Angström :: ”Geef ons een stopcontact en we spelen”

Enkele jaren geleden vonden laptopminnaar Thomas Moons en chansonliefhebster Gudrun Roos elkaar om daarna geduldig enkele jaren op een eigen sound te broeden. Nu heeft het duo, na een proces van herbeginnen en heruitvinden, eindelijk zijn debuutplaat uit. En van die niet zo voor de hand liggende samenwerking moesten wij uiteraard het fijne weten.

enola: hoe zijn jullie bij elkaar terechtgekomen?
Gudrun Roos (zang):“Ik had jaren geleden al eens met een andere groep in Thomas zijn studio gezeten.”
Thomas Moons (multi-instrumentalist, producer):“Ik had Gudrun zo dus al horen zingen. Later kwam ik haar tegen op een feestje en stelde ik voor eens iets samen te doen. Ik had een techno-project en vroeg haar of ze daarvoor eens iets wou inzingen. Dat klonk echter heel raar. Het was techno met daarbovenop de stem van Gudrun. . De twee werden geen mooi geheel. Haar en mijn stijl bleven naast elkaar lopen. Toen zijn onze wegen weer uit elkaar gegaan. In de periode erna heb ik veel bijgeleerd en met andere programma’s en muziek leren werken, piano leren spelen. Ik heb twintig jaar in de elektronica en dj-wereld gezeten, en ik begon dat wel wat beu te worden, muzikaal gezien. Daardoor begon ik een heel ander soort nummers te maken, en heb ik Gudrun gevraagd of ze het niet nog eens wou proberen. En met die nieuwe dingen klikte het gelukkig wel direct. Maar eigenlijk heeft het in totaal dus wel drie jaar geduurd voor we iets hadden waar we ons allebei in konden vinden.”
Roos:“Het is niet dat we dachten: “Oh we gaan een band oprichten.” Eerst was er dat ene nummer. En dan heeft het weer even geduurd voor we iets vonden waar we allebei tevreden over waren.”
Moons:“En plots zit je elke week een nummer te schrijven. En dan zijn we wat met verschillende soorten stijlen beginnen te experimenteren. Ook popmuziek. Voor mij is Arsenal echt wel een voorbeeld. Hoe zij live elektronische muziek brengen vind ik echt knap.”
Roos:“Maar wij hebben inderdaad elk onze eigen invloeden en komen uit heel andere werelden.”
enola: Als je uit de elektronicawereld komt, is het dan niet moeilijk om plots echt nummers te moeten beginnen maken?
Moons:“Gudrun heeft jazzopleiding in Gent gedaan en heeft dat beter in de vingers. Zij schrijft de nummers eerst kaal op piano, en daarna prutsen we daar een tijdje aan in de studio. Onze nummers hebben wel deels een popstructuur, maar die mogen ook wel eens gebroken worden.”
Roos:“Ik vertrek van een melodie in mijn hoofd, en dan kom ik enthousiast aankloppen bij Tom en vraag of ik nog eens naar zijn studio mag komen (lacht). Maar ik vind het ook wel tof om die strofe-refreinstructuur wat achterwege te laten.”
Moons:“Een nummer moet eerst wel altijd goed onderbouwd zijn. Het moet op zichzelf kunnen staan, ook al steek je er elektronica in. Mensen moeten er ook nuchter naar kunnen luisteren.”
Roos:“Die nummers betekenen ook echt iets voor mij, en ik wil dat ook overbrengen.”
Moon:“Gudrun is heel goed in verhalen vertellen. Als je daar naar luistert ben je soms een beetje bang, soms een beetje triest en soms een beetje blij (lacht).”

enola: Gudrun, jij hebt in het verleden onder andere nummers van Edith Piaf gezongen. Hoe anders is het om met je eigen teksten op een podium te staan?
Roos:“Dat is eigenlijk niet zo’n aanpassing geweest, omdat ik er echt op zat te wachten om eens met mijn eigen nummers naar buiten te komen.”
Moon:“Ik denk dat je meer iets had van “eindelijk”, niet?”
Roos:“Ja zeker. Pas op, het is niet dat ik mijn eerst tekst al met Angström in gedachten schreef. Maar ik vind het wel echt een opluchting dat ik nu alles wat in mijn hoofd zat, dingen die al vijf jaar in mijn schriftje stonden, naar buiten kan brengen. Zeker als je dan met iemand werkt met wie je echt een muzikale klik voelt. We halen het beste in elkaar naar boven maar laten elkaar ook een zekere ruimte. En dat voelt gewoon heel goed.”
Moon:“En ook naast het muzikale houden we veel rekening met elkaar. Ik ga al even mee in de muziekwereld en ik ben al heel veel uitgescheten, wij willen met Angström geen stress opleggen aan onszelf. Als je eens niet kunt repeteren of optreden, gaan wij daar niet over ruziën. Vorige week hadden we bijvoorbeeld afgesproken in de studio de dag na Gudruns verjaardag, maar eigenlijk wisten we allebei wel al op voorhand dat dat niet realistisch was.”
Roos:“Ik had een kater, uiteraard (lacht)”.
enola: Is dat een verschil tussen op latere leeftijd iets beginnen en je eerste projecten?
Moon:“Ik zit in bandjes sinds ik veertien jaar oud was. En bijna al die bandjes zijn uit elkaar gegaan omdat niet met iedereen rekening gehouden werd. Nu zeg ik: “Als een bassist iets langer nodig heeft om een partij onder de knie te krijgen, laat die toch doen. Volgende week gaat dat net zo goed zijn.” Daar hoef je geen ruzie om te maken.”

enola: Jullie spraken daarjuist over hoe jullie elk jullie eigen muzikale invloeden en achtergrond hebben. Hoe zorg je dan dat je die als groep uiteindelijk ook overstijgt?
Roos:“Eigenlijk was de plaat vorig jaar al klaar, maar we zijn heel blij dat we die toen niet uitgebracht hebben. We hadden het allebei te druk met andere projecten en dan zijn die nummers blijven liggen. Daardoor namen we ook wat afstand van wat we toen gemaakt hadden. Tom heeft veel bijgeleerd in die periode, ik heb veel opgetreden en daardoor mijn stem ook ontwikkeld. Pas daarna, in de zomer, hadden we het gevoel dat we er klaar voor waren.”
Moon:“Toen hebben we het album eigenlijk nog eens gemaakt. Ik was zo onder de indruk over hoe haar stem zich ontwikkeld had, dat ik haar alles nog eens heb laten inzingen (lacht).”
Roos:“We hebben dus eigenlijk echt wel twee jaar nodig gehad om tot iets te komen waar we tevreden van waren.”

Moon:“Je kan zo bezig blijven natuurlijk, maar je moet zo’n opnameproces ook durven afsluiten. Dan verander je iets aan één nummer, en dan begin je met hetzelfde idee ook aan andere nummers te prutsen. Maar uiteindelijk moet je wel een plaat klaar hebben met elf nummers die af zijn.
enola: Zijn jullie perfectionisten?

Moon:“In muziek kan je denk ik nooit een echte perfectionist zijn, want anders breng je nooit iets uit. Je moet op een bepaald moment kunnen zeggen: “Dit is waar we nu zijn, wat we nu doen, en dat gaan we uitbrengen.” En dan kunnen mensen het goed vinden, of niet.”

Roos:“Ik heb dat met mijn zangpartijen ook. Je kan altijd takes blijven doen en denken dat de volgende de beste zal zijn. Maar uiteindelijk draait het er om dat je overbrengt wat je wilt zeggen, en niet per se dat je perfect de noot haalt.”
Moon:“Gudrun zong daarjuist een fout, maar we hebben het er toch laten insteken want op dat moment kreeg ik kippenvel.”

enola: Toen ik jullie eerste nummers hoorde, twee jaar geleden, hoorde ik heel veel triphop. Nu klinken de nummers warmer, op een bepaalde manier, klopt dat?
Roos:“Ik denk dat als mensen de plaat gaan horen dat ze niet meteen aan triphop gaan denken. Bij “Inhale” kan ik het mij nu nog wel inbeelden, door de zangstijl, maar de andere nummers…”
Moon:“Dat genre is in het begin wel een beetje op de groep geplakt. Het liefst ben je natuurlijk je eigen stijl, maar tegelijk is het wel handig als mensen ook wat gevoel van herkenning hebben.”
enola: Moeten mensen vooral dansen op of vooral luisteren naar jullie muziek?
Moon:“Het gaat een feest worden op onze manier.”
Roos:“Ik vind het moeilijk om te zeggen, want ik vind het ook tof om te weten dat je de plaat ook thuis kan opzetten en wat kan wegdromen. Maar het moest ook muziek zijn waarvan je zin krijgt om te gaan feesten, en live spelen is echt wel heel belangrijk voor ons. Ik kan in ieder geval niet stilstaan op een podium. Maar mensen mogen uiteindelijk doen wat ze willen. (lacht)”
Moon:“Het zal ertussenin zijn. Je kan zeker ook gewoon thuis in de zetel naar de plaat luisteren.”

enola: Hebben jullie makkelijk een podium gevonden voor jullie muziek?
Roos:“We hadden wel al wat contacten via vroegere projecten.”
Moon:“We hebben ook veel steun gekregen van vi.be bijvoorbeeld.”
Roos:“Maar we hebben van bij het begin wel veel opgetreden.”
Moon:“We hebben geen enkele criteria waarom we niet zouden spelen. Je moet gewoon gemotiveerd blijven. We zijn ook volledig onafhankelijk, zowel qua materiaal als qua organisatie. Als we een stopcontact hebben, zijn we vertrokken. Maar dat betekent wel dat je zelf ook veel mensen moet aanspreken met de vraag of je ergens mag spelen.”
enola: Biedt internet op dat vlak nieuwe mogelijkheden die er vroeger niet waren? Jullie hebben ook veel nummers op Youtube, Soundcloud en vi.be staan.
Roos:“Ja, maar dat zorgt toch vooral voor heel veel aanbod.”
Moon:“Iedereen zet nummers op internet natuurlijk. Uiteindelijk draait het er toch vooral dat je zélf naar een cafébaas stapt of zélf een zaal regelt. En het is niet zo dat al mijn Facebookvrienden naar een optreden gaan komen omdat ik daar op mijn profiel reclame voor maak.”
Roos:“Er is een enorm aanbod, en eigenlijk moet je daardoor gewoon terug naar de kern. Je wilt uiteindelijk toch het liefst dat iemand je album van A tot Z luistert. Niet dat het een conceptalbum is, maar er zit toch wat een verhaal in, in ieder geval voor mij. Het is leuk als iemand op Youtube een filmpje van je aanklikt of je single beluistert op Spotify, maar blijft dat dan hangen? Pas op, ik doe dat ook hoor. Maar soms dwing ik mezelf ook het hele album eens volledig te beluisteren.”
Moon:“Ik las onlangs dat er op iTunes 32 miljoen nummers staan, en daar zitten jouw tien nummers dan ook ergens tussen. Maar we doen het gewoon oprecht graag. Dus maak je een plaat. En daarna nog één. Ik maak nog altijd even graag muziek als op de eerste dag dat ik een gitaar kreeg. Alle interessante dingen in mijn leven zijn gebeurd door muziek. Ik zou me geen ander leven kunnen voorstellen.”
enola: Is die intense beleving van muziek niet ook wat verloren aan het gaan met die streamingcultuur?
Moon:“Ik heb een twintigtal platen die nog altijd dwars door mij heengaan omdat ze zoveel voor mij betekenen. Ik weet niet of dat voor een jongere generatie nog geldt. Het zal wel wat van de leeftijd afhangen. Met een van mijn vorige projecten deelde ik cd’s uit aan de inkom van de zaal waar we optraden, en nu gaan we dat met Angström opnieuw doen. En af en toe kwam er dan een jonge gast bij mij die niet wist wat hij daarmee aan moest. (haha) Een cd-speler, dat is iets van hun ouders.

enola: In België botsen bands nogal snel op de taalgrens. Ligt dat voor een Brusselse band anders?
Moon:“Wij gaan dat zeker proberen te doorbreken. Wat een gedoe ook: België is al maar vijf franc groot, en dan zou je je nog moeten beperken tot de helft daarvan.”
Roos:“De goesting is er nochtans aan beide kanten. Veel Franstalige bands willen niets liever dan in Vlaanderen spelen, en omgekeerd.”
Moon:“We willen gewoon spelen, waar is daarbij niet relevant. Ik heb al een heel stuk van de wereld kunnen zien door muziek, en dat is geweldig. Of dat nu in Wallonië of in Duitsland of elders is.”
enola: Is er een soort “scene” in Brussel?
Roos:“Ken je De Bunker? Daar leeft wel veel. Maar Brusselse bands spelen heel veel in Brussel zelf en het is soms moeilijk uit die stad te breken. Alles is hier gemengd qua mensen, dat is wel tof. Maar een podium vinden is niet altijd makkelijk.”
enola: En heeft de negatieve manier waarop Brussel de laatste tijd in beeld komt een invloed daarop?
Roos:“Ik denk van niet. Dat beeld komt ook vaak van mensen buiten Brussel. Terwijl ik vind dat Brussel de laatste maanden nog maar zelden zo gelééfd heeft.”
Moon:“Hoe meer mensen zeggen dat het ergens slecht gaat, hoe harder de underground er bloeit.”

https://www.facebook.com/weareangstrom/?fref=ts
https://soundcloud.com/angstrom-band

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

verwant

Angström :: The Echoes Of My Mournful Song

Wat krijg je als twee muzikanten naast de pot...

ENOLA VI.BE :: Angström

Maandelijks selecteert enola.be op vraag van Poppunt een aanstormend...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in