Treurwilgen aller landen, verenigt u. Mark Eitzel heeft een nieuw album uit.
In de late jaren ‘80 en vroege jaren ‘90 bracht Mark Eitzel met zijn toenmalige band American Music Club een aantal albums uit die weliswaar lovend onthaald werden maar die het grote publiek links liet liggen. Platen als Everclear (1991) en Mercury (1993) zorgden voor een tegengewicht voor de grungetsunami die toen de muziekwereld overspoelde. American Music Club maakte muziek die bol stond van de pathos en waar de lyriek van Eitzel uiting gaf aan diens sombere gemoed. Het waren werkstukken waarin de getroebleerde frontman zijn tristesse en weltschmerz probeerde te kanaliseren. Het gebrek aan succes betekende uiteindelijk het einde van de band — al zou ze een decennium later wel weer even uit haar as herrijzen — en Mark Eitzel begon aan een solocarrière.
Met Hey Mr Ferryman is Eitzel ondertussen toe aan zijn twaalfde soloalbum. Een toevallige ontmoeting van Eitzels manager met voormalig Suede-gitarist Bernard Butler aan de schoolpoort leidde er uiteindelijk toe dat laatstgenoemde niet alleen de rol van producer op zich nam, maar ook het merendeel van de instrumenten (gitaar, bas, piano, percussie) voor zijn rekening nam. Hoewel dat op het eerste zicht misschien een ongewone combinatie lijkt te zijn, slaagt Butler er uitstekend in om de weemoed uit de songs te distilleren.
Want nieuwe zieltjes zal Eitzel er ook met Hey Mr Ferryman niet bij winnen. Noch de verhuis van zijn heimat in San Francisco naar de warmere oorden van Los Angeles, noch de zware hartaanval die hem een aantal jaren geleden velde, zorgden voor een richtingsverandering in het oeuvre van de Californiër. Dit is muziek die past bij het donkerste uur van de nacht, wanneer enkel de stamgasten met een gebroken hart nog aan de toog hangen. Waar hoe later op de avond het wordt, hoe groter de waarheden zijn die naar boven komen.
Het album begint met een binnenkomer van formaat. “The Last Ten Years” roept herinneringen aan het beste van American Music Club op. De stem van Eitzel klinkt nog altijd warm en zacht als honing, de instrumentatie begint ingetogen maar krijgt later de kans om er wat steviger tegenaan te gaan. “Spent the last ten years / Trying to waste half an hour” zingt Eitzel in een veellagig refrein. Het nummer is echter niet representatief voor de rest van het album, dat op muzikaal vlak vooral rust uitstraalt. Butler toont zich meester van de beheersing. Enkel die instrumenten die strikt noodzakelijk zijn worden bespeeld. Thema’s als liefde (“An Answer”), het leven van een muzikant op tournee (“The Road”) of de dualiteit van de Amerikaanse samenleving (“In My Role As Professional Singer And Ham”) of zelfs een tv-figuur (“Mr Humphries”) worden behandeld. Eitzel blijft de getroebleerde chroniqueur van de emoties.
Alleen blijkt het merendeel van de nummers net dat ietsje minder te blijven hangen. Ze klinken goed en luisteren aangenaam weg, maar ze missen dat tikkeltje extra. “An Angel’s Wing Brushed The Penny Slots” — goeie, ongewone titels verzinnen blijft wel een sterk punt van Eitzel — zou een hele goeie song geweest zijn, als ze aan de verleiding hadden kunnen weerstaan om dat irritante tik-tikgeluid weg te laten, ook al past het bij de tekst. Nog beter dan gemiddeld is “La Llorona”, het meest uit de kluiten gewassen nummer van de plaat. Ten slotte begon het album niet alleen met een hoogtepunt, ook helemaal op het einde staat er nog een: “Sleep From My Eyes” is een slepend en slaperig liefdesliedje.
Mark Eitzel is nog altijd de archetypische vertolker van het alternatieve Amerikaanse levenslied. Ook Hey Mr Ferryman staat weer vol melancholische, donkere nummers. Het is misschien niet zijn beste album geworden, maar zelfs een gewoon goeie Eitzel steekt nog boven het gemiddelde uit.