Narwal is de derde graphic novel van Wide Vercnocke. Eigenzinnig en volstrekt uniek. Het nieuwe album blijft herkenbaar maar toont ook een opmerkelijke evolutie.
Sinds 2013 bouwde illustrator Wide Vercnocke ook al een opvallend oeuvre van drie graphic novels uit. Zijn debuut Mijn Muze ligt in Zetel was bij uitstek een poëtische vertelling waarin de plot flinterdun was en vooral diende om emoties en associaties weer te geven. Met Wildvlees en zeker nu met Narwal legt hij al meer nadruk op het vormgeven van een overtuigend universum binnen zijn verhalen. Zo is het hoofdpersonage uit Narwal een materiaalmeester van een atletiekclub. Na een blessure moest hij zijn carrière als speerwerper stopzetten. Hij raakt helemaal in zichzelf gekeerd, tot hij op een dag een atlete begluurt. Zij ziet de tragiek van zijn lot en raadt hem aan contact op te nemen met een sjamaan die hem kan helpen. Doorheen het album geeft de sjamaan ons (en de materiaalmeester) aan de start van elk hoofdstuk een wijze les mee. Met deze elementen bouwt Vercnocke op zijn vertrouwde associatieve manier een wereld op waarin de tragiek van de materiaalmeester en zijn verloren speer verbonden wordt met het beeld van een narwal, de iconische diersoort met de lange tand die als een speer uit de mond steekt.
De evolutie van Wide Vercnocke is indrukwekkend. In zijn debuut had hij nog zichtbaar meer moeite met het verhalende aspect in zijn tekeningen. Hij bouwt in Narwal nog meer zijn pagina’s als een verhalend geheel op, en niet langer via het samenbrengen van losse illustraties. Expressieve figuren en opvallende close-ups blijven een grafisch handelsmerk van deze Brusselaar en alumnus van de opleiding aan Sint-Lukas. Ook visuele transformaties van personages keren in Narwal terug. Vercnocke lijkt een eigen striptaal ontwikkeld te hebben die alleszins binnen Vlaanderen geen gelijke heeft.
Al van bij zijn debuut in 2013 vond Wide Vercnocke onderdak bij het Antwerpse Bries. Sinds jaar en dag heeft dit kleine huis van vertrouwen een fijne neus voor nieuwe talenten en uitzonderlijke projecten. Zo was het bij Bries dat Willy Linthout in eerste instantie zijn markante Het Jaar van de Olifant onderbracht en ook Hanco Kolk zorgde voor een voorpublicatie van zijn vierde deel van Meccano via Bries. Met Narwal zorgde de uitgever voor alweer een stijlvolle uitgave die dit bijzondere verhaal een passende vorm schenkt.
Met de narwal heeft de auteur een dier gevonden dat goed de tragiek van de personages verbeeldt. Tegelijk is dit dier een visueel sterk beeld met de lange tand. Op de cover werkt Vercnocke met een aantal narwallen dit beeld uit door de titel erin te verwerken via al hun tanden. Hopelijk helpt de sterke cover om een breder publiek met het werk van deze auteur te laten kennismaken. Ook al publiceerde hij de afgelopen jaren al drie opvallende albums, toch blijft zijn bekendheid nog redelijk beperkt in verhouding tot andere jonge Vlaamse stripmakers die de afgelopen jaren opgang gemaakt hebben in eigen land én het buitenland. Uiteraard speelt het wat specifieke karakter van albums als Narwal een rol in deze nog beperkte respons van het lezerspubliek. Wij hopen dat de straffe evolutie die Vercnocke in drie albums al doorgemaakt heeft, mag blijven duren en dat wij daar als lezers getuige van kunnen blijven.