Barely Autumn, de band rond zanger/muzikant Nico Kennes (Mosquito, Illuminine), werkt momenteel – in complete isolatie te midden van de Ardense bossen – aan haar debuutplaat. Op enola verneem je op gezette tijden hoe het hen daar vergaat.
Dag 5
Dagen en nachten begonnen stilaan door elkaar te lopen. Ons bioritme had zich aangepast aan het feit dat we amper zonlicht zien vanuit de studio, en dat nachtelijke zangtakes – met een wijntje of drie achter de kiezen – kennelijk een stuk karaktervoller klinken.
De enige vorm van “patroon” die we proberen aan te houden, was om twee-dagelijks een toertje door het bos te lopen. Reden genoeg voor Wouter (die zichzelf intussen de roepnaam Loopmeister had toegekend, zij het wegens muziektechnische redenen) om een aantal lugubere anekdotes op te rakelen over mensen die in nabijgelegen bossen verdwaalden, en nooit werden teruggevonden. Hij was overigens ooit zelf nipt ontsnapt aan dat noodlot, zo bleek.
Over ‘noodlot’ gesproken… Toen we terugkwamen van het joggen ontdekten we dat er mensen begraven liggen naast de oprit van de studio! Halloween is al eventjes gepasseerd, maar qua (Indian) burial ground-spookiness kan dit wel tellen vond ik.
Dag 6
Maar goed, misschien moeten we het nog eens over onze opnames hebben. Die begonnen gaandeweg hoe langer hoe vlotter te verlopen. Meestal beginnen we de dag hier met enkele fikse gitaartakes (na ons rituele omelet-met-ui-ontbijt natuurlijk). En op dag zes verliepen die opvallend vlot. Zo stond de gitaarpartij van “Coming Home” – na het sleutelen aan de afstellingen – er in één take op.
Vervolgens nuttigen we rond een uur of vijf ’s namiddags een broodmaaltijd of snelle warme hap. Om daarna onder de mantel der duisternis verder te werken aan de vocals. Sommige zangers kappen elke zin in kleine stukjes, om uiteindelijk middels veel knip- en plakwerk de “perfecte” lijn te bekomen. We hadden al snel door dat niet the way to go is voor Barely Autumn. Doe mij maar: lichten uit, glazen vol en krakkemikkig elektrisch vuurtje op [max].
Dat vergt soms tijd. En moeite. Maar zolang het eindresultaat klopt, zijn wij al lang content. En dat deed het, toen het zesde etmaal was verstreken. Dermate zelfs, om onze producer tot de volgende wijze woorden te brengen: ‘Vandaag is’t een goede dag, zei boer Boer, en hij kroop op zijn boerin’.
Dag 7
De zevende dag was, behalve een gezapig zondagochtendprogramma, ook een belangrijk moment voor onze albumopname. Het was namelijk de dag waarop we de eerste (en misschien wel enige, dat zal nog moeten blijken) studiomuzikante over de vloer kregen. Niemand minder dan Trui Amerlinck, van Tsar B en Tourist LeMC maar vooral van haar hoogsteigen Another String Quartet kwam ons verblijden met haar gezelschap.
Het feit dat ze tot 17u nog repetitie had in Gent, en vervolgens ruim 3,5 uur onderweg was geweest naar onze intussen zo vertrouwde GAM Studio, maakte haar aanwezigheid alleen maar respectabeler. Het zag er wel even naar uit dat we lang niet alle nummers zouden rondkrijgen, maar dankzij de noeste West-Vlaamse werkersmentaliteit van Trui en de motivationele capaciteiten van Wouter stonden er voor klokslag één uur vier geslaagde cellopartijen op onze plaat!
Muchamarramarramarra.