie meest legendarische Metallica-platen (als u niet weet waarover het gaat: dat nieuwe kookboek van Jeroen Meus is naar het schijnt ook de moeite). Toxic Shock trok eind 2016 naar zijn studio in Denenarken, waar de plaat door Rasmussen werd opgenomen en gemixt. Maar het duurde daarna nog een dik jaar vooraleer Twentylastcentury eindelijk kon worden uitgebracht. Dat heeft uiteraard zijn nadelen.
Zo is “366ick Days” een woeste afrekening met annus horribilis 2016, maar dat laat zich eind 2017 een beetje als vijgen na Pasen beluisteren. Maar dat is eigenlijk een detail, want “366ick Days” is een knoert van een thrashcorenummer, met venijnige riffs, potige versnellingen, lekkere breakdowns en een o zo typisch meebrulmoment (“WHAT’S UP!!!”). Ook nummers als “Serpent’s Tongue” (wàt een openingsriff) en “Evil Presence” zijn zo cross-over als de verzameling ruitjeshemden van Mike Muir. Bref: Toxic Shock zal niet gauw een progplaat opnemen, zoveel is wel duidelijk.
Wat je wel heel goed hoort, is dat de bandleden in de afgelopen jaren veel betere muzikanten zijn geworden. De riffs zitten strakker, de solo’s zijn snediger en virtuozer (check openingsnummer “Iceberg” met die geweldige duosolo) en ook drummer Wouters chops zijn er flink op vooruitgegaan, getuige hiervan het ziedende “Godless”, waar in een onwaarschijnlijke, pyroclastische rotvaart het begrip “godsdienst” vakkundig wordt gedynamiteerd. Het vormt, samen met vooruitgeschoven single “Great Great Gift” en het fantastische, slepende “Headknives”, het onbetwiste hoogtepunt van deze plaat.
Maar het duurt wel even vooraleer we daar geraken. Want hoewel we in de eerste nummers meer dan genoeg aan onze trekken komen als het op potig spel en bakken grinta aankomt, strandt Toxic Shock soms nét voor de meet. Zo duurt de overgang naar het tweede deel van “Iceberg” nét iets te lang, waardoor het momentum van het nummer wegvalt, alsof de ketting van je fiets overslaat wanneer je volle bak aan het spurten bent. Ook “Immobilized And Paralyzed” blijft na de fenomenale intro wat steken in een nogal badinerende midtempo-vitesse, wat voor een nummer van bijna vijf minuten wel erg lang is. En “1986” is best goed, maar we weten dat Toxic Shock betere nummers kan schrijven.
Daar tegenover staan dan wel weer genoeg nummers die er knàl opzitten, zoals het eerder vernoemde triumviraat. Samen met andere knappe tracks zoals het lekker gevarieerde “Evil Presence”, slotakkoorden “2016 Menatlity” (waar zanger Wally’s potje helemaal overkookt) en het sublieme “The Rape Continues”, toont Toxic Shock dat het toch vrij gemakkelijk homeruns uit het stadion kan meppen. Een verdiende onderscheiding dus, maar het had er evengoed een grote kunnen zijn. En da’s toch een beetje jammer, zeker als de lat zo hoog werd gelegd.
Oh, nog één ding over Flemming Rasmussen. Er staan op Twentylastscentury drie intro’s die de diehard Metallica-fans me-ters-hoog de gordijnen in zullen jagen. Héérlijk, toch.