Sinds My Woman in 2016 de eindejaarslijstjes binnendrong, lijkt Angel Olsen quasi continu concerterend de wereld rond te reizen. Tussendoor vond de Amerikaanse nog de tijd om doorleefd te duetteren met Hamilton Leithauser (The Walkmen) en als afsluiter van 2017 is er nu Phases, een verzameling B-kantjes, covers en andere curiositeiten die nooit eerder een plaats kregen op een studioalbum. Of zoals ze het zelf omschrijft: “a diary that was stolen and mass produced”.
Net zoals het enig vakmanschap vergt om op het einde van de week een hoop overschotjes om te toveren tot een smakelijke “pastasurprise”, is het een kunstvorm om materiaal dat zich over verscheidene jaren uitstrekt te bundelen tot een volwaardig en homogeen geheel. Wie haar al een tijdje volgt, weet dat Olsen niet voor een gat te vangen is. Vanaf het begin van haar carrière (als lid van de begeleidingsband van Bonnie “Prince” Billy) balanceert ze vooral tussen hedendaagse folk en alternatieve country, maar evengoed draait ze haar hand niet om voor slepende synthpop (“Intern”) of iets heftiger rockende nummers (“Shut Up, Kiss Me”). Waar Phases de toevallige luisteraar een handig verpakt degustatiemenu voorschotelt, gunt het de fans van het eerste uur een blik achter de schermen en een beter zicht op de stappen voorwaarts die de veelzijdige artieste met elk album zet.
Ideaal als startpunt is sterke opener “Fly On Your Wall”, eerder dit jaar terug te vinden op de anti-Trump-compilatie Our First 100 Days. Het is Angel Olsen zoals de meesten haar kennen: met een traag ontluikend nummer over onbeantwoorde liefde waar minimalistische gitaren en drums het zware hefwerk overlaten aan haar stem. Nieuweling en heerlijke slow burner “Special” ademt de sfeer van John Cale en The Velvet Underground en strekt zich zeven minuten uit als een zinderende jamsessie. Het loont om de hypnotiserende rit uit te zitten tot op het eind. Al vermoeden we dat de uit 2013 afkomstige single “Sweet Dreams” voor velen de grootste plons in de vijver zal maken: voorzien van rammelgitaartjes, bas, drums en een stem die alle kanten uitschiet, is het met voorsprong het meest catchy nummer. De manier alleen al waarop Olsen “on your oooooooown” huilt, doet een Chris Isaac of Roy Orbison groen uitslaan van jaloezie. De wijze les over leven en liefde – “begin eerst maar eens met jezelf graag te zien” – krijgen we er gratis bij. “I’ll give it to you/Give it all to you/When I first find it in myself” overtuigt ze ons, en vooral zichzelf. Vele nummers kabbelen zodanig ongehaast voorbij dat men bijna over het hoofd zou zien dat we in de eerste plaats te maken hebben met een elegante verhalenvertelster die je de sterke lyrics schijnbaar achteloos voor de voeten strooit.
Wie doorheen haar back catalogue struint, merkt dat dit verhalende karakter meer aanwezig is in het vroege werk. Op “If It’s Alive, It Will” (afkomstig van debuut EP Strange Cacti) confronteert ze ons bijvoorbeeld nog met de (on)draagbare alledaagsheid van onze gevoelens en gedachten, terwijl een voorbijwalsend “Acrobat” op Halfway Home “verlangen” onder woorden probeert te brengen. Tijdens die beginjaren klinkt Olsen vaak als het muzikaal nageslacht van Linda Perhacs: bewust erg lo-fi opgenomen, met niet veel meer dan wat fingerpicking op de akoestische gitaar als begeleiding. Het gros van de songs op deze verzamelaar baadt in een gelijkaardige, ingetogen sfeer. “Sans”, geplukt uit de Burn Your Fire For No Witness Sessions, is een spaarzame demo met opnieuw enkel een gitaar en een stem die zweemt naar Dolly Parton, terwijl de verstilde, intimistische cover van Bruce Springsteens “Tougher Than The Rest” pakkender is dan het origineel. Weemoedig kampvuurlied “Endless Road” komt dan weer recht uit een aflevering Bonanza (geen beeldspraak!) en schippert tekstueel tussen wanderlust en heimwee.
Globaal gezien knalt Phases niet meteen uit de speakers. Het blijft een bijna intieme luisterbeleving met zijn voorbijschuifelende, slepende ritmes en een artieste die het vooral moet hebben van raak verwoordde observaties en de manier waarop ze haar stem gebruikt. Wat een uitzonderlijke stem is dat ook: intens, maar zonder te overweldigen zigzagt Angel bijna nonchalant tussen een ingehouden snik, een palaverende toon of een krachtige uithaal. Kristalhelder, maar toch met voldoende grain om de Alex Callier’s onder ons tevreden te stellen.
Dit is er eentje voor de aandachtige luisteraar die wel oren heeft naar subtiliteit. Wie even niet oplet, loopt immers het risico te verdwalen in wat kan overkomen als een oeverloos meanderend album met moeilijk van elkaar te onderscheiden nummers. Daar moet je tegen kunnen. De dromerige loners die dat kunnen, hebben er een zalvende soundtrack bij.
Angel Olsen speelt op 29 april in de kerk van Sint-Denijs (Zwevegem).