Ter afsluiting van het voorjaarsconcertseizoen zorgde Trix voor een double bill om u tegen te zeggen. Zowel de muziek van Moon Duo als die van Chelsea Wolfe staat garant voor een donkere, nachtelijke trip. Maar vooral een verschroeiend Chelsea Wolfe maakte de hoge verwachtingen helemaal waar.
Wat ooit begon als een zijproject voor Ripley Johnson, ook oprichter van Wooden Shjips, lijkt nu al een paar jaar een fulltime bezigheid. Moon Duo bracht dit jaar zelfs twee platen uit én lijkt nog eens constant te touren. En dat vonden we niet erg: zo was Moon Duo een van de hoogtepunten op Dour in 2015. Johnson en co hadden toen net het puike Shadows Of The Sun uit, en die show zweefde tussen intense kraut, stuwende psychedelica en kosmische jams.
Intussen lijkt Moon Duo weg geëvolueerd van de keiharde, samengebalde space rock naar een eenvormigere, meer elektronische sound. Nog meer trip dan nummer in vergelijking met vroeger dus. Van het optreden zelf kunnen we geen volledig beeld scheppen — De Lijn had aan Antwerpen-Centraal een wel heel ruime definitie van op tijd komen. Vertrek dus ruim op tijd als je met openbaar vervoer (of met de auto) naar Trix wil gaan.
We laten ons vertellen dat de tweede helft van de show vooral meer dansbaar is, en dat verbaast niet. Moon Duo scoort dus goede punten bij de enthousiaste, doorweekte bezoekers. Ook bij ons, want het trio blijft een goed geoliede machine live. Maar het nieuwe is er intussen af. Afsluiten doen ze verdienstelijk met een hevige cover van “No Fun” van The Stooges. Tot ons groot jolijt, want zo keren ze nog eens echt terug naar de verschroeiende sound van vroeger.
Neen, Chelsea Wolfe heeft géén twee platen uit, er komt er wel later dit jaar nog één aan. In tegenstelling tot wat haar zeer gevarieerde oeuvre verdient, komt ze vooral nummers van het in 2015 verschenen Abyss brengen. Maar niet getreurd: wat een kopstootjes blijven dat. Het is wel een vreemde gedachte om in zo’n temperaturen toch meegesleurd te worden in een duistere diepte.
Even verschroeiend als de zon dezer dagen openden Wolfe en haar fantastisch gerodeerde band de set met “Feral Love”; wat blijft die sample heerlijk creepy. Bij wijze van uitzondering is het een (magistraal) nummer van Pain Is Beauty. In “Carrion Flowers” domineren dan weer loodzware dreunriffs, explosieve drumuithalen en, natuurlijk, de bij de nek grijpende prachtstem. In “Dragged Out” zingt ze lose myself to something. Wij verliezen ons even in haar muziek.
Er volgt een (relatief) rustmoment met “After The Fall”. Dat is nodig, want nadien zorgen noisegitaren, loodzware baslijnen en drumgeweld weer voor een kolkende duisternis. Meer en meer moeten we bij Wolfe aan een PJ Harvey 2.0 denken, één die een stevige metal-injectie geplaatst heeft. Als er een nummer is dat gevoel geeft, is het “Iron Moon” wel. Maar ook twee nieuwe nummers, van die nieuwe plaat die moet verschijnen op 22 september, zijn door de combinatie van stevige, scheurende gitaren, en haar engelenstem verzengend en tegelijk bloedmooi.
Er volgt nog een schitterend slotoffensief met “Survive”. Op plaat klinkt dat nummer nochtans vrij sober, maar ook die prachtsong wordt loeihard gebracht. En dat is een beetje de rode draad door de hele show.
Vonden we het dan erg dat er niet meer nieuwe nummers gespeeld worden? Neen. Geduld is een schone deugd, zegt men wel eens. Met een meeslepend, zwoel, duister en mysterieus concert bevestigde Chelsea Wolfe zich als onze favoriete prinses van de duisternis.