Een compacte ritmesectie, enkele gastmuzikanten en twee handenvol bluessongs, meer heeft organist Lucky Peterson niet nodig om zijn eeuwige respect voor zijn mentor Jimmy Smith te bewijzen.
Een halve eeuw geleden kropen Jimmy Smith en Wes Montgomery samen de studio in om “The Dynamic Duo” op te nemen. Smith haalde het Hammondorgel uit het hoenderhok, loodste het recht naar de mainstream jazz en werd bijgevolg pionier van het orgel. Van 1956 tot 1963 was Smith een coryfee van het Blue Note label, daarna verhuisde hij naar Verve. In een carrière van vijftig jaar heeft Smith een gigantische discografie opgebouwd. Hieruit een selectie maken voor een tribuut, moet een huzarenstukje geweest zijn. ‘Happy-Go-Lucky (aka Night Train)’ is de vierde track op die “The Dynamic Duo” en het startschot op de nieuwe plaat van bluesorganist Lucky Peterson, “Tribute To Jimmy Smith”. Op jonge leeftijd werd Peterson in de wereld van de blues ingelijfd. Vader was gitarist en had een muziekclub. Zo ontmoette de jonge Peterson grote meneren als Muddy Waters, Buddy Guy en Willie Dixon. Bij enkele van de grootheden volgde hij zelfs muzieklessen. Dr. Lonnie Smith bijvoorbeeld, en Bill Doggett. Maar ook bij Jimmy Smith. Na de cd-opname startte Peterson met een tournee. Wij zagen zijn Jimmy Smith tribute concert vorig jaar in Marciac (FR) en keken reikhalzend uit naar de plaat.
Roffel van Herlin Riley, off we go! Met een lekkere shuffle rollen we gezapig de klassieker ‘Night Train’ in. Heerlijk hoe warm die bassen van de hammond klinken. Op gitaar horen we Kelyn Crapp, een jonge gitarist die de geest en sound van Wes opviste en die de korte shuffle van Riley lijmt aan de uitgesponnen Hammondklanken. Tevens de hoofdrolspeler in dit openingsnummer. Van een entree gesproken. Verrassend is de aanwezigheid van de Franse trompettist Nicolas Folmer. Of misschien ook niet, want Folmer is een bekende in het Franse jazzmilieu, waar Peterson ook een graag geziene gast is. Gelukkig blijft zijn aanwezigheid beperkt tot het eerste nummer, want écht swingen doet hij niet.
Enkele van Smiths eigen songs konden niet ontbreken. Wie herinnert zich de opname uit 1958, van de gelijknamige plaat? Onevenaarbaar toch, het geluid van die lichtjes krakende toetsen, de drums van Donald Baily die voor geen meter wijken en Kenny Burrells dikke gitaarsound; de pan uit swingen. Peterson koos ervoor om het thema te delen met Kelyn Crapp. Het mooie aan deze opnames is de authenticiteit ervan. Je voelt de spontaniteit van het moment, het plezier van het spel. Sluit je ogen en je waant je in de studio. Deze muziek is gemaakt om zo dicht mogelijk bij de aanschouwer te staan en dat is met verve gelukt.
De verrassingen blijven opduiken. Op ‘Jimmy Wants To Groove’ springt Archie Shepp in het oog. Met zijn tachtig is-ie de oudste van het gezelschap. De saxofonist kennen we van zijn geschiedenis in free jazz en avant garde. Klinkt misschien iets luier dan vroeger, maar mag er best nog wezen hoor. “It’s allright baby, I’m going to do the best I can”, zingt Peterson. Shepp schept er de grootste lol in en moedigt de organist aan zijn verhaal voort te zetten. Wat verder, op ‘Singing In The Rain’, bewijst Peterson welke projectie zijn stem heeft. Riley en Crapp schudden een cheesy begeleiding uit hun mouw, maar wat rammelt dat heerlijk!
Tijd om de gemoederen even te bedaren. Daarvoor koos Lucky Peterson voor ‘Misty’, een nummer van Erroll Garner waarin Peterson het subtiele karakter van zijn instrument perfect weet uit te spelen. Zowel in smeuïge ballads als, even later in double time feel, in rechttoe-rechtaanswing heerst de Hammond. Kippenvel, tot ontroerends toe. Over kippen gesproken, ‘Back At The Chicken Shack’ kon natuurlijk ook niet ontbreken op deze plaat.
‘Tribute To Jimmy Smith’ is een must have voor bluesliefhebbers die openstaan voor jazz. De ideale gelegenheid trouwens ook, om kennis te maken met de jonge Kelyn Crapp. De sound van de Hammond B-3, de fijngevoelige snaren van Crapp en het goudhaantje van de groove en swing Herlin Riley: smullen.