Op de valreep hebben we nóg een plaat gevonden voor in de eindejaarslijstjes. Verantwoordelijke daarvoor is Bart Desmet, alias Barst, die op The Western Lands drie jobs lijkt te combineren: gitarist, klankenkunstenaar en orkestleider.
Geluidsbricoleur wordt zo’n muzikant ook wel eens genoemd. Eigenlijk is dat een negatief geladen woord voor iemand die zo’n indrukwekkende plaat in elkaar knutselt, dirigeert en zelf ook grotendeels inspeelt. Sterker zelfs, The Western Lands is een ervaring op zich. Onze eerste kennismaking met de unieke sound gebeurde in de Consouling Store, de winkel van het gelijknamige label waarbij Barst getekend heeft. Desmet kreeg toen het gezelschap van gastmuzikant Nicolas Van Meirhaeghe (Empusae) op percussie en synths en gastmuzikante Tokyo Oyo (op de foto naast Desmet) op bas, viool en saxofoon. Het resultaat was pure magie, mede omdat metal en elektronica op een fascinerende manier aan elkaar worden gelast.
En zo is The Western Lands ook magisch. De plaat bestaat uit twee lang uitgesponnen composities van een dikke twintig minuten. Geen traditionele songstructuren dus, wel langgerekte soundscapes. Naast Van Meirhaeghe en Tokyo Oyo kreeg Desmet, die zelf gitaar, synth, stem en bas voor zijn rekening neemt, ook hulp van Herr Man (bas), An-Sofie De Meyer van FÄR en Dehn Sora (beiden leveren een vocale bijdrage), Mathieu Mathlovsky, Mike Armine (Rosetta) en topdrumster Karen Willems. Luistertip: schuif dit album ’s nachts in de cd-lader van uw wagen — bij voorkeur als u bijna alleen op de autostrade rijdt.
Tijdens de eerste drie minuten van het eerste nummer worden de gitaarlagen meteen steeds dikker gestapeld. Dankzij de percussie van Willems — na goed tien minuten — komt het geheel krijgshaftig over, en na meer dan een kwartier wordt dat eerste nummer nog opzwepender en dramatischer. De bombastische sound wordt steeds indrukwekkender tot de laatste vijf minuten de perfecte outro vormen.
Hap even naar adem voor deel twee start, want dat is nog imposanter. Deze stevige brok melancholie wordt eerst zacht opgebouwd met wat je postrockgitaren kan noemen. Daarna worden de dystopische technobeats van Mathlovsky samen met de screams van Armine steeds dominanter. Na zeven minuten wordt de industrial helemaal gloeiend heet dankzij verschroeiende gitaren. Deze laten de compositie overvloeien in een tragische melodie die de song samen met de percussie naar een climax leidt. Die climax wekt de indruk van een hoopvol, louterend licht aan het einde van de tunnel waarop nog een drumslag volgt en dan denk je dat het afgelopen is. Niet dus; een voortkabbelende riff leidt het einde in. De aftiteling van deze filmische plaat kan (in ons hoofd) beginnen.
Screams, techno, shoegaze, ambient, drone, metal, alles wat je kan bedenken zit verscholen in The Western Lands. Toch gaan al deze stijlen vlot in elkaar over, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Het is dan ook de verdienste van producer van dienst Tim De Gieter dat dit huzarenstukje tot stand kon komen. Deze plaat is misschien niet bestemd voor radio, maar zeer zeker geschikt als soundtrack voor een (kort)film. Barst zorgt voor een van de meest bevreemdende en opmerkelijke sounds die we dit jaar gehoord hebben. Een intense trip waarin ongetwijfeld bloed, zweet en tranen zitten. De plaat is opzwepend en afmattend, maar gelukkig ook sfeervol. Ook live kan Barst in deze setting niet anders dan een intense belevenis zijn.