De derde plaat van Oathbreaker was het wachten waard. Het is een genre-overschrijdende, bevreemdende, contrastrijke en — vooral — uiterst intense luisterervaring geworden. Een slow burner van wereldniveau.
In 2011 zagen we de band voor het eerst aan het werk in de Gentse kunstschool Sint-Lucas, met genre- en zielsgenoten Rise & Fall en Hessian. Vijf jaar later is Oathbreaker de status van supportact definitief ontgroeid en staat het viertal niet langer in de schaduw van Amenra, onder wiens hoede ze ook speelkansen kregen, of pakweg Deafheaven, met wie ze de black metal-referentie delen. Oathbreaker staat begin november al in de Vooruit, maar we zijn ervan overtuigd dat de zaal zal vollopen en dat ze ook de AB Club en De Kreun met gemak kunnen vullen. Deze band is niet langer een hardcore-trots maar een Belgisch muzikaal exportproduct.
Je hoort dat de plaat hen bloed, zweet en tranen heeft gekost. In die zin was het vermorzelende Eros|Anteros (2013) al een voorbode. Oathbreaker weigert zich vast te klampen aan een genre, daarom was ook die plaat een emotionele rollercoaster zonder weerga voor zowel band als publiek. En eigenlijk was debuutalbum Maelstrom (2011) dat ook. Toen al waren we getuige van getalenteerde muzikanten die moeiteloos switchen tussen doom, black en thrash (herinner u het meesterlijke “Glimpse Of The Unseen”).
Ook Oathbreakers debuut-EP uit datzelfde jaar is nog altijd een luisterbeurt waard. Toen waren omschrijvingen als ‘bommetje’ of ‘mokerslag’ nog van toepassing. Vijf jaar later is Oathbreaker veel meer dan een hardcore-band. Rheia is de volgende stap in zijn ontwikkeling naar een verruimde sound, dankzij durf, zin voor experimenteren en perfectionisme.
Dat het West-Vlaamse collectief met de (krijs)stem van Caro Tanghe over een opvallende troef beschikt, wisten we al langer. Ditmaal tilt ze de pakkende opener “10:56”, “Stay Here/ Accroche-Moi” (een akoestisch rustpunt, maar daarom niet minder zwaarwichtig), “Immortals” en afsluiter “Begeerte” met meer etherische stemmen, naar een hoger niveau. Dat ze vooruitgang heeft gemaakt, is een understatement. Ook snarenplukkers Lennart Bossu en Gilles Demolder (ook actief in Wiegedood) verdienen lof. Als een uitbarstende vulkaan spuwen ze riffs in het rond, maar die loeiharde passages wisselen ze vakkundig af met plotse, ingetogen momenten. Zo laat “Needles In Your Skin” je niet gauw los.
Nogmaals, wat een evolutie heeft de band weer doorgemaakt. Oathbreaker wendt meer black metal aan dan ooit, vooral om een intense sfeer neer te zetten, en heeft nog altijd de punch van een hardcore-band. Beste voorbeelden zijn “Second Son Of R.”, dat de plaat op verschroeiende wijze opent. Ook “Being Able To Feel Nothing” speelt de hard-zachtcontrasten op een geniale wijze uit. In “Needles In Your Skin — die riff na ruim vijf minuten is de mooiste die de band al geschreven heeft — en “Immortals” worden grandeur, kwetsbaarheid en gelaagdheid met elkaar vermengd. Probeer dan maar eens naar adem te happen. Tragedie en chaos klonken nog nooit zo mooi.
Maar er komt meer. Het experimentele “I’m Sorry, This Is” — inclusief field recordings en Nederlandstalige spoken word — vloeit over in het beklemmende “Where I Live”, en vervolgens in “Where I Leave”. Muzikaal gezien is dat laatste nummer wederom overrompelend, maar het staat ver van eender welke metal of hardcore. Doemerig is misschien wel de beste omschrijving. “Begeerte” is net als de opener heerlijk sinister sfeervol en experimenteel. Intrigerende downtempo muziek. Of zoiets.
Hier wordt al lang niet meer zuiver over genres gepraat. Hardcore en black metal zijn voor Oathbreaker geen doel op zich, enkel een middel om hun emoties te vertalen. Meer zelfs: Oathbreaker is geen typevoorbeeld van donkere muziek. Er schuilt zelfs soms wat hoop in Rheia. Ook dat is een bewijs van open-mindedness — dit zijn muzikanten die zowel naar Slowdive, Swans, Mount Eerie als Drudkh luisteren. De band heeft zichzelf overtroffen, zowel in songschrijverij als uitvoering. Oathbreaker bijt, snijdt, ontroert en laat de luisteraar wezenloos achter.