Een album uit de donkerste krochten van het vagevuur vol religieuze beeldspraak en verdoemenis. Niet enkel Nick Cave brengt dezer dagen een nieuwe plaat uit. Ook David Eugene Edwards, diepgelovige Nazareese domineeszoon uit Denver, laat een nieuw album van Wovenhand op de ketterse wereld los.
Het zal wel ten eeuwige dage het lot blijven van David Eugene Edwards dat in zowat elke recensie en dus ook in deze, quod erat demonstrandum, steeds verwezen wordt naar zijn eerste band 16 Horsepower waarmee hij rond de millenniumwissel een aantal albums uitbracht die zich ophielden in een uniek universum waar blues, folk, country overgoten met een diepreligieus sausje zich met elkaar vermengden tot een uniek geheel. Ondertussen mag Wovenhand — oorspronkelijk Woven Hand maar de spatie is onderweg ergens kwijtgespeeld — dan al langer bezig zijn dan 16 Horsepower ooit bestaan heeft, de reputatie van de Wovenhand stoelt nog grotendeels op de erfenis van de oude band, ook al drijft de muziek steeds verder weg van de Americana-roots.
Star Treatment is, zo leert ons de perstekst, ontstaan uit nachtelijke overpeinzingen waarbij de sterren in de hemel (zowel letterlijk als in literair werk) een centrale inspiratiebron vormden. Het wekt dan ook geen verwondering dat het album gekenmerkt wordt door een sfeer die donker is als de nacht waarin de Oudtestamentische prediker in Edwards het evangelie verspreidt. Dan mag het misschien vreemd heten dat het album niet opgenomen is een geconverteerde kerk ergens diep op de prairie van het Amerikaanse Midwesten, maar wel in de befaamde Electric Audio Studio’s van Steve Albini in Chicago met Sanford Parker als dienstdoend opnametechnicus. Parker is vooral een naam als producer in de metalwereld, maar wie de logge en bij momenten zware sound hoort die tegenwoordig eigen is aan Wovenhand kan niet anders dan besluiten dat het een logische keuze is.
Opener “Come Brave” zet meteen de toon. Voortgedreven door een gejaagd en galmend drumritme en een gitaar die tegen de drums aanschurkt zorgt het voor een donkere sfeer en een geluid dat nauwer aansluit bij industrial dan bij de rootsmuziek van weleer. Het experimentele buitenbeentje “Swaying Reed” klinkt als een religieuze hymne begeleid door een alle kanten uitgaand dissonant ritme met een zanglijn die tegelijk onbehaaglijk en prekend klinkt.
Dan mag de zware sound bij momenten wat ongeïnspireerd overkomen (“Crystal Palace”, “Golden Blossom”), op andere ogenblikken weet Edwards wel recht in de roos te schieten. “The Hired Hand” is zo’n song die bijna op zijn eentje de aankoop van Star Treatment weet te rechtvaardigen. Een geluid dat zich ergens tussen Dick Dale en Joy Division in situeert en Edwards die meermaals “Give up your dead” schreeuwt. Zijn pijn en wanhoop voelen bijna tastbaar aan. Bijna even goed is “Crook And Flail” waarin de gitaar meesterlijk rond een loodzware, bijna droneachtig ritme kronkelt. Dit is de Wovenhand die je bij de keel grijpt.
Halverwege wordt er even een kleine rustpauze ingebouwd, zoals in “All Your Waves” waarin de piano van Matthew Smith voor wat welgekomen ademruimte zorgt. Zo ontketend als de eerste helft van het album wordt het daarna nooit meer, maar Star Treatment blijft toch vooral een album waarin er weinig ademruimte gelaten wordt aan de luisteraar. Van enige vrolijkheid is er al helemaal geen sprake. Op het einde van het album steekt “Go Ye Light” met zijn puntig gitaarwerk en galmende zang nog boven het pak uit.
Rootspuristen dienen zich ook ver van dit nieuwe album van Wovenhand te houden, al is de kans groot dat ze dat sowieso al van plan waren op basis van de vorige albums. Voor de anderen levert Wovenhand een prima, zij het net iets te monotoon album af. Maar dan zijn er die paar nummers waarin Edwards wel de luisteraar bij de keel weet te vatten die veel goedmaken. Star Treatment is geen klassieke Wovenhand plaat geworden, maar een die wie houdt van een somber partijtje diepreligieuze muziek uit het niemandsland tussen industrial en alt.country toch zal weten te bekoren.
Wovenhand treedt dit najaar enkele keren in ons land op: op 6 oktober staan ze in het Depot (Leuven), op 7 oktober in de Handelsbeurs (Gent) en op 8 oktober in L’Eden (Charleroi).