Gent Jazz, de voorbije jaren uitgegroeid tot het grootste Tuinfeest in/rond Gent én de officieuze opwarming voor de Feesten, heeft blijkbaar de gouden formule gevonden. Tegemoet komen aan de wensen van de puristen (te herkennen aan permanente Duvel, permanent chagrijnige gelaatsuitdrukking en permanent tegen haar zin meegesleurde echtgenote) is al lang geen bekommernis meer. In plaats daarvan worden jazz én pop verkend, met vooral een gulle greep uit de zone waar die twee elkaar zitten opvrijen. Dat leidt nu en dan tot wat vreemde artistieke keuzes, maar onze kop eraf als ze niet zo goed als elke dag het bordje ‘volzet’ mogen bovenhalen.
Jazznonkels
Misschien eerst maar de ‘ klassieke’ jazzdagen? Dat zijn 7, 8 en 9 juli, meteen ook de dagen dat er stoeltjes (van lazy boys voorlopig geen sprake) voorzien worden voor uw comfort. Grote Naam op de eerste dag is Herbie Hancock, intussen ook al meer dan een halve eeuw actief en in Gent present voor de derde keer. Hij speelt met een kwintet en heeft plechtig beloofd om de wanstaltige performance met Wayne Shorter op Jazz Middelheim 2014 goed te maken. Daarvoor zal hij werkelijk alles uit de kast mogen halen. Afwachten. Daags erna treden trouwens nog een paar kerels uit die leeftijdsgroep aan, zwaargewichten die samen genoeg fabuleuze muziek maakten om een plank (of twee) in uw kast te vullen. Als u dat tenminste nog doet, fysieke muziek kopen om andere redenen dan mee te zijn met die ellendige vinylhausse (het mag stilletjes ophouden). Met de Poolse trompettist Tomasz Stańko en zijn Italiaanse collega Enrico Rava staan twee centrale spelers van de Europese jazz op het podium. Twee muzikanten die in de jaren zestig en zeventig tekenden voor ijkpunten van de jazz en die er nog altijd in slagen om boeiende, creatieve muziek te maken én – even cruciaal – een neus hebben voor talent. Ook nu worden ze omringd door straffe kerels, dus dat zou wel eens iets kunnen worden.
Het is voor velen vermoedelijk nog meer uitkijken naar de andere twee jazziconen op die dag. Pianist McCoy Tyner speelde in de jaren zestig in het klassieke Coltrane Quartet en groeide vervolgens uit tot een van de meest gekopieerde pianisten van zijn generatie. Dezer dagen staat hij niet meer te boek als een barricadebestormer (dat was hij eigenlijk nooit), maar hij brengt wel collega Craig Taborn mee, waarvan we gerust durven beweren dat hij behoort tot de absolute toppers van vandaag (en The New York Times gaf ons zopas nog gelijk).
Wat Jazz Middelheim een aantal jaren geleden meemaakte – een artiest (Hank Jones) die in de aanloop naar het festival overleed – gebeurde helaas ook nu. Normaal zou de alom gerespecteerde pianiste Geri Allen ook van de partij zijn, maar zij overleed op 27 juni aan de gevolgen van kanker. Een terloopse vermelding op de Facebookpagina van het festival ging snel verloren in een stroom van reclame en praktische mededelingen. The show must go on. Hopelijk vormt het concert van Tyner & co. een mooi eerbetoon. Als kers op de taart is er het Wayne Shorter Quartet, ooit in staat tot grootse dingen, en nu ondersteund door het Casco Philharmonic. Jazz en klassieke orkesten, dat is altijd een dubbeltje op z’n kant en Shorter is intussen ruim de tachtig gepasseerd, maar de man verrichte eerder al mirakels, dus we gaan voor de veiligheid en onze geloofwaardigheid uit van een potentieel festivalhoogtepunt.
Maar er is nog. Met Christian McBride staat een van de meest solide en veelgevraagde jazzbassisten van de voorbije decennia op het podium, terwijl onze supertip het machtige trio BassDrumBone is. Gerry Hemingway (drums), Mark Helias (bas) en Ray Anderson (trombone): drie muzikanten die intussen ook al veertig jaar aan de weg timmeren, en dat met soms wonderlijke resultaten. Individueel bij de absolute top, samen in staat tot magie. Post-it: 16u30 aanwezig zijn. Wat aanstormend of jong(er) talent betreft, wordt u dan weer op uw wenken bediend door Christian Scott, die na acht jaar nog eens terugkomt met zijn excentrieke instrumenten en kleurrijke sound, saxofonist Ben Wendel (vorige jaar van de partij met Kneebody & Daedalus), het kwintet van bassist Omer Avital, het duo Vincent Peirani en (de indrukwekkende sopraansaxofonist) Emile Parisien, en gelegenheidsband French Quarter, met o.m. pianist Thomas Enhco en zanger Hugh Coltman. Ah ja: op 9 juli wordt u stijlvol in slaap gesust door Norah Jones, de nachtnimf van de popjazz.
Popperdepop
Meer interesse in pop, al dan niet met een scheut jazz of experiment erin? Dan zijn 6 en 14 juli uw dagen. Op de eerste krijgen we Grace Jones te zien, op bijna zeventigjarige (!) leeftijd nog altijd 25% mens en 75% benen, en een wonder van het kubisme. Ze zit er in een comfortabele sandwich tussen het Britse GoGo Penguin en het ons onbekende United Vibrations. GoGo Penguin is momenteel een van de populairste bands op de wip tussen jazz, rock en elektronica. Dat leidt volgens ons regelmatig tot een hoop fancy gebricoleer met een schrale zeggingskracht (in hetzelfde bedje ziek: BadBadNotGood), maar kijk, er is een reden waarom wij niet voor de gazet schrijven. Eerder op de dag passeren ook nog de even patserige als virtuoze bassist Miles Mosley (de militant ogende missing link tussen Public Enemy’s Professor Griff en The Expendables uit Kamasi Washingtons roedel) en de naar verluidt indrukwekkende Kadhja Bonet, die een bruggetje maakt met het Best Kep Secret Festival.
Het is met een vergrootglas zoeken naar jazz op 14 juli, maar met Jenny Hval staat er wel een van de boeiendste en meest avontuurlijke popartiesten van het moment op het podium. Ook al zou je haar net zo goed op een festival voor taaie avant-garde of performance kunst kunnen zetten, want Hval laat geen middel, stijl of taboe ongemoeid. De kans is echter groter dat u die dag naar Gent afzakt voor Pete Doherty of Trixie Whitley. Dat kunnen we in het geval van die laatste helemaal begrijpen, want de halve Gentse heeft een knap parcours afgelegd en bewezen dat ze een blijvertje is.
Hippe shit & tegendraadse boel
Wie vandaag de dag de vinger aan de pols probeert of beweert te houden en gretig op al die artiesten springt van wie beweerd wordt dat ze de jazz aan ’t redden zijn terwijl u erop staat te kijken, die komt op 13 juli ongetwijfeld tot een veelvuldige climax. De organisatie heeft op die dag immers een paar artiesten bij elkaar gekwakt die zo hot zijn dat ze eigenlijk alleen maar kunnen teleurstellen. Alhoewel. We kunnen u meegeven dat we drummer Makaya McCraven een ronduit fantastisch concert zagen geven in Oostende, dus vergeet zeker niet eens bezoekje (of twee, of drie) te brengen aan de Garden Stage. Op het hoofdpodium wordt baan geruimd voor toetsenist Robert Glasper, die steevast mikt op ‘muzikale clitoris’ (zijn woorden, niet de onze). Z’n Miles-ode vonden we een flets, richtingloos zootje, maar de man heeft een sterke livereputatie. En dan, Mozes. Een paar jaar geleden nog een nobele onbekende en sideman voor baanbrekende hiphop dudes, maar intussen heeft Kamasi Washington headliner status. De ideale kans om het wat tegenvallende concert van 2016 recht te zetten. En daarna snelsnel naar de Garden Stage voor Shabaka & The Ancestors. Shabaka – 0% pose, 100% overgave – bracht de keet vorig jaar tot een hoogtepunt met Sons Of Kemet en zal ook nu indruk maken. Da’s beloofd.
De slotdag. Zangeres Chrysta Bell is zo een van die artiesten die meer op basis van geruchtenpoeha en een goed werkende marketingafdeling dan bewezen verwezenlijkingen op het podium beland is. Ze zou een aura hebben, maar die vonden we niet echt op haar samenwerkingen met David Lynch. En te zien zijn in de nieuwe Twin Peaks (is die een beetje de moeite?). Laat het ons maar weten. Daarna een van de vreemdere combinaties van de laatste jaren. Het Londense Archive is een band waarvoor het absoluut nietszeggende, maar toch weer toepasselijke label ‘eclectisch’ werd uitgevonden. Einstürzende Neubauten is op 35 jaar tijd uitgegroeid van een schrootcollectief (stel u voor dat ze met dit soort spul afkomen) tot een naam als, pakweg, Nick Cave en Tom Waits. Niet enkel aanbeden door liefhebbers van contraire stuff, maar ook populair bij intellectuelen (de beste meningen) en BV’s (de beste tickets). Maar laten we niet lullig doen, Bargeld en de zijnen zullen zorgen voor een hoogtepunt. U doet er vervolgens goed aan om u achteraf snel te reppen naar dat kleine podium aan de andere kant. Al is het maar om te zien hoe het vrij geïmproviseerde gebrul van Fire! de verloren gelopen VIPs de stuipen op het lijf zal jagen. Voorman Mats Gustafsson is intussen zowat de Nick Cave-én-Tom Waits-in-één van de freejazz en weet zich gesteund door goed volk.
Ah ja, de Belgen.
U had het misschien al door: er vielen nog geen Belgische namen. Ok, er was Trixie Whitley, maar daarnaast zijn er nog zestien (hopelijk goed geteld) bands die verspreid over de zeven dagen aantreden. En daartussen vindt u (even ademhalen) de lekker smeuïge exotica van Compro Oro, het jonge geruis en gestuiter van SCHNTZL, het weldadige stapelen van Trio Grande en Rêve d’éléphant Orchestra, het subtiele puzzelwerk van LABtrio, de warme roots (Gumbo) en grooves (Kleptomatics) van Yves Peeters, het intimistische verkeer van hoera. Ft. Hiele, het betere stuiterwerk van STUFF., de hectische zapkunst van Stadt, het grote vraagteken van Ivy Falls, de belofte van Brain//Child, de dromerigheid van Mount Soon, de toeterende flashmobstrategieën van Blow Trio, de knetterende nervositeit van Hypochristmutreefuzz, en de veelzijdige klasse van DAAU, dat zowaar z’n 25ste verjaardag viert. We weten het: heel wat namen op een hoopje, maar dat sommigen zullen tekenen voor hoogtepunten staat nu al vast. En de anderen kunnen, om wat voor reden dan ook, verrassen.
In ieder geval: er valt heel wat te beleven, dus blijf niet de godganse dag Duvels hijsen in de tuin en beschouw de kleinere namen niet als achtergrondmuziek voor het grote geweld. Laat ons weten wat u ervan vond en vergeet onze verslagen – daags na de concerten terug te vinden op onze site – niet te lezen.