Father John Misty bezingt dezer dagen de stupiditeiten van de mensheid, met een licht spottende maar ook meedogende lach rond de lippen. Op het podium botste die rol van chroniqueur van de condition humaine soms echter op zijn limieten.
In het beste geval is een concert van Father John Misty stomende seks. Met twee platen vol songs bol van de testosteron, over liefde in zijn romantische maar vooral minder romantische vormen, vulde hij podia als een egocentrische, geile ladies man. Pure Comedy, de laatste plaat van de bard, is echter een ambitieuzer en meer verhalend werkstuk. De songs lenen zich met andere woorden niet zo tot een naar het kruis grijpende podiumact. Waar hij vroeger bij “I Love You, Honeybear” al tijdens de eerste minuut van zijn optreden door de knieën ging, kwam Joshua Tillman nu traagjes en bedachtzaam het podium opgewandeld om de titelsong van zijn nieuwe plaat in te zetten.
Meteen was duidelijk dat de man zijn fratsen — voorlopig — thuis gelaten had. Als een lichtelijk misantropische professor vooraan de aula zong hij over ijzertekort, stompzinnige politici en epileptische predikers. De visuals, waarbij ingezoemd werd op de Bosch-achtige figuren van de hoes van Pure Comedy, zorgden voor een extra beklemmende sfeer. En aangezien die plaat nadrukkelijk een geheel vormt, werkte Tillman daarna gewoon de volgende drie songs van de plaat af waardoor je even de indruk kreeg dat het volgende uur gewoon een integrale uitvoering van dat nieuwe album zou worden.
Niets was echter minder waar. Tijdens dat eerste half uur was het immers voor iedereen (en wij vermoeden ook voor Tillman) duidelijk dat de nieuwe songs zich veel minder tot een live-uitvoering lenen dan die van Fear Fun en I Love You, Honeybear. Niet dat “Total Entertainment Forever”, “Things It Would Have Been Helpful To Know Before The Revolution” (goeie muzikale interpretatie van George Carlins “the planet will be fine, the people are fucked”) en “Ballad Of A Dying Man” slechte nummers zijn, integendeel. Deze uitvoeringen droegen gewoon weinig meer bij aan het verhaal dat al op plaat verteld was, wat er ook voor zorgde dat het geheel nogal routineus aanvoelde. Dat, of de zanger was gewoon moe van een lange tour. Ondanks de mooie slidegitaar in “Before The Revolution”, ondanks de sfeervolle beelden die de muziek kracht bijzetten: het zorgde zelden voor kippenvel.
Na die eerste vier nummers nam de band echter voorlopig afscheid van dat nieuwe album om voluit de ouderwetse Misty-kaart te trekken. “Nancy From Now On” werd op gejuich onthaald en de band wist in het halfduister een overtuigend noir-sfeertje te creëren. Daarna volgde een royale greep uit I Love You Honeybear met “Chateau Lobby #4”, een dynamisch “Strange Encounter”, inclusief een van een stevig stel cojones voorziene gitaar, en Tillman die zich voor het eerst écht voluit smeet tijdens “Nothing Good Ever Happens At The Goddamn Thirsty Cow”.
Op dat elan raasden Tillman en zijn band zich door de hoogtepunten: mooie en meeslepende uitvoeringen van “When You’re Riding And Astrid Me” en “Bored In The USA” (dat in de huidige context nog een veel cynischere lading kreeg) werden afgewisseld met opzwepende versies van “I’m Writing A Novel” en “This Is Sally Hatchet”. En zowaar: ook de songs van Pure Comedy bleven meer aan de ribben kleven. In “When The God of Love Returns There’ll Be Hell To Pay” en “The Memo” gleed Tillman perfect in zijn rol van sarcastisch verhalende commentator. “A Bigger Paper Bag” was wat het moest zijn: een simpel, mooi liedje. Alleen het briljante “Only Son Of A Ladiesman” klonk opnieuw te vlak om meeslepend te zijn.
In het laatste deel van de show spatten de lichaamssappen eindelijk écht alle kanten op. Tijdens een ziedend “Hollywood Forever Cemetery Sings” was Tillman, badend in schimmig rood licht, de lifter waarvan je na vijf minuten spijt hebt dat je hem een plek naast je in de auto aangeboden hebt. Tijdens “I Love You, Honeybear” ging diezelfde duivel door de knieën, drukte hij je aan de borst om vervolgens grijnzend iedereen weg te duwen. Het is een theatraliteit waar hij alleen door de juiste dosering van flair en zelfspot mee wegkomt. Meer dan eens deed Tillman hier aan Nick Cave denken toen die nog geen lid van de AA was (minus de vleermuizen weliswaar). De bisronde was daarna één langgerekt orgasme, met “Real Love Baby”, “Holy Shit” en een uitzinnig “The Ideal Husband” als explosieve finale. Father John Misty de verhalenverteller, de chroniqueur ten spijt: op een podium is het toch vooral de bronstige sater die de wereld in brand weet te zetten.