Pleasure moest klinken zoals Leslie Feist zich voelde ten tijde van haar depressie tijdens het schrijfproces. Het resultaat is kaduuk, rauw, wispelturig, maar diep vanbinnen vol ongepolijste schoonheid. Dit is een plaat waarop nog geen littekenweefsel gegroeid is.
Aan de oppervlakte klinkt dit als een driftbui. Na de doorbraak met de iPod-hit “1, 2, 3, 4” en het licht iconische dansje in “My Moon, My Man” van op The Reminder, was Metals een ontzettend zorgvuldig gecomponeerd en geproduceerd grauw juweeltje, dat verrassend onverschillig onthaald werd. Terwijl ze op de plaat klonk als een hart van steen waar deze twaalf songs de laatste twaalf druppels bloed uit waren. Feist werd er tijdens optredens zowaar een beetje nukkig van: dit is wat ze wou doen en het zou zo zijn. Nadien trok ze de woestijn in.
In die woestijn kreeg ze dan ook nog eens een zonneslag van de liefde. Weer de verkeerde man op de verkeerde plaats in haar leven. Veertig dagen werden 240 weken. Al bij al geen wonder dus dat op Pleasure de “g” in “grauw” ook nog eens helemaal verdwijnt. Deze plaat afdoen als een soort therapie, wrok in notenbalken, is goedkoop. Een artistiek statement is dan weer overdreven. Maar Pleasure klinkt echt als een plaat die Feist niet anders had kunnen maken gezien haar emotionele staat van zijn.
Dat blijkt duidelijk uit kernnummer “Century”, tekenend voor wat er gebeurt op de hele plaat. Er is de wispelturige opbouw als een labyrint naar de parel in de oester. Die parel openbaart zich na een paar luisterbeurten in de bloedmooie brug die even houvast biedt (“Someone who will lead you to someone/ Who will lead you to someone / till the end of the century”). En dan declameert Jarvis Cocker plechtig: “A century, how long is that? / 3,155,973,600 seconds / 876,000,000 hours / Or 36,500 days / Almost as long as one of those endless dark nights of the soul”.
En dan bedenk je: dit is gewoon de plaat van iemand die alle hoop en geloof in de liefde heeft opgegeven. Die diep heeft gezeten. De liefde is niet meer dan geduwd worden van de ene partner naar de andere, van de ene desillusie naar de andere, waarna de donkerte van de ziel een wachtkamer wordt. In datzelfde nummer is er bovendien één cruciaal zinnetje: “I wanted feelings, that got in my own way”.
En dat zinnetje vat deze plaat perfect samen. Misschien is het zelfs het uitgangspunt. Verwarde gevoelens worden hier vreemde klanken en bochten die in de weg lopen van de perfecte, uitgepuurde prachtplaat vol hartzeer. Vandaar wispelturigheden in de nummers, als de stemmen in haar hoofd tijdens het diepste dal van de LDVD. Zoals het aanvankelijk troostende “A Man Is Not His Song” dat verrassend eindigt met een sample van Mastodon, maar niet vooraleer een giftig vrouwenkoor ook nog eens “More than a melody is needed” heeft gesist. Of het prachtige titelnummer “Pleasure”, dat eindigt als een bezwering (“It’s my pleasure!”) gekweeld door haar demonen. En een dronkemanskoor dat het einde van de vintage Metals Feist “Any Party” (“You Know I’d leave any party for you”) binnenvalt. Allemaal prachtsongs in het hart, maar met stuurloze eindes. De gemiddelde eindige liefdesrelatie, quoi.
Feist beweert dat ze deze plaat van kop tot staart alleen akoestisch kan spelen. We geloven haar. En we hopen dat live ook te horen. Want er is altijd net die ene zanglijn, die ene melodie die deze schetsen tot pareltjes van songs maken. Er zijn immers ook de uitgepuurde nummers als “I Wish I Didn’t Miss You”, “Get Not High, Get Not Low” en “Lost Dreams”. Opgenomen als demo’s waarop het ruisen van de tape bijna als extra instrument fungeert. En wanneer Leslie Feist in het reine lijkt te komen met alles, zoals in het berustende “The Wind”, klinkt dat beloftevol voor wat hierna komen gaat: “A Wind that will keep on lasting / Longer than the past has”. Koperblazers beamen dat, zoals ze dat ook bij Bon Iver op de meest hoopvolle momenten doen.
En er is haar stem. Die meer dan ooit bitterzoet klinkt. Troostend tegen beter weten in, zoiets. Een omhelzing door twee armen met littekens op. Het is ook die stem die houvast biedt op de grillige momenten, meer dan ooit een instrument als een rode draad in haar muziek. Haar oeuvre vat ze in die optiek zelf nog het beste samen in “Lost Dreams”: “And I saw all about his goodness became so / Bad-ass blacking out and it’s called the name of love”. Tja, love, what is it good for?
Dit is commercieel gezien allemaal niet de beste zet van Leslie Feist, maar elke gezongen noot laat horen dat ze zich daar geen hol van aantrekt. Moedig, maar tegelijk ook jammer. Omdat deze plaat in de kern bloedmooi is, terwijl je nu al weet dat velen die moeite niet zullen nemen. Een plaat waarbij je zo graag een handleiding zou aanreiken, terwijl je weet dat dat niet kan. Zoals er geen handleiding is bij het verwerken van die verwoestende liefdesbreuk. Dat is ieder voor zich. Pleasure voelt met z’n ironische titel dan ook aan als een conceptplaat, die helder luisteren in de weg staat. Zoals LDVD helder genieten van het leven in de weg staat. Als je het zo bekijkt, is Feist misschien wel meer geslaagd in haar opzet dan ze zelf denkt.