Verkoopspraat van een platenlabel dient doorgaans met een kilootje zout te worden genomen, maar wanneer Transgressive stelt: “Every now and then you hear a new voice and little else seems to matter. Julia Jacklin’s is one such voice”, kunnen we enkel een hautaine kennersblik opzetten en summier van ja knikken.
Het is door de deur die landgenoten als Courtney Barnett en King Gizzard open beukten dat nu Julia Jacklin komt gewandeld. De Australische schrijft weliswaar al even muziek maar zonder veel ruchtbaarheid, waarbij ze op de koop toe veroordeeld was tot een afstompende job aan de fabrieksband. Dat zal niet langer nodig zijn, nu Jacklins debuut Don’t Let The Kids Win gretig lijkt mee te profiteren van een Australische muzikale heropleving.
Door haar nationaliteit wordt ze dikwijls in een adem genoemd met Courtney Barnett, maar verder dan dat dient die vergelijking niet te gaan. Het grungy karakter is ook bij Jacklin aanwezig, maar niet prominent. Zij haalt de mosterd vooral bij de muzikale nalatenschap van de Zuidelijke Verenigde Staten. Dolly Parton, Emmylou Harris en recenter Angel Olsen — tenminste voor deze de bombast opzocht — zijn wat dat betreft meer aanvaardbare referenties. Zo doet albumopener “Pool Party” onmiddellijk terugdenken aan “Unfucktheworld” van laatstgenoemde. Net als Olsen beschikt Jacklin over een stem die engelachtig boven de instrumentatie uit zweeft, maar ongenadig kan uithalen wanneer dat moet. Een moeiteloos hoog stembereik dat extra naar de voorgrond wordt gebracht door een spaarzame instrumentale begeleiding, wat in schril contrast staat met de naar hartenlust feedback gevende gitaren van Barnett.
Hoewel de nummers stilistisch variëren tussen folk en alt-country, lijken ze allemaal dezelfde thematische hoeksteen te bevatten: de persoonlijke tocht naar volwassenheid, en (het uitblijven van) de daarmee gepaard gaande opportuniteiten. Dikwijls met een snuifje absurditeit eraan toegevoegd, maar in het algemeen concreet en glashelder. Zo verwoordt “Pool Party” een romance die kreunt en kraakt onder het druggebruik van een van de partners. Het bloedstollend mooie “Elizabeth” gaat dan weer over het naar obsessie nijgende engagement van een bevriende podiumkunstenares en “Coming Of Age” doet exact wat de titel aankondigt: Jacklin laten mijmeren over het voorbijvliegen van haar jeugd. Het lijkt allemaal op zijn minst autobiografisch en wellicht therapeutisch, waarbij het refrein van de titeltrack een berustende maar weinig optimistische conclusie inhoudt: “I’ve got a feeling that this won’t ever change/We’re gonna keep on getting older/It’s going to keep on feeling strange.”
Don’t Let The Kids Win introduceert een doodeerlijke en doorleefde singer-songwriter. Een zogenoemde oude ziel in een jong lichaam, die haar sterktes — stem en schrijverschap — kan laten floreren in verschillende settings. “I’ve got a feeling that this won’t ever change”, sakkert Jacklin. Met een hautaine kennersblik durven wij haar toch een mooiere toekomst voorspellen.