Op Vulnicura verwerkte Björk op een voor haar ongezien persoonlijke manier de liefdesbreuk met Matthew Barny. Het was een plaat over loslaten. In november volgt Utopia, over de liefde zachtjesaan weer omarmen.
Maar dan niet zomaar de liefde, bezweert ze zelf. “Liefde in de spirituele zin van het woord – bij gebrek aan een beter woord.” Wat ze daarmee bedoelt, wordt al een beetje duidelijk in “The Gate”: een bijna zeven minuten durende elegie als het ware, waarin de minimalistische beats van wederom Arca een ademwolkjes veroorzakende choreografie opvoeren met strijkers, houtblazers en tot bedeesde koorzangen gesampelde stemmen van Björk. Als de soundtrack bij inderdaad zachtjes ontluikende liefde, met aan het einde de overlevering. Het klinkt spiritueel, bij gebrek aan een beter woord. En bloedmooi.
En wat klinkt ze weer persoonlijk. De eerste zin “My healed chest wound transformed into a gate where I receive love from” is een duidelijke verwijzing naar vorige plaat Vulnicura, waar die wonde een pertinente metafoor was – ook op de cover. “Care for me / And then I’ll care for you” zingt ze het nummer lang als een mantra. Liefde is gelijk oversteken, zeker voor iemand wier trauma van de breuk tot een permanente onzekerheid in de liefde heeft geleid. Het klinkt allemaal zo intimistisch, zo bedeesd zoals ze zelden klonk.
Haar vorige liefdesplaat, Vespertine (een liefdesbrief toen nog aan Matthew Barny) was misschien wel haar mooiste tot dusver. Als Utopia daar een zusje van wordt, zal er nog gekribbeld en geschoven moeten worden in de eindejaarslijstjes.