Zorgde Moynot enkele jaren geleden nog voor kopbrekens toen hij met Nestor Burma aan de slag ging, dan maakt de man vandaag indruk met Suit Française – Storm in juni, de stripbewerking van het werk van Irène Némirovsky.
Némirovsky schreef Suite Française in de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog. Met het boekwerk wilde de auteur de oorlog vertellen terwijl die zich voltrok. Vóór 1940 was Némirovsky, die in 1903 in Kiev in een Joodse familie werd geboren en zich op haar zestiende met haar gezin in Parijs vestigde, actief als schrijfster. Met het installeren van het Vichy-regime volgde een publicatieverbod.
Némirovsky bleef echter schrijven, schriften vol, in minuscuul handschrift. Daarin pende ze uit het leven gegrepen verhalen neer over de storm die haar tweede vaderland in zijn greep had. Het idee was om een vijfdelig boekwerk te maken, maar zo ver raakte Némirovsky niet. In juli 1942 werd ze opgepakt en gedeporteerd. Nog diezelfde zomer werd ze om het leven gebracht in Auschwitz.
Némirovsky’s ondergedoken dochters overleefden de oorlog echter wel, met in hun bezit de bewuste schriftjes, die ze pas in de jaren tachtig aan een uitgever overmaakten. Het resultaat, Suite Française, is een voltreffer en levert Némirovsky (als eerste) een postume Prix Renaudot op, een van de grote Franse literuurprijzen.
De twee romans, Storm in juni en Dolce kregen ondertussen een visuele adaptatie. Daarbij werd ervoor gekozen het eerste deel in een stripversie te gieten en het tweede deel te verfilmen. De film Suite Française kwam vorig jaar uit. De Nederlandse vertaling van Storm in juni ligt nu in de winkel.
In dat boek worden de chaotische begindagen van de oorlog getoond, wanneer Parijzenaars halsoverkop op de vlucht slaan voor het oprukkende Duitse leger, dat na zijn vorige doortocht geen al te beste indruk had nagelaten in zijn buurlanden. Geen grootste oorlogsverslagen hier, maar een blik op het bestaan van min of meer alledaagse inwoners, die hun leven overhoop gegooid zien.
Storm in juni staat stil bij wat zo’n omstandigheden met een mens doen. Plots kom je voor dilemma’s te staan waar je met je vooroorlogse waarden en normen het antwoord niet op vindt. Er is een werkman die zijn gezin te eten wil geven, maar zich afvraagt tot welke prijs hij dat kan doen. Of neem de burgerman die verwacht dat hij zijn positie hoe dan ook kan handhaven en zijn personeel volgens eigen goeddunken kan behandelen. De bommen vallen echter voor iedereen even genadeloos uit de lucht.
Dat dit album zo’n indruk maakt, is niet alleen de verdienste van het sterke werk van Némirovsky, maar is eveneens te danken aan de kracht van het tekenwerk van Moynot. De man verwierf voornamelijk bekendheid nadat hij de strips rond Nestor Burma overnam van Tardi, maar riep daarbij behoorlijk wat reserves op doordat een vertrouwde reeks plots letterlijk in vreemde handen kwam.
In dit album werkt Moynot zich grafisch op puike wijze doorheen het verhaal, waarbij de echo’s van Tardi gekanaliseerd worden tot een ruwe visuele stijl die volledig ten dienste staat van het chaotische karakter dat de junidagen van 1940 kenmerkt. Het stof dat het begin van de oorlog veroorzaakt, noopt tot improvisatie en grauwe tekeningen, die Moynot hier in hoge kwaliteit aflevert. Weldra verschijnt een nieuw Burma-album van zijn hand. Misschien is het tijd om de draad weer op te pikken en het werk van de man helemaal te omarmen.