Car Seat Headrest :: Teens Of Denial Het was zeker niet het jaar van de gitaren, misschien daarom dat de vlammende indierock van Will Toledo zoveel deugd deed. Buitengewoon plezant plaatje.
- Radiohead :: A Moon Shaped Pool Het is natuurlijk makkelijk om een nieuwe Radiohead automatisch bij de beste platen van het jaar te rekenen, maar de schoonheid van A Moon Shaped Pool is onweerlegbaar. Een kwetsbaar album, dat er in slaagde om oude en nieuwe fans te verzoenen — op zich al een straffe prestatie.
- The Slow Show :: Dream Darling De foutloze opvolger van hun al behoorlijk indrukwekkende debuut van een jaar eerder. Flirtend met bombast maar tegelijkertijd doordrongen van fluwelen intimiteit. The Slow Show is een groep die heel traag groeit, het is hopen dat dat nog enkele albums zo blijft.
- Bon Iver :: 22, A Million Justin Vernon trok de lijn van zijn experimentele samenwerkingen met Kanye West en James Blake door naar het derde Bon Iver album en kwam zo uit bij zijn persoonlijke Kid A: tegendraads, maar toch herkenbaar. De elektronica, de vocoder-effectjes en de saxofoon liggen mijlenver van Emma en de boshut in Wisconsin, maar het avontuur loont.
- Daughter :: Not To Disappear Daughter is gegroeid, vrij letterlijk zelfs: het instrumentarium is uitgebreid, het geluid werd aangedikt en de muzikale grenzen zijn merkbaar verlegd. Dat zijn behoorlijk grote stappen, maar ze zorgen ervoor dat de band helemaal op kruissnelheid komt.
- Nick Cave and The Bad Seeds :: Skeleton Tree Zo schoon kan verdriet klinken. Een tijdloze rouwplaat, zo zal ooit blijken.
- Anderson .Paak :: Malibu Het is bijna onbegonnen werk om de stijlen op te noemen die Paak verenigt op Malibu, maar laat ons het houden op een zomerse blend van soul, funk, jazz, disco, hiphop en R&B, met een vleug gitaarpop hier en een streep reggae daar. Een onweerstaanbaar album, een fenomenale live-act en een veelvoud aan nevenprojecten en samenwerkingen; Anderson .Paak was een van de bepalende artiesten van 2016 en wordt een superster in 2017.
- The Lemon Twigs :: Do Hollywood De broers Brian en Michael D’Adarrio steken hun ambitie niet weg op hun debuut: de melodieuze weelde, de overvloed aan arrangementen en de vette knipogen naar de grootste popiconen uit de jaren 60 maken van Do Hollywood heel wat om te slikken, maar toch vervalt het duo niet in rommelige overdaad. Integendeel, de twee multi-instrumentalisten houden hun rollercoaster vakkundig op de sporen.
- Angel Olsen :: My Woman Geen breekbare folknummers meer, wel geslepen popsongs en opvliegende retrorock. Een onverwachte verandering van koers, maar het pad van Angel Olsen oogt ineens een stuk spannender.
- James Blake :: The Colour In Anything Over een ongelukkige timing gesproken: The Colour In Anything belandde helemaal in de schaduw van A Moon Shaped Pool dat twee dagen later uit het niets verscheen. Maar de schaduw is waar James Blake zich het comfortabelst voelt. Een stem waar andere artiesten een bal voor zouden afgeven, verschuilt hij meer dan ooit achter digitale filters, donkere beats en vreemde samples. Contrair en grillig, maar ook fascinerend en bij momenten bloedmooi.
- Villagers :: Where Have You Been All My Life? Conor O’Brien kleurde twaalf (vooral eigen) songs opnieuw in — met enkele laagjes minder, maar dat maakt dat de zachte tinten er alleen maar mooier uit komen. Een meesterlijke ode aan de bescheidenheid.
En een aparte vermelding voor het beste coveralbum van het jaar:
Live het meest genoten van Daughter (Trix), Tamino (Café Cabron en Closer/dichterbij) en The Slow Show (Rotonde). In een jaar waarin de sterfelijkheid van muzikale helden nog pijnlijker duidelijk werd, ook heel erg blij geworden bij de nog levende legendes Van The Man (Lokerse Feesten), McCartney (Werchter) en The Boss (TW Classic). En wat die TW Classic betreft: The Van Jets was wellicht de beste niet-headliner die ze daar ooit gehad hebben.
In 2017 had ik graag: een prachtig debuutalbum voor Tamino, een wereldhit voor de Brusselse knapen van Alaska Gold Rush, één keer een goede zaal in plaats van om de twee jaar een slechte voor Bob Dylan en het besef dat relevante nostalgie niet hetzelfde is als het tot in den treure blijven opvoeren van gedateerde jaren 90 drab voor Herman Schueremans.
En omdat het niet altijd positief moet zijn: het slechtste nummer van 2016 was zonder twijfel de cover van Stand By Me die Florence + The Machine durfde uitbrengen en de titel van Grootste Algemene Teleurstelling gaat dit jaar naar The Last Shadow Puppets. Zo veel plezier ze hadden in 2008, zo veel tegenzin leken ze te hebben in 2016. Dan waren the first Shadow Puppets beter.