Jeff McIlwain, de man die schuilgaat achter de artiestennaam Lusine, alsook varianten L’usine en Lusine Icl, is een behoorlijk productieve gozer. Al bijna twintig jaar timmert hij op zijn ukkie dense elektronica in elkaar, soms met een stevige beat, soms eerder ambient, vaak een combinatie van verschillende strekkingen. Deze Sensorimotor is zijn tiende langspeler, een aantal waar menige groep alleen maar van kan dromen. Sterker nog, echte draken schijnen er niet echt tussen zijn discografie verscholen te zitten. Ook deze laatste stelt niet teleur, maar grenzen verleggen is zeer zeker ook niet de bedoeling.
Dat je na enige platen een zekere identiteit uitbouwt,valt te verwachten. Zo rijmt Lusine, met of zonder beat, vooral met clean. Zachte melodieën, ronde beats en knapperige pulserende synths links en rechts om de boel wat open te trekken. Er schuilt een perfectionist in McIlwain, daar laten de tot in de puntjes gesculpteerde klanken niet aan twijfelen. Als hij een schilder was geweest, hij zou zijn kleuren zelf mengen. Op compositorisch vlak zijn de zaken iets minder spannend. Beginnen met een cluster van beat en synthesizermelodie, om dan gaandeweg om de zoveel maten elementen te laten opkomen en terug wegtrekken, dat stramien. Een veelvuldig gebruikte truck op dit album is het zogenaamde “ducking”: een bepaald element in de mix, typisch de beat, doet andere elementen even “wegduiken” waarna deze terug aanzwengelen. Zoek even “Slow Motion” op voor een vakkundige demonstratie. (Het hele album staat overigens op het Youtube kanaal van label Ghostly International, hierzo. Dat weet de boel alsnog een organische drive mee te geven, er wat leven in te pompen zeg maar, en de rechtoe rechtaan composities te redden van een overdosis monotonie.
Om frisse lucht door het klinische landschap te doen waaien, werd beroep gedaan op drie zangers die op vier nummers – eentje krijgt er twee – een menselijk element komen toevoegen. Zo weet ene Benoît Pioulard “Witness” met zijn lijzige stem ontegensprekelijk een paar niveaus hoger te tillen. Lusine leeft zich uit met de verschillende lagen vocals en wederom een stevige dosis ducking en zowaar, Massive Attack lijkt even om de hoek te komen loeren. Samen met een ander vocaal nummer, het aanstekelijke “Won’t Forget”, het hoogtepunt van het album.
Een uitstekend in het gehoor liggende plaat dus, zonder dat ze daarom uw aandacht al te intensief opeist. Daarvoor is de muziek té repetitief en afgelikt wat bij velen het minder benijdenswaardige label “fijne achtergrondmuziek” riskeert uit te lokken. Ja, ze zal ongetwijfeld de avond passend weten aan te kleden wanneer u nog eens uw kookkunsten aan gasten demonstreert, maar vergeet daarnaast zeker ook niet uw hoofdtelefoon te voeren!