“In troebel water zag ik plots wat ik al zolang wist, maar niet wilde begrijpen / En even later stond ik op een zonverlichte kade, met weinig meer dan spijt / Mensen vragen hoe het met me gaat / Ik wijs naar een stip aan de horizon / Schip aan de horizon / Ik heb prachtige dagen / Ik leef er niet naast / Maar jij bent een schip aan de horizon.”
Geen kat die vijf jaar geleden deze tekst aan Frank Vander Linden had toegedicht. 24 Uur zet die zekerheid alvast op de helling. Dit klinkt als het meest persoonlijke album van De Mens tot dusver. Het neemt die estafettestok over van Nooit Genoeg: dat was grotendeels een liefdesplaat en op zijn beurt dan weer de beste plaat van De Mens in bijna twintig jaar, die de groep een onverwachte renaissance deed beleven. Maar liefde is een staat van dronkenschap, waarna al eens een kater volgt: Vander Linden en Kat Steppe scheidden eerder dit jaar.
Dat gebeurde geruisloos, wat geen verrassing mag zijn: Vander Linden huivert er (terecht) voor veel van z’n privéleven en -gevoelens met pers en publiek te delen. Dat viel allemaal wel tussen de lijnen in z’n teksten te lezen, of onder de vermomming van een woordspeling als “Dageradeloosheid” of “Ellendegem”. Niets daarvan op 24 Uur: meer dan ooit schrijft hij zonder franjes, pijnlijk eerlijk, maar laat hij voldoende ruimte om overinterpretatie tegen te gaan.
“Hou van me, hou van mij / Kijk niet naast me als je naar me kijkt” klinkt het jachtig in de prachtsingle “Vier Akkoorden”. Nog eentje over miscommunicatie in “Zwijgen Met Mij”: “De woorden zijn op / Of zinloos en koud / Dus wil je misschien zwijgen heel gauw/ We gaan dit overleven / Dat is ons ingebouwd / In dit geweldig leven / Wil ik nu zwijgen met jou.” Het hart van de plaat is dan weer “Oh Wat Ben Je Mooi (als je weer wegloopt)”: “We sprongen samen over huizen, niets was ons teveel / Treinen, boten brachten ons weer verder / En nu je zegt dat alles weg is / Alles plots niet meer van tel is / Wil ik mij weer aan je voeten werpen.” Wanneer naar het einde toe het hoopvolle “Later Of De Dag Daarna” (“En de zaken die je naar beneden halen / Zullen later niet meer doen wat ze doen”) volgt na het emotionele, intimistische zwaartepunt “Schip Aan De Horizon”, is het heel verleidelijk aan een halve conceptplaat te denken, met Vander Lindens verhaal in het achterhoofd. Dat dubieuze is een van de vele aantrekkingskrachten van deze plaat.
Als om te veel geanalyseer rond de inhoud te vermijden, werd de klemtoon rond 24 Uur al snel op de vorm gelegd. De plaat is er ook naar vernoemd: de plaat werd op 24 uur ingespeeld en gemixt in een studio in Malmédy. Alles kon bovendien ook live gevolgd worden via Facebook. Het wordt nog een trend: eerder hielden ook PJ Harvey en onlangs nog Neil Finn opendeurdag tijdens hun laatste plaatopnames. Voor Vander Linden alvast een bewuste keuze, gefascineerd als hij is door hoe platen ruim een halve eeuw geleden allemaal zo snel ingeblikt werden, met vaak achteloze perfectie als gevolg.
In het geval van De Mens alvast niets minder dan een krachttoer. Het leidt tot de perfecte symbiose: al snel wordt duidelijk hoe strak gerodeerd het oorspronkelijke triumviraat is, en hoe fris de impulsen van David Poltrock. Want naast de emotionelere toon op de beste nummers van deze en de vorige plaat, zijn het de rake toetsen en laagjes die Poltrock in het bandgeluid aanbrengt die De Mens een nieuwe gloed bezorgen. 25 jaar bezig, en die quarter life crisis waar vaak over geneut wordt vandaag, is bij De Mens een tweede jeugd geworden. De juiste keuzes maken in deze tijden van keuzestress helpt.
Er moest immers gespééld worden in die 24 uur, dus was er weinig tijd voor gepieker en “overproductie” die door veel live te spelen nadien wel wordt weggegomd in de songs. De twaalfde plaat van De Mens klinkt dan ook rechttoe rechtaan, gefocust maar met voldoende frisse, soms zelfs verrassende impulsen zodat het meer is dan een best of van gekende elementen: het tussen hoop en weemoed banjerende orgel in het fantastische openingsnummer “Dit Zou Het Kunnen Zijn”, de snerpende bas in de nonkelpunk van “Dwaze Gedachten”, de demonstratie van de verschroeiende livereputatie van De Mens in “Ik Ben Hier Ook Maar Op Bezoek”, de synths die de zon doen ondergaan in “Oh Wat Ben je Mooi” en de verrassende drumcomputer in “Onmondig”. Een plaat lang worden emotionele laagjes als lasagnavellen in hun tomeloze, gerodeerde energie geschoven die routine geen kans geeft. Dat alles maakt van 24 Uur na Nooit Genoeg weer een medaillekandidaat in hun oeuvre.
Op 24 en 25 november wordt 25 jaar De Mens gevierd in Het Depot in Leuven. Met een twaalfde album dat het hoge niveau van Nooit Genoeg schijnbaar achteloos evenaart, mag de “Heimweeman” in Vander Linden fier en met weemoed achteromkijken, maar mag er vooral optimistisch vooruit gekeken worden. Dat is wellicht niet voor niets het thema op 24 Uur, tenzij we overanalyseren natuurlijk. Om bij de feiten te blijven: straffe plaat.