Op zijn vierde langspeler zorgt How To Dress Well zowel voor meer optimisme als voor muzikale diversificatie. Met deze zeer toegankelijke plaat zet Tom Krell in een klap twee stappen vooruit, maar de vraag is of hij zichzelf daarbij wel trouw blijft.
Tom Krell, de man achter How To Dress Well, liet zich voor het eerst in 2010 en 2012 opmerken met Love Remains en Total Loss, twee prachtige elektronische mijmerplaten die het etherische van ambient met subtiele R&B-texturen verweefden. Hoewel zijn insteek op zich al origineel te noemen is – hoe vaak heeft u een joodse doctorandus in de filosofie met zwarte invloeden aan de slag horen gaan? – lag de sterkte van die eerste platen toch vooral in hun emotionele openheid: Krell zong onbeschaamd over zijn liefdes, verliezen, dromen en depressies. Hij schuwde daarbij ook het grote gebaar niet (luister maar eens naar het theatrale “Set It Right” uit zijn tweede album), maar tegelijkertijd staat het vast dat How To Dress Well steeds op zijn best was wanneer de muziek ingehouden en claustrofobisch klonk.
Op Care kunnen de meer ingetogen nummers, zoals het ietwat brave “Burning Up” en de nogal belerende afsluiter “They’ll Take Everything You Have”, echter juist minder bekoren. Die evolutie mag niet echt verrassen, aangezien ook het uitstekende ”What Is This Heart?” uit 2014 reeds bijzonder extravert klonk. De combinatie van Krells melancholiek en zijn natuurlijke hang naar grootsheid culmineerde op die plaat in “Words I Don’t Remember”, een pijnlijke R&B-hymne over de spanning tussen echte en ingebeelde liefde, het evenwicht tussen authenticiteit en sentimentaliteit. En het is diezelfde ambiguïteit waarmee de 32-jarige Amerikaan ook op Care nog blijft worstelen.
“I think I know what love is now/I think I kind of figured it out/But then the second that I open my mouth/I think I’m going to change my heart again”, klinkt het bijvoorbeeld in de op het eerste gehoor ietwat flauwe eerste single “Lost You/Lost Youth”. Het nummer laat een hoopvolle Krell horen, die op lichtvoetige wijze met majeurakkoorden en opgewekte melodieën speelt. Het is dan ook bijzonder bevreemdend om te horen dat het nummer even later abrupt eindigt met de woorden “I guess there’s no peace till I’m in my grave/Well, that’s great”.
Desondanks is deze vierde How To Dress Well muzikaal gezien een pak optimistischer dan zijn drie voorgangers. Krells vocale partijen klinken veel energieker, en in “What’s Up” slaat hij zowaar zelfs bijna aan het rappen. Bovendien wordt hij ondersteund door kleurrijke en open arrangementen waarin er naast synthesizers ook plaats is voor piano, saxofoon en elektrische gitaren. Wie zou beweren dat How To Dress Well met Care zijn rockplaat heeft gemaakt, doet de waarheid dan ook maar een klein beetje geweld aan: zo spoelt een epische distortiongolf het dartele “Salt Song” weg, wordt het onheilspellende “The Ruins” geschraagd door diepe, donderende bassen, en doet het leuke refrein van “Anxious” zelfs aan de tribale indie van Vampire Weekend denken (“This is only happening because something has to happen, babe/You are only panicking because you thought you couldn’t change something”).
Wanneer Krell zijn nieuwbakken optimisme echter doortrekt naar het eigenzinnige R&B-universum waarop How To Dress Well met zijn vorige platen een patent had genomen, begeeft hij zich op glad ijs. Het ritmische pianogehamer van “I Was Terrible” doet, in combinatie met de up-tempo livedrums en de zeemzoete falsetsamenzang, meteen aan de doorbraaksingle van The Black Eyed Peas denken, al ontbreekt het Krell aan een wereldrefrein zoals dat van “Where Is The Love?”. Net zoals zijn collega Dev Hynes (Blood Orange) lijkt How To Dress Well de underground bij momenten af te zweren en een groter publiek te willen aanspreken. Krell is het stadium voorbij dat zijn platen het adjectief “moedig” behoeven, en aan ambitie ontbreekt het de man zeker niet, maar de vraag is daarentegen of hij zich op sommige momenten niet aan exhibitionisme bezondigt: danst hij niet naar de pijpen van een mainstreampubliek dat zijn ongebreidelde emotionaliteit toch niet zou begrijpen?
Nee, dan liever het met weids klinkende synthesizers ingeklede “Time Was Meant To Stay”, dat puntgaaf tussen oprechte emoties en een toegankelijke sound balanceert. De heldere hiphopbeat maakt het geheel alleen maar spannender, en op zijn hoogtepunten staat How To Dress Well dus nog steeds voor hedendaagse elektronica op zijn best. Alleen spijtig dat dergelijke momenten niet vaker op deze plaat voorkomen.