Dim de lichten, installeer je naast het monster onder je bed en draai die volumeknop open, want daar komt Mark Lanegan. Nonkel Duisternis heeft zijn band opnieuw bij elkaar gefloten om zijn beste plaat in vijf jaar te maken. Gargoyle doet waar voorganger Phantom Radio tekortschoot: elektronica succesvol omarmen.
In zijn solocarrière hanteerde Lanegan tot nu toe grofweg twee gezichten. Er was de akoestische troubadour, die met verstilde parels als Field Songs en I’ll Take Care of You zo hard wist te ontroeren dat vochtige ogen en een langdurige sombere stemming tot mogelijke effecten behoorden. Vanaf het begin van dit millennium, nadat Screaming Trees er definitief de brui aan gegeven had en Lanegans interimcontract bij Queens of the Stone Age afliep, waren er echter ook de Band-platen: woest donderende knallers, die bij momenten een sombere stemming wisten op te roepen, maar dat deden met een portie adrenaline. Of amfetamine, zoals bleek uit het na 13 jaar nog even heftig klinkende Bubblegum.
In een latere fase liet Lanegan met wisselend succes elektronische invloeden z’n muziek binnensluipen en nu met Gargoyle de eerste volwaardige plaat in drie jaar uitkomt, worden al die losse eindjes met elkaar verbonden. Op de laatste twee Band-platen weerklonk er hier en daar al eens een synthesizer, bij momenten zelfs zeer prominent, met als meest geslaagde resultaat de halve cover van Keli Hlodverssons “Sad Disco”. Maar de probeersels leidden zelden tot een volgehouden topper, zoals op Phantom Radio pijnlijk duidelijk werd: de plaat moet de eerste uit de Lanegan-catalogus zijn die niet aan de verwachtingen voldeed.
Dosering is het sleutelwoord, moet Lanegan ondertussen beseft hebben. Op Gargoyle kronkelen gitaren en synths in een innige verstrengeling, die naar zowel Afghan Whigs als Massive Attack neigt, zoals te horen valt in openingstrack “Death’s Head Tattoo”. Het blijkt het begin te zijn van een sfeervolle zitting in tien donkere hoofdstukjes, die niet veel tijd nodig hebben om de luisteraar aan zich te binden.
“First Day of Winter” klinkt zoals dat seizoen wanneer je je er door laat overvallen: kil, ijl, een beetje fascinerend en tegelijk niet echt geruststellend. Een zachte geprogrammeerde beat stuwt het nummer stapvoets door de grote leegte, waar backing vocals als spookwinden opduiken. Dit is de Lanegan die bijna twintig jaar geleden Scraps at Midnight afleverde en vaststelt dat er sinds dat meesterwerkje nog niet veel reden tot vrolijkheid opgedoken is.
Een heel ander geluid brengt “Drunk on Destruction”, dat dezelfde benevelde euforie in zich draagt die ook “Sideways in Reverse” eerder zo aanstekelijk wist te maken. Alleen jammer van die onnozele fade-out. Een nummer als dit verdient een beter einde.
Laat dat echter kritiek in de marge zijn, die de kwaliteit van de plaat niet in het gedrang brengt. Want daar bestaat geen twijfel over: hoewel dit album niet dezelfde catchy trekjes heeft als Bubblegum, biedt Gargoyle twee sfeervolle, muzikale donderwolken die dagenlang blijven achtervolgen.
Mark Lanegan Band zorgt op donderdag 29 juni voor sfeer en gezelligheid in The Barn op Rock Werchter.