Je kan er de klok op gelijkstellen: elke drie jaar komt de Ier Adrian Crowley met een nieuw album op de proppen. Een dat vol staat met heerlijke teksten, dromerige en weidse arrangementen en perfect past bij een herfstig haardvuur. Echter, deze keer had het anders kunnen lopen:
Adrian Crowley: “De opnames zijn al in mei 2016 gebeurd. In het verleden is het nog voorgevallen dat ik lang moest wachten, maar deze keer was wel uitzonderlijk. De opnames voor mijn vorige platen begonnen altijd in februari, en om de zoveel weken ging ik de studio in, om dan in november klaar te zijn. Terwijl ik er in mijn hoofd al enige tijd mee bezig was. Nu duurde het minder dan een week, en ja er zit wat tijd tussen, maar ik maakte me geen zorgen, want ik hield me ondertussen met andere dingen bezig. Plus, ik was er rotsvast van overtuigd dat het album niet verouderd zou klinken na 12 maand. Natuurlijk is er altijd wat frustratie als je moet wachten, soms is het lastig dat niet alles en iedereen op elkaar afgestemd is.”
enola: Een van die dingen die je tussendoor deed, was acteren in een film.
Crowley: “Ik ben al een aantal jaren betrokken bij een filmproject. Sinds vorig jaar volgen de opnames elkaar sneller op, omdat regisseur Niall McCann meer geld en een deadline te pakken had. Ik moest in New York zijn voor een paar concerten en radioshows, en de filmcrew is gewoon met mij meegereisd. Waarover het gaat is moeilijk uit te leggen: het is een documentaire, maar niet in de traditionele zin van het woord, er zitten ook stukken film in. McCanns vorige documentaire “Lost in France” gaat trouwens over het Chemikal Underground-label in de jaren 90 en is zeer de moeite waard.”
“We hebben 4 dagen gefilmd: onder andere in Queens, Manhattan en Coney Island. Het was bloedheet, ik moest de hele tijd donkere kledij dragen. Het was niet gemakkelijk, maar wel plezant. De premiere is volgend jaar in Dublin tijdens het Dublin International Filmfestival. Iets om naar uit te kijken dus.”
enola: De instrumentatie op “Dark Eyed Messenger” is anders dan op je vorige album. Heeft dat te maken met de afwezigheid van je gitaar?
Crowley: “De hele sound is duidelijk anders dan mijn vorige plaat, maar ik denk niet dat een gebrek aan gitaargeluiden het opvallendst is. Stel dat ik je de plaat liet horen, zonder te vermelden dat er geen gitaar op te horen is, zou je het direct merken? Waarschijnlijk niet.”
“De manier waarop we dit album hebben aangepakt was zo verschillend met vroeger en de instrumentatie is veel subtieler. Naar mijn gevoel is het een vervolg op “Some Blue Morning”: niet allen qua instrumentatie, maar ook voor wat betreft de teksten en de manier waarop het tot stand gekomen is.”
enola: Had je al een idee voor de sound toen je de studio introk?
Crowley: “Sommige songs lijken heel hard op de originele demo’s, anderen hebben een heel andere sound gekregen. Maar voor de opnames hadden de producer en ik veel gesproken over hoe het moest klinken. Ik voelde intuitief aan dat het goed zou worden: ik had een groot vertrouwen in Thomas Bartlett. Alhoewel, door het woord vertrouwen te gebruiken insinueer ik misschien dat ik me zorgen maakte, maar dat was helemaal niet zo. Diep vanbinnen wist ik dat alles in orde zou komen.”
enola: Is het moeilijk een outsider te vertrouwen met wat je gecreëerd hebt?
Crowley: “Thomas heeft me meerdere keren verteld dat hij ontroerd was dat ik hem vertrouwde. En dat was niet alleen de wijn die sprak (lacht). Het doet deugd iemand dat te horen zeggen.”
enola: Hoe ga je zo’n subtiele instrumentatie vertalen naar het podium?
Crowley: “Wat ik niet ga doen is het album kopiëren, dat deed ik vroeger namelijk ook al niet. Ik heb platen gemaakt die enorm georchestreerd zijn, maar toch kies ik er elke keer voor om solo op te treden. Ik zoek naar een andere belichaming van de songs, iets dat de essentie en het gevoel ervan bevat, en probeer dat over te brengen. Voor dit album hou ik alle opties open totdat ik effectief aan het touren ben. Maar ik ben wel volop aan het experimenteren.”
enola: Je bezit de gave om niet alledaagse woorden in je teksten te steken. Ga je specifiek op zoek naar die woorden?
Crowley: “Ik doe dat niet met opzet, soms vergeet ik dat een woord niet alledaags is, want voor mij voelt het juist aan. Ik vind taal heel mooi, al hoed ik er mij voor om echt archaïsche woorden te gebruiken. Er mogen niet alledaagse woorden in mijn teksten kruipen, archaïsch mag het nooit zijn. Ik ben heel instinctief als het over woorden gaat, ik denk vaak na hoe ik iets exact wil uitdrukken, ook als ik spreek. Ik vind het fantastisch als ik het woord gevonden heb dat precies bedoelt wat ik wil zeggen. Sommige woorden doen ook bepaalde beelden ontstaan, althans in mijn hoofd. Als de luisteraar die beelden ook ziet tijdens het luisteren naar mijn teksten, is dat zeker een pluspunt. Maar wat weet ik ervan, ik schrijf zomaar wat (lacht).”
“Alles samen roepen ze natuurlijk een bepaalde leefwereld op, ideaal zou zijn dat de mensen voelen waar ik het over heb, zonder specifiek elk woord te begrijpen. En als ze echt willen, kunnen ze daarna al die woorden zelf ontdekken.”
enola: Een van de meest expliciete teksten is die van “The Photographs”.
Crowley: “Dat is een van de enige liedjes dat ik gewoon kan uitleggen, ik weet hoe het gebeurde en waar de beelden vandaan komen. Die tekst is al jaren oud, elke vers beschrijft een foto die ik genomen heb, de personen die erop staan, de situatie. Vorig jaar was ik mijn werkkamer aan het opruimen, en ik kwam die tekst tegen, waarvan ik helemaal niet meer wist dat ik ze geschreven had. Bijna belandde hij in de vuilbak, ik was eerst niet zeker of het een songtekst was, maar toen hoorde ik de muziek in mijn hoofd en was het beklonken. Trouwens, heb je ooit het woord “gobstopper machine” (nvdr: snoepautomaat met grijper) in een tekst gehoord? Nu wel dus…”
“Het is een van de outsiders op de plaat, mijn teksten komen meestal uit een heel abstracte plaats, waar ik achteraf moeilijk iets kan over zeggen. Nog een uitzondering is “Unhappy Seamstress”, dat is echt een leuk verhaal.”
enola: Ik luister.
Crowley: “Enkele zomers geleden huurde ik voor 3 maand een kamer in een huis aan de andere kant van de stad. Ik wou een verhaal afwerken waar ik aan bezig was, en een ruimte met een venster, een stoel en een schrijftafel was alles wat ik nodig had. Ik wou geen muziek maken, alleen maar schrijven. De eigenares drukte me op het hart dat het een huis voor artiesten was, ik mocht dus geen lawaai maken. Het grappige was dat er in mijn kamer nog een aparte ruimte was, een soort grote doos. En daarin zat ook iemand te werken. Het was een vrouw, want ik kon haar horen, maar ik zag haar nooit, want ik was altijd heel vroeg ’s morgens. De muren waren echter zo dun dat ik haar hoorde ademen. Bovendien wist ze niet dat ik daar was, omdat ik altijd zo vroeg was. Althans dat dacht ik.”
“Ze belde ook veel, ik hoorde al haar gesprekken, wat ik nogal genant vond, maar ik dacht “Als ze te persoonlijk wordt, dan kuch ik wel even”. Ze had ook de gewoonte om veel te zuchten terwijl ze werkte, en ik hoorde haar naaimachine regelmatig zoemen. Ik wou echt niet afluisteren, maar ik kon het niet helpen, en algauw begon ik te fantaseren. Ook al was ik daar om aan een manuscript te werken, ik voelde dat ik over haar moest schrijven. Uiteindelijk kwam ik haar tegen in de trappenhal. Ik wist niet dat zij het was, maar ze sprak me aan en vertelde me wie ze was. Daarna is ze naar New York verhuisd, dat kon ik opmaken uit haar gesprekken.”
enola: Het album heet “Dark Eyed Messenger”, waar komt die titel vandaan?
Crowley: “Oorspronkelijk had ik een verhaal met een gelijkaardige titel, maar het voelde niet juist aan. Ik had ook al een andere titel voor het album, maar dat voelde dan weer te gewoontjes aan, het voegde niks toe, integendeel. Ik was ook niet tevreden met de voorgestelde cover. Het was heel frustrerend dat ik geen titel en geen cover had, dus begon ik op een dag opnieuw met een wit blad. Ik ging in de kamer van mijn zoon zitten, omringd door zijn spullen, met niks van mezelf. En toen kwam het ineens. Ik laat me vaak leiden door intuïtie, en later ontdek ik dan meer en meer dingen die erbij passen. De titel kwam onbewust, maar ik voelde dat het juist zat.”
enola: Ik denk niet dat je ooit een politiek getint lied geschreven hebt.
Crowley: “Dat klopt, maar als ik direct en duidelijk wil zijn over een situatie, dan hou ik me niet in. Nu, ik ben niet iemand die politieke gedachten op papier zet, als ik echt een situatie wil aanklagen, dan zal ik eerder protesteren op straat, samen met vele anderen. Ik heb nog geen protestsong geschreven, maar het kan nog altijd.”
enola: Tijdens ons vorig interview vertelde je dat je kortverhalen aan het schrijven was. Hoe staat het daarmee?
Crowley: “Ik schrijf voortdurend, en ik wil gerust nog wel eens iets publiceren. Weet je, door het schrijven van verhalen heb ik veel geleerd over het schrijven van songteksten. Sommige verhalen waren zelfs een aanleiding tot andere verhalen. Maar als ik klaar ben, publiceer ik zeker een langer verhaal, ik kijk er zelfs naar uit. Ik weet niet hoe dichtbij ik ben, ik wil niet zomaar iets weggooien. Het is altijd goed om een tweede opinie te hebben, dat is meestal een taak voor mijn vrouw. Zij houdt me tegen als ik teveel weggooi, of het nu gaat om teksten of om de schilderijen die ik maak.”
enola: Is het wel gemakkelijk om songteksten en andere teksten apart te houden?
Crowley: “Tot een bepaalde hoogte gaat dat, maar soms vervaagt die lijn. Sinds ons laatste gesprek werk ik af en toe samen met het Crash Ensemble. Zij spelen normaalgezien enkel werken van hedendaagse componisten, maar soms werken ze samen met theaterauteurs of acteurs. Ze vroegen me om samen een “spoken word” te doen, en de teksten die ik daarvoor gebruik, komen uit een reeds bestaand manuscript. Dus dan wordt het een kruisbestuiving: de tekst was niet als songtekst geschreven, maar wordt door het optreden met het Crash Ensemble samengevoegd met muziek.”