In Brussel gooide Hamilton Leithauser de tracklist van zijn laatste elpee danig dooreen, maar toch klonk zijn band bijna net zoals op plaat. Had u dan beter thuis een cd’tje opgezet in plaats van naar de hoofdstad te karren? Zeer zeker niet, want deze man stáát er.
Met I Had A Dream That You Were Mine heeft Hamilton Leithauser een van de fijnste indieplaten van het afgelopen jaar gemaakt, en daar zat ene Rostam Batmanglij (ex-Vampire Weekend) zeker voor iets tussen. Niet alleen heeft Rostam aan alle songs meegeschreven, bovendien zorgde hij als producer ook voor een loepzuiver geluid dat de indrukwekkende stem van Leithauser nog beter tot zijn recht doet komen. Hoewel diezelfde Rostam in de Brusselse Botanique schitterde door afwezigheid, deed de charismatische Leithauser er gisteren alles aan om dat te doen vergeten: natuurlijk is ‘s mans strot zijn voornaamste wapenfeit, maar het dient gezegd dat ook zijn podiumprésence er niet naast is. Al neigde het gedrag van de imposante frontman af en toe ook naar arrogantie wanneer hij doelbewust de blikken van het publiek probeerde te vermijden, en kon er enkel tijdens “I Retired” (een nummer vanop Black Hours uit 2014) een glimlach van af. Ach wat, daaraan zullen de aanwezige fans zich niet gestoord hebben, want zij kwamen voor straffe vertolkingen en die kregen ze ook.
Zo bouwde Leithauser zijn set gestaag op met eerst een sfeervol “Sick As A Dog” en een ingehouden “The Morning Stars”, om daarna alle registers open te trekken en achtereenvolgens de kleppers “The Bride’s Dad” en “A 1000 Times” op de Rotonde af te vuren. Daarmee bereikte het optreden al heel vroeg een climax, die de groep enkel nog wist te evenaren tijdens het refrein van het met aandoenlijk gitaargetokkel opgeluisterde “In A Black Out”. Niet dat de rest van de avond een slaafse reproductie van I Had A Dream… bracht, maar de echoënde samples van “When The Truth Is…” verraadden toch dat de band — terecht — zo trouw mogelijk probeerde te blijven aan het album. Enkele schoonheidsfoutjes niet te na gesproken, lukte dat overigens wonderwel, mede met dank aan het enthousiasme van de drummer. En dankzij Leithauser zelf natuurlijk, die de handen moeiteloos op elkaar kreeg met zijn langgerekte gil op het einde van “Peaceful Morning”.
Tussendoor trakteerde hij de Botanique ook nog even op wat minder recent werk uit zijn solodebuut Black Hours, zoals “Alexandra” en “11 O’Clock Friday Night”. Ook bij die nummers ging hij voluit, maar tegelijkertijd was het onmiddellijk duidelijk dat ze niet van hetzelfde kaliber zijn als de songs die uit de samenwerking met Rostam zijn voortgesproten. Nee, geef ons dan maar de opzwepende afsluiter “Rough Going (I Won’t Let Up)”. Beste meneer Batmanglij, zakt u volgende keer ook naar Brussel af?