Vooraf aan de merchandisetafel:
Vrouw: “Excuseer, kan u even vertellen wat voor muziek u zal spelen straks? Ik heb een ticket gekregen en weet niet goed wat ik moet verwachten.”
Phil Elverum (Mount Eerie), meewarig: “Oh, wel, ik speel akoestische gitaar en zing. Vanavond ga ik heavy songs spelen. Mijn vrouw is een jaar geleden gestorven aan kanker en daar zing ik over. People seem to like it, I dont know why.”
Vrouw: “…”
Een kwartier later: Elverum kruipt op de bühne in de prachtige oude kapel van het zeventiende-eeuwse Brigittinesklooster en zingt als eerste woorden “death is real”. Ook zijn recentste plaat A Crow Looked At Me begint daarmee, en ook daar wist je meteen dat wat volgde zwaar ging worden. Confessionele breakupplaten zijn er met hopen, en platen waarop een artiest de dood van naasten verwerkt zijn ook niet per se zeldzaam, maar de manier waarop Elverum dat op deze plaat deed, was volstrekt uniek in zijn ontwapenende, onverbloemde en hyperpersoonlijke kijk op rouw en de dood. Het zijn nauwelijks songs te noemen, veeleer een bijna ongecontroleerde gedachtestroom die slechts summier begeleid wordt door de akoestische gitaar van Elverums overleden vrouw en enkele andere instrumenten die nog in haar kamer rondslingerden.
Het was alleen in die overdubs dat de hier gebrachte versies verschilden van wat je op A Crow Looked At Me kon horen, maar in de plaats daarvan kreeg je wel een opvoering die nóg confronterender was, waarbij je een uur en een kwartier lang meegesleurd werd in Elverums live opgevoerd verwerkingsproces. Bovendien bracht Elverum ook drie of vier (je hing zodanig aan ’s mans lippen dat je ze simpelweg vergat te tellen) lange nieuwe nummers die verder borduurden op de eerder gezette toon, zij het met misschien iets meer afstand, en nog radicaler in hun omarmen van de stream of consciousness-methode, met anekdotes uit recent en verder verleden die nog langer werden uiteengezet. Alle lof aan de organisatie overigens, die een kraakhelder geluid mogelijk maakte waardoor je elk woord van de zang perfect hoorde.
Het is niet echt een rechtlijnig verhaal dat neergezet werd, maar eerder een losse verzameling anekdotes, observaties en herinneringen die vaker dan niet circulair terugkeren naar hun beginpunt zonder dat Elverum echte antwoorden heeft geformuleerd. Het is de verdwazing, het onbegrip voor het onrecht dat de dood ons aandoet, het is een continue krop in de keel, de mijmeringen van een man die geregeld zelf toegeeft op de rand van een afgrond te staan. En je hangt een volledig optreden aan ’s mans lippen, ook al komt het allemaal keihard aan, verdwaasd als luisteraar door de onwaarschijnlijke openheid waarmee deze man zijn pijn op tafel legt.
Het is nauwelijks muziek, maar toch klopt het volledig binnen het universum van Mount Eerie. Hier en daar hoor je herkenbare melodieën in de spaarzame akkoordenreeksen die verder slechts als vehikel dienen voor Elverums interne monoloog, en binnen de teksten duiken ook eerdere fascinaties voor mystieke natuurkrachten geregeld op. Maar hier dus ingebed in de vertwijfeling van een man die alle geloof in wetmatigheden is verloren, die een eerdere bewondering voor de brute natuur heeft ingeruild voor wantrouwen en wanhoop, en zijn mentale zoektocht naar de catharsis voor een zinloze zoektocht naar antwoorden.
Hoe beoordeel je een dergelijk concert? Hoe ervaar je een opvoering waarbij zelfs applaudisseren tussen de nummers ongemakkelijk aanvoelt? Wat zeg je tegen een man die op een dermate eerlijke manier zijn hart ontleedt dat we er allemaal flarden van ons eigen gevoelsleven in kunnen herkennen en ons kunnen relateren met een drama dat we eigenlijk niet kunnen bevatten? Moeten we hem dankbaar zijn, medelijden hebben, of gewoon een luisterend oor bieden?
Uit zijn teksten blijkt dat Elverum zelf ook niet weet wat wat, hoe, en waarom hij het doet, noch wat het publiek er volgens hem uit zou moeten opsteken. Het enige dat hij weet, is dat hij van zijn overleden vrouw houdt en dat hij haar blijft toezingen: “I sing to you”, besluit hij dit memorabele maar ontzettend wrange optreden. “Death is real, someone’s there and then they’re not, it’s not for singing about, and it’s not for making into art,” stelde hij bij aanvang, en ergens zijn we hem dankbaar dat hij die stelling vervolgens volledig aan zijn laars lapte om een van de meest overrompelende platen en concerten die we kennen te maken.
Mount Eerie brengt hetzelfde programma volgende week op 18 november in Sint-Denijs, bij Kortrijk.