Amongster :: ”Teksten moeten zich aanpassen aan de melodie, nooit andersom”

Het blijft maar sterke Belgische platen regenen dit jaar, en in die stroom releases is terecht een plaatsje vrijgehouden voor Amongster, dat met het sterke Trust Yourself To The Water zijn langverwachte debuut lost. Dat vraagt om een babbel met meesterbrein Thomas Oosterlynck.

enola: enkele weken geleden heb je de nieuwe plaat voorgesteld op Pukkelpop. Hoe ging dat?
Thomas Oosterlynck: “We hadden in de zomer wel al een paar try-outs gedaan met de nieuwe nummers, om toch wat te kunnen afstellen wat er werkt en niet werkt. Maar het is wel altijd anders op zo’n groot podium, bepaalde nummers klinken dan toch weer anders. Het blijft spannend. Maar het was wel leuk, de tent was niet vol maar er was behoorlijk wat volk.”
enola: en hoe comfortabel voel jij je op een podium?
Oosterlynck: “Ik ben daar geen held in, maar het viel mee. Veel hangt af van de zaal. Als er heel veel volk is, kan ik wel echt enorm zenuwachtig zijn. Maar op Pukkelpop speelden we het op begin van de dag dus er stonden nog niet te veel mensen en dat was voor mij een geruststelling. Ik kom wel altijd ontspannen over zegt iedereen, maar dat is gewoon omdat niemand dat echt ziet, denk ik. Je moet je publiek toch wat entertainen, niet in de zin van over het podium springen, maar wel een connectie leggen met het publiek. Dat zijn dingen die niet natuurlijk komen en moeilijk zijn maar je moet daar aan werken, via bindteksten of bewegingen, om toch een klein beetje die connectie te maken. Ik weet niet of we daar al zo ver in staan, maar ik vind dat wel belangrijk. Ik ga niet snel iets doen dat geforceerd is. Je moet ook vanalles tegelijk doen op een podium, dat helpt ook niet altijd.”
enola: heb je daar soms last van, dat je je door die gitaar gehinderd voelt? Of is dat juist iets wat ook een veiligheid kan zijn?
Oosterlynck: “Het is wel een beetje een veiligheid, dat je iets vast kan houden. Maar soms als je dan een nummer hebt waar je je wel wat op kunt geven, dan vloek je soms toch. Allebei dus eigenlijk wat.”
enola: jullie nummers zijn ook vrij gelaagd, lukt dat om dat vlot naar een podium te vertalen?
Oosterlynck: “We proberen dat zeker toch te doen, omdat die laagjes en details inderdaad wel een belangrijk aspect van onze muziek zijn. We loopen ook wel samples omdat we gewoon niet genoeg handen hebben. Voor de rest blijven we redelijk trouw aan de klank van de plaat.”

enola: er is een generatie muzikanten die nu debuteert waarbij je toch sterk de invloed van Bon Iver voelt, klopt dat? Wat betekent die figuur voor jou?
Oosterlynck: “Voor mij is dat één van de belangrijkste muzikanten van de laatste tien jaar. Ik vind hem zeker wel uniek. Die eerste plaat is natuurlijk briljant in zijn stijl, maar ook om daarna die tweede plaat te maken, die weer zo anders is. Het is inderdaad een muzikant die veel invloed uitgeoefend heeft.”
enola: en hoe zorg je als groep dat je meer bent dan de som van je invloeden?
Oosterlynck: “Dat is essentieel natuurlijk, maar dat bereiken is niet altijd even makkelijk. Veel invloeden hebben is een eerste stap. En ten tweede een eigenheid hebben. Ik denk dan in de eerste plaats aan stemgeluid, dat vaak toch uniek is aan een persoon. Als je bijvoorbeeld een stem als Matt Berninger hebt en je maakt muziek als The National, dan is die link wel snel gelegd natuurlijk.”
enola: jij hebt ook wel een kenmerkende stem, is dat een opmerking die je vaak krijgt?
Oosterlynck: “Ja, dat is wel een van de dingen die ik regelmatig hoor, dat ik een specifieke stem heb. Dat is ergens ook wel logisch, de stem zit op de plaat ook echt op de voorgrond. Ik vind dat echt iets belangrijks, die stem, juist omdat er zoveel muziek gemaakt wordt en het moeilijk is je te onderscheiden. Als je een stem hebt waarmee je weinig bereik hebt, dan moet je dat echt wel compenseren door op andere vlakken uniek te zijn, in je arrangementen bijvoorbeeld.”

enola: van de EP heb je alleen “Bright Life” hernomen. Waarom dat nummer?
Oosterlynck: “Omdat het sowieso wel een basisnummer was in onze eerste jaren en het daarom heel belangrijk voor ons is geweest, en nog steeds is. Het was ook het meest bekende nummer van de EP. We hebben daar niet lang over moeten nadenken eigenlijk.”
enola: en welke evolutie zie je als je nu terugkijkt op de EP?
Oosterlynck: “We hebben op dezelfde manier opgenomen, maar ik vind wel dat er minder beats in de plaat zitten, deels bewust, deels niet. Het waren gewoon liedjes die minder om beats vroegen, maar het komt ook omdat ik het gevoel heb dat veel beats de laatste tijd vooral hetzelfde klinken. Er zitten ook meer organische klanken in de nieuwe songs.”
enola: eigenlijk is alleen “All I Know Is You” nog vrij beatsgericht. Je hebt er dus niet aan gedacht dat geluid verder open te trekken naar de rest van de plaat?”
Oosterlynck: “Het is niet dat ik het gehad heb met beats, maar bij dat nummer bijvoorbeeld was mijn demo meer uitgewerkt met drums en Jasper (Maekelberg, bandlid en producer, zie ook Faces On Tv, Warhaus, Mintzkov etc., ml) heeft er dan beats van gemaakt. Normaal is het omgekeerd, dan kom ik af met beats en heeft Jasper het meer voor drums. Daardoor is dat nummer nu meer elektronisch. Het is ook het rustigste nummer van de plaat, maar dat paste ook wel zo.”
enola: en hoe verloopt die samenwerking tussen Jasper en jou?
Oosterlynck: “Ik schrijf de nummers in de eerste plaats helemaal alleen, ook de arrangementen. Ik ga pas naar Jasper als ik klaar ben met het geheel. Daarna zegt hij welke songs wel of niet goed zijn, welke delen te lang of te kort zijn, welke arrangementen hij niet goed vindt, etc. Dan producete hij en werken we het samen verder uit. Hij is echt wel een belangrijk klankbord en de eerste persoon die alles hoort.”
enola: en lukt dat om agenda’s af te stellen?
Oosterlynck: “Ja, meestal wel. Nu live bijvoorbeeld komt hij wel niet mee doen omdat hij het te druk heeft met zijn eigen band (Faces On TV, ml), en daarna gaat hij op tour met Warhaus. We zien wel of en wanneer hij weer tijd heeft.”

enola: en waar in dat schrijfproces komen de teksten dan?
Oosterlynck: “Ik werk eerst heel het nummer muzikaal uit en ondertussen zing ik gewoon wartaal en onbestaande woorden, waarvan de klank dan wel past bij de instrumenten. Dat kleurt het nummer al heel hard. Bij die klanken zoek ik dan later woorden. Als ik een mooie melodie heb, moet mijn tekst daar wel inpassen, nooit andersom. Ik zou nooit eerst een tekst kunnen schrijven en dan van daaruit beginnen zingen.”
enola: zie je jouw stem dan voornamelijk als instrument, eerder dan als iets om een boodschap mee over te brengen?
Oosterlynck: “Beiden uiteindelijk. Het moet wel allemaal kloppen en elk nummer moet finaal wel een tekst krijgen waar ik achter sta. Maar ik denk dat mensen uiteindelijk toch vooral naar klanken en melodie luisteren en niet naar de tekst, zeker live. Ik ben denk ik ook een betere melodieschrijver dan een tekstschrijver. Mijn teksten moeten vooral waar zijn, en als dat niet zo is dan voel ik dat. Het moet vooral gemeend zijn, want dan pas kan je het ook pas met overtuiging zingen. Op dat vlak vind ik tekst dan weer wel belangrijk.”
enola: en hoe schrijf je dan? Vanuit associaties of vertrek je echt vanuit een centraal idee?
Oosterlynck: “Na een tijd krijg ik wel een idee van ‘hier moet de tekst over gaan’, maar eerst moet ik een paar zinnen en woorden hebben. Je hebt sowieso thema’s en dingen waar je mee zit, dus je weet wel van ‘hier en hier’ wil ik een nummer over schrijven. En dan passeren er wel nummers waar ik kan voortbouwen op een aantal woorden of zinnen die ik al heb. En na een paar zinnen ben je er dan wel uit, en dan begin ik echt rond een bepaald thema te schrijven.”
enola: haal je dan ook inspiratie uit literatuur?
Oosterlynck: “Voor “Leo” bijvoorbeeld wel, uit Herman Hesse. Maar nu niet meer zoveel, en zeker geen fictie. Ik doe wel inspiratie op uit non-fictie, dingen die me dan onrechtstreeks wel beïnvloeden. Alan Watts bijvoorbeeld, die ook over Oosterse filosofie geschreven heeft. De titel van de plaat komt ook uit een quote van hem. Zijn ideeën komen wel wat terug, dingen die blijven hangen en die ik dan verwerk in een nummer, in een breder thema.”

enola: in “Teacher zing je ‘Teacher, I’ve become all you want/Now the burden falls upon me’. Komt dat voort uit een groeipijnachtig gevoel?
Oosterlynck: “Dat nummer gaat voor mij over hoe je kennis vergaart, de verhouding tussen intuïtieve kennis en de rationele kennis, en in “Teacher” staan die wat tegenover elkaar. Ik denk dat we soms meer door ons onbewuste geleid worden dan we zouden willen. Die zin specifiek, goh… Hoe ouder je wordt, hoe meer rationele kennis je vergaart natuurlijk, en daarbij moet je voor jezelf ook uitmaken wat je kan veranderen aan jezelf en wat niet. Tot een bepaalde leeftijd komt alles gewoon op je af, tot op een zeker moment, als je afstudeert bijvoorbeeld, dat dat niet meer zo is. Dat is wel een grote klik in een mensenleven. Ik merk dat veel mensen van mijn leeftijd nu ook echt op zoek zijn naar een doel in hun leven.”
enola: en heeft muziek dat gat voor jou dan opgevuld?
Oosterlynck: “Ja, zeker weren. Je moet gewoon iets vinden waar je je kan instorten, of dat nu muziek of sport of iets anders is. Maar je mag vooral niet in de val lopen van constant te vergelijken met anderen en meteen het grootste nastreven. Het is een cliché, maar genieten van de kleine dingen dat is zo waar. En dat komt niet vanzelf. Ik denk dat de wereld tegenwoordig vooral aanspoort om dat niet te doen, om je wél voortdurend te vergelijken met andere mensen en alleen het grootse te zien.”
enola: de naam Amongster, dat je haalde uit een nummer van Poliça, verwijst naar verbondenheid, iets wat daardoor ook verloren kan gaan?
Oosterlynck: “Die invalshoek heb ik nog nooit gehoord, maar dat is juist ook leuk. Je kan veel met die naam doen. Sommige van de teksten gaan ook over de verhouding groep en individu. Ik denk dat we nu toch wel, meer dan ooit, alles per persoon regelen, alles een prijs geven. En ik denk niet dat daar echt al verandering in komt.”
enola: het is misschien een cliché, maar kan muziek en optredens wel nog zo’n plek van verbondenheid zijn?
Oosterlynck: “Ja, dat kan zeker. Ik denk dat dat een heel mooi moment kan zijn voor mensen. Maar het is uiteindelijk toch een heel kleine stap. Muziek kan emotioneel heel belangrijk zijn voor mensen, maar of dat echt dingen gaat veranderen… Ik denk dat een terugkeer naar kleinschaligheid echt wel essentieel is.”

enola: het laatste nummer van de plaat is een heel lo-fi, kaal nummer.
Oosterlynck: “Dat is een nummer dat heel oud is, toen ik nog alleen op mijn gitaar muziek maakte, en het leek mij wel symbolisch om daarmee af te sluiten. Dat lo-fi sfeertje paste ook gewoon bij het nummer.”
enola: en zie je jezelf ooit nog een plaat maken met alleen zo’n kale nummers op?
Oosterlynck: “Ik denk het wel. Wel met een strijker hier en daar bij, niet zo lo-fi als dat nummer, maar niet veel meer. Ik heb wel wat nummers opzij liggen die ik zo wil houden.”

http://amongstermusic.com/
V2

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

verwant

Uitverkocht Little Waves festival presenteert nieuwe namen

Nog voor de line-up compleet is, verkoopt Little Waves...

Amongster :: Trust Yourself To The Water

De Belgen mogen op het EK dan geen blitzkrieg...

VRT test vernieuwende app tijdens unieke optredens

Een onderzoeksgroep binnen de VRT werkt aan een smartphone-app...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in