De herfst begint officieel pas op 21 september, maar een zomerse sfeer was op donderdagavond niet meer te bespeuren in Het Bos. Bij de atmosferische black metal van Wiegedood was zelfs een ijskoude winter gepast geweest.
De herfst en de winter komen eraan, de dagen worden korter. Daar wordt een mens wel eens melancholisch van. Ashtoreth zorgt voor de perfecte soundtrack bij dit gevoel. Het is het soloproject van Antwerpenaar Peter Verwimp, die ook furore maakt bij de Brusselse black metalband Emptiness. Zijn improvisatieset zit boordevol minimale, meditatieve drones met flarden noise, doomgitaren en met effecten vervormde vocalen.
Ook opvallend en het vermelden waard: tijdens zijn set laat Verwimp witte salie branden, waardoor er aan het ritueel (dit is méér dan een optreden) haast een extra dimensie wordt toegevoegd. Deze kruiden hebben niet alleen een reinigende kracht, bij de Native Americans zou het ook staan voor eenheid en samenhorigheid. Een mooie symboliek, maar de muziek van Ashtoreth draagt dan ook schoonheid in zich.
Ietwat vreemd tussen Ashtoreth en Wiegedood: het Ieperse trio Link, dat blijkbaar al 20 jaar bestaat. Veteranen in het harde wereldje dus, en beukende crust is hun handelsmerk. Het hysterische schreeuwen, de hakkende gitaren en lompe drums lijken echter meer te passen op Ieperfest dan op een duister avondje, ondanks de invloeden van sludge en black metal. Ook zit de band een beetje vast in de modder van zijn eigen geluid. Ze zijn goed in hun vak, maar toch missen we de groove van pakweg Nails. Na drie nummers verlaten we murw geslagen de concertzaal voor een biologisch Bosbier in de Bosbar, het ideale toevluchtsoord. Wat blijft Het Bos een heerlijke plaats om te vertoeven.
Iets voor 22 uur loopt de zaal propvol voor Wiegedood, dat — te merken aan de T-shirts en sweaters — duidelijk overal te lande een deel van de aanhang van de kerk van Ra lokt. Na een kwartier durende intro met Gregoriaanse gezangen verzandt opener “Svanesang”, afkomstig van debuutplaat De Doden Hebben Het Goed, vrijwel meteen in een geluidsbrij. Dat wordt na een paar minuten al rechtgetrokken zodat we bij “Ontzieling” he-le-maal meegesleurd worden in een draaikolk van hypersnelle riffs en duizelingwekkend snelle drums — neen, Wiegedood heeft geen bassist nodig om je weg te blazen.
Vervolgens wordt de volledige plaat De Doden Hebben Het Goed II gebracht. En die is nog meer imponerend dan zijn voorganger. Het machtigste werkstuk is “Cataract”. Qua intensiteit kent het tweede nummer van de plaat zijn gelijke niet. Het begint ingetogen en spaarzaam, maar ontaardt na een paar minuten in een allesvernietigende draaikolk — orkaan Irma is er niets tegen. De snijdende riffs en blastbeats worden zelfs zo snel en zo hevig dat je in een trance geraakt. Gewoonweg indrukwekkend.
Wat een muzikanten zijn het ook. Gilles Demolder, Levy Seynaeve en Wim Coppers spelen bij momenten black metal (we horen ook wat grind en doom) volgens de klassieke recepten — vooral tijdens “De Doden Hebben Het Goed II” wanen we ons in het hoge noorden — maar toch gaat het publiek niet collectief headbangen. Het lijkt of iedereen in zijn zone zit. Het lijkt wel of de drie heren het genre een nieuwe betekenis geven.
Seynave doet net voor het voor laatste nummer teken dat hij aan het einde van zijn Latijn zit. Wel, wij hadden hetzelfde gevoel. Een laatste mokerslag wordt uitgedeeld met “Smeekbede”, met huiveringwekkend geschreeuw als eindpunt. Gedaan. Finito. Wat een slot. Welke andere black metalband kan vandaag zo’n intense agressie aan sfeer koppelen?
In het voorjaar van volgend jaar speelt Wiegedood op het toonaangevende Inferno Metal Festival in Noorwegen, naast iconische namen als Emperor, Ihsahn, Carpathian Forest en Dark Funeral. En dat is meer dan terecht. Het is echter bijna niet te vatten dat de drie nog niet op Graspop stonden. Het zou wat geven, en fans van onder anderen Mayhem, Darkthrone en Satyricon kunnen bekoren. Voorlopig kunnen zij al zeker op 1 november afzakken naar de AB. Op Allerheiligen, jawel. Geen betere concertdatum voor Wiegedood.