Johannes Sigmond heeft genoeg van grote bombastische songs met uitgebreide verhaallijnen, en besluit dan maar zijn innerlijke beats te volgen. Ruim 2 jaar na “Promises of No Man’s Land gooit hij “Jupiter” op de markt. Deel 1 van 3.
enola: Het nieuwe album “Jupiter” maakt deel uit van een trilogie. Waarom?
Johannes Sigmond: “Omdat ik daar zin in had. Ik wou geen album maken waarin ik alles in een keer kwijt moet. Dit zijn kortere verhalen: als het klaar is, is het klaar. Ik ben nu al met deel 2 bezig.”
enola: Wordt dat niet te verwarrend in je hoofd?
Sigmond: ”Ik vind het juist fijn zo, ik heb ruimte in mijn hoofd: deel 1 is af en ik kan verder met iets nieuws. En ik hoef dat hoofdstuk niet echt af te sluiten, want ik ga natuurlijk nog met dit album op tournee.”
enola: Gaat het dan niet te veel door elkaar lopen?
Sigmond: “Ik moet zelf ook nog zien hoe het werkt, ik heb het nog nooit zo gedaan. Maar ik vermoed dat het wel in orde komt. Ik wou niet opnieuw een album maken, 2 jaar toeren en dan pas weer een nieuw album maken. Dat idee staat me tegen, meer dan ooit zelfs.”
enola: Was de platenfirma direct akkoord?
Sigmond: ”Er is wel wat over nagedacht, want ze wisten niet direct hoe dat zou werken, en hoe ze het gingen aanpakken. Maar ja, dat is hun vak.”
enola: Waar is deel 1 opgenomen?
Sigmond: “In een oude loods in de buurt van Utrecht. Het gebouw was vroeger een postsorteercentrum, en we hebben opgenomen in de grote hal.”
enola: In verschillende takes of in een keer?
Sigmond: “Alles is in een keer live ingespeeld, achteraf hebben we hier en daar wel wat bijgeschaafd, sommige nummers duurden 10 minuten of langer. “Echo Heartache” is daar een voorbeeld van. Het voelt al eens goed om lekker door te spelen, maar ik vind het niet erg om te knippen, dat hoort nu eenmaal bij het produceren van een plaat. Lange songs zijn iets minder geschikt voor een album, maar live kunnen we ervoor kiezen om zo lang te spelen als we willen.”
enola: Vroeger ging je al eens naar het buitenland om te schrijven.
Sigmond: “Ik ben nog steeds graag in het buitenland, daar kom ik ook vaker tot rust, al heb ik dikwijls een gitaar bij. Maar opnemen kan overal, het is puur toeval dat dit album in Utrecht is opgenomen.”
enola: Wat ook weer opvalt, is de cover van het album. Verwacht je commentaar hierop?”
Sigmond: “De cover is speciaal voor dit album gemaakt door Alvaro Hidalgo, een Chileens kunstenaar. Ik volg hem al een hele tijd, en ik had hem gevraagd om na te denken over dit album, en toen kwam hij met dit werk tevoorschijn.”
enola: Drukt het voor jou goed uit wat dit album voor jou betekent?
Sigmond: “Ja, anders had ik het niet uitgekozen. Het beeld van het album is voor mij heel belangrijk, bij sommige albums wist ik het beeld van tevoren al, al was dat voor dit album niet het geval. Voor mij klopt de albumcover heel erg met de muziek die op de cd staat.”
enola: Persoonlijk vind ik het een heel heftig beeld, ook door de kleuren, terwijl het album rustiger overkomt.
Sigmond: “Er zit in de afbeelding ook wel wat melancholie, maar het is ook wel seksueel geladen. En dat voel ik bij een aantal songs zeker ook.”
enola: De videoclip van “Between a kiss and a sorry goodbye” is gemaakt in 360° VR technologie. Vanwaar dat idee?
Sigmond: “De clip is gemaakt door Domien Huyghe, we hebben vroeger al samengewerkt. Ik had hem gevraagd om na te denken over wat bij deze song zou passen, en toen kwam hij met dit idee. De technologie wordt al regelmatig gebruikt, maar niet om verhalen te vertellen, vaak enkel als performance. Domien wilde graag een verhaal neerzetten, en dat vond ik wel interessant. Want jij ziet waarschijnlijk een andere videoclip dan ik. Je kan 3 keer kijken en toch telkens weer andere dingen ontdekken. Iedereen heeft zijn eigen ervaring. Het is interactiever, als kijker moet je zelf keuzes maken terwijl je kijkt.”
enola: Er zit heel veel baritonsax in het album, bijvoorbeeld in “Everything Stops”, “Out of Mind” en “Echo Heartache”. Wat vind je zelf van dit instrument en de sfeer die het uitstraalt?
Sigmond: “Ik vind het een heel geil instrument, dat is misschien wel de reden waarom ik het op het album wou hebben. Veel popmuzikanten hebben een haat-liefde verhouding met de saxofoon, maar ik geloof heel erg in de sound van een baritonsax, en wat het toevoegt aan de klankkleur. Toen ik de songs voor dit album schreef had ik het geluid van de sax al in mijn hoofd.”
enola: Jij beweert dat popmuziek vluchtig is, iets dat vlug voorbijgaat en niet zo belangrijk is. Aspecten die ik in jouw muziek niet terugvind.
Sigmond: “Nee, en toch is heel veel popmuziek wel vluchtig.”
enola: Maar is jouw muziek dan popmuziek?
Sigmond: “Ik hoop het wel. Natuurlijk, wat ik zeg is nogal generaliserend, en geldt niet voor alle popmuziek. Maar in zijn algemeenheid is dat wel zo. Als ik naar de radio luister, dan hoor ik muziek voorbijkomen die eventjes lekker is, en dan weer weg is. En volgende maand staan er 3 andere liedjes aan de top.”
enola: Maar wil je dat voor je eigen songs ook?
Sigmond: “Nee, ik hou van muziek die beklijft en niet altijd per se op de radio blijft, maar wel in de harten van de mensen. Die kant is er ook aan popmuziek, gelukkig maar, anders zouden we nooit meer naar The Beatles luisteren, of naar Bowie. Maar er is veel muziek die snel in de vergetelheid geraakt, en ergens is dat ook de kracht van die muziek, het is heel erg van dat moment. En dat heeft ook zijn charmes.”
enola: Wil je zelf niet dat je muziek blijft beklijven?
Sigmond: “Zeker en vast, dat zou ik fijn vinden. Maar de manier waarop ik het album gemaakt heb, is wel iets sneller, eerder een Beaujolais dan een Rioja, die 12 jaar gerijpt heeft. Het idee is er, het wordt geplukt en het wordt gemaakt. Zo wil ik het nu graag doen. De vraag is natuurlijk, en dat kunnen we over 5 jaar pas beoordelen, of het beklijft of niet. We zullen zien.”
enola: Je breekt ook steeds meer met het klassieke songpatroon.
Sigmond: “Dat is niet bewust. Ik heb vorig jaar een project gedaan met David Douglas (nvdr, Haty Haty) en ik merk dat ik nu meer naar het elektronische neig. Ik hou wel van een song met een bepaalde baslijn, en onderweg worden er lagen en themaatjes bijgevoegd, die na een tijdje weer weggaan. Ik vind dat een heel fijne vibe. “Elephants” van mijn album “Heavy Flowers” werd in het begin niet op de Nederlandse radio gedraaid, omdat er geen refrein in zat. Nu ja, dat klopt, maar in “Losing My Religion” zit ook geen refrein. Maar wel een thema.”
“Maar ik ben het wel met je eens, ik vind het fijn om met songstructuren te spelen en ook te durven gaan voor ABCD in plaats van ABABCABC.”
enola: Je sprak daarnet over het project dat je met David Douglas gedaan hebt. Wat heb je daaruit geleerd?
Sigmond:(lange stilte) “Ik weet het eigenlijk niet, ik heb er in ieder geval heel erg van genoten. We hebben niet zoveel shows gedaan, maar toen we het laatste concert deden, voelden we allebei dat we er nog niet klaar mee waren. Ik vond het heerlijk omdat mijn rol anders was, ook op het podium, eerder een soort sessiemuzikant in mijn eigen project, en niet altijd op de voorgrond. Het was meer in de luwte, maar toch kon ik lekker zingen en muziek maken.”
enola: Heb je jezelf ondertussen gevonden als muzikant?
Sigmond: “Ik ben nog altijd zoekende. Ik ben heel erg trots op dit deel, de liedjes die erop staan vertegenwoordigen een andere manier van werken. Niet volledig iets anders, in die zin is het fijn dat ik nu naar deel 2 kan, omdat ik verder kan zoeken en zien waar het uitkomt.”
enola: Bij onze vorige ontmoeting gaf je toe dat je weer meer en meer naar de herrie ging. Is “Jupiter” die herrie?
Sigmond: “Ik heb het vermoeden van niet. Na “Promises of No Man’s Land” dacht ik: wat nu eigenlijk? Ik dacht dat ik alles gezegd had, en de manier waarop was ook “uit-ontwikkeld”. Ik wou even gewoon niks doen en wat schrijven, ik had echt behoefte aan een andere manier van schrijven. Haty Haty heeft dat niet in gang gestoken, dat zat al te broeden in mijn hoofd. Maar door op die manier bezig te zijn met muziek heb ik een vrijheid gevonden die ik nu gebruik bij Blaudzun.”
enola: Je teksten zijn steeds minder verhalend, en steeds fragmentarischer.
Sigmond: “Ik hou nog steeds van een hele goede metafoor, maar ik durf nu wel meer gewoon rechtoe rechtaan zeggen wat ik wil zeggen, zonder meteen die woorden een manteltje om te doen, of ze anders te presenteren. Ik ben rechtstreekser geworden.”
enola: De grote verhalen vind je wel niet meer terug in je teksten.
Sigmond: “Misschien zijn het meer pamfletjes?”
enola: Voeg je bewust geen teksten bij je album?
Sigmond: “In het artwork vind je nu wel teksten, maar zonder interpunctie. Zo heb je altijd de muziek nodig om de teksten te begrijpen. Ik ben geen dichter, ik ben een liedjesschrijver, de melodie moet altijd in combinatie met de tekst gelezen worden. Melodie en klank zijn de baas boven inhoud en de juiste woorden. Dat was al bij het vorige album zo.”
enola: De laatste woorden op het album zijn ‘Shake hands, Break hearts in Rotterdam, what’s next around the bends’. Een teaser voor het volgend album?
Sigmond: “Nee, dat is wel grappig nu je het zo zegt, want het tweede album begint ook gewoon bij track 10. Nu de tekst moest wel zo eindigen, maar ik heb pas laat ervoor gekozen om “Rotterdam” als laatste te zetten, en dat had niet met laatste woorden te maken.”