Wie kijkt niet af en toe naar een groep jongeren om vervolgens even nostalgisch te worden naar die onbezorgde jaren? Alvvays weet al twee platen lang exact dat gevoel op te roepen en kleurt de wereld met Antisocialites opnieuw een half uur even sepia.
Toen het debuut van de band uit Toronto drie jaar geleden verscheen, deed Alvvays met hun aanstekelijke indierock menig hart sneller slaan. Drijvend op een aantal sterke singles bleek de band duurzaam genoeg om aan de vergeetput van het internet te ontsnappen. Dat de muziek volstrekt ongevaarlijk en weinig origineels te bieden had, was daarbij van geen belang. Dat zijn criteria die je best aan kant schuift, ook bij het beluisteren van Antisocialites, de opvolger van dat debuut. Of dat erg is? Zolang het aangenaam dagdromen blijft op hun songs, allesbehalve! “Archie, Marry Me” en “Party Police” waren samen met “Talking Backwards” van Real Estate de beste soundtrack die de zomer drie jaar geleden kon hebben. En ook op Antisocialites, dat nauwelijks verschilt van zijn voorganger, staan weer een aantal songs die nog wel even rond onze oren zullen blijven zoemen.
Want wat een heerlijk bubblegumnummer is “In Undertow”, waarop het spontaan dromerig aan eerste liefjes denken is. Bitterzoet is de combinatie van jengelende gitaren – ondanks een ingedrukt fuzzpedaal te klasseren onder ongevaarlijk maar charmant – en een smachtende Molly Rankin die “there’s no turning back” zucht. Haar stem vormt waarschijnlijk de grootste troef van de groep, een stem waar je elke luisterbeurt een beetje meer verliefd op wordt. “Dreams Tonite” is soezende, euhm, droompop die drijft op dagboekscheursel “if I saw you on the street/would I have you in my dreams tonight”. Rankins stem kijkt dwars door je heen naar andere oorden. Een beetje cynicus krijgt er spontaan uitslag van, maar zelfs een diepgevroren hart moet af en toe ontdooid worden. Het aanstekelijk voortjakkerende “Plimsoll Punks”, één brok pretentieloze fuzzpop, sluit de singlehatrick af.
Alvvays blijft echter ook op deze Antisocialites een beetje een singleband. Waar deze singles (en de paar andere sterkste songs) op hun debuut echter netjes verspreid over de hele plaat stonden zodat de afleggertjes ertussenin minder opvielen, heeft de band ze nu allemaal in de eerste helft gepropt. “Your Type” is geinig en springerig genoeg om bij de lurven te grijpen – denk richting “Come Saturday” van Pains Of Being Pure At Heart. Met “Not Your Baby” hebben ze hun beste song weer in het midden van de plaat geknald (net zoals “Party Police” op Alvvays). Rankin weet perfect de mengelmoes van gevoelens na een breuk te verwoorden terwijl de gitaren afwisselend strelen en afstoten. Tegen de tijd dat die uitwaaierende ” I’m really not there” in het refrein passeert, ben je al helemaal voor de bijl gegaan. Hierop is het heerlijk (opnieuw) zestien zijn.
In de tweede helft zakt Antisocialites echter een beetje in elkaar. “Hey” is een niemendalletje dat vooral probeert maar nergens beklijft. In “Already Gone” spelen ze veel te veel op het droomeffect waardoor de song zich vooral tergend traag voortsleept richting eindmeet. “Lollipop (Ode To Jim)” en “Saved By A Waif” – waar Rankin met haar overslaande stem wel even je hart sneller doet slaan – zitten goed in elkaar maar missen karakter. Alleen slotsong “Forget About Life”, die wél slaagt in het naar beneden halen van het tempo, trekt alles finaal toch nog een beetje recht. De filmische tekst zit daar voor veel tussen: even zit je weer met slechte wijn in een veld, een beetje weg van het feestje om mogelijk die eerste kus op elkaars lippen te drukken.
Hoewel Antisocialites soundmatig weinig verschilt van Alvvays, lijkt het wel alsof de groep meer focus heeft en sneller weet waar het met een song naartoe moet. Gelukkig verliest de band daarbij niet de naïviteit, nostalgie en onschuld die haar muziek zo’n warme gloed geven. Nu gewoon nog eens een héle plaat vol met sterke nummers schrijven, dan zal de cynicus in ons volgende keer eens echt helemaal ontdooien.