Twee citaten:
Joe Shrewsbury: “Onze volgende plaat zal klinken als al de trieste dansmuziek die de laatste mens ter wereld zal opzetten. Terwijl die wereld ten onder gaat.”
De persrelease een jaar later: “No Man’s Sky is een poging tot antwoord op de vraag ‘hoe klinkt eeuwig?’
Dat zat zo:
Zomaar een dag in het repetitiehok van 65DaysOfStatic: telefoon van de kleine gameontwikkelaar Hello Games, of ze het nummer “Debutante” mochten gebruiken voor een trailer van hun nieuwste game. Waarom niet, dacht de band, en voorzichtig staken ze de nek uit. “Moet er geen hele soundtrack voorzien worden voor dat spel?” Want dat was waar de groep nu toevallig echt wel eens zijn tanden in wilde zetten en een game was dan misschien nog wel boeiender dan een film. Gaf de man aan de andere kant van de telefoon toe: “eigenlijk gebruiken we jullie muziek al maanden tijdens onze vergaderingen om de toon van het spel te vatten, dus nogal volgaarne”.
Zo simpel is het gegaan (als we de berichten mogen geloven). Zo eenvoudig is het niet gebleven. Bleek dat No Man’s Sky niet zomaar een spel is, maar eentje dat zichzelf tijdens het spelen wil uitvinden. Geen kaart die vooraf geladen wordt, het hele universum — heelder planeten, flora en fauna, het occasionele ruimtestation — wordt door algoritmes gecreëerd terwijl u er met een raket doorheen vliegt. En dat er dus muziek nodig was die ook zo werkt dat ze stukje bij beetje gegenereerd wordt. Het kostte de groep twee jaar van zijn carrière en talloze vergaderingen met de ontwikkelaars, maar een bibliotheek van stukjes muziek en geluiden werd gecreëerd.
Nu mag u dat alles een plaat lang vergeten. Op CD1 van No Man’s Sky: Music For An Infinite Universe, dat tegelijk met het spel verscheen, presenteert de groep een variant van wat die verzameling klanken kan opleveren als je er nummers mee wil maken. Want als het wordingsproces van dit spel en deze soundtrack 65DaysOfStatic één ding heeft geleerd, dan wel dit: alles is maar één versie en straks kan het weer veranderen.
Wat No Man’s Sky-de-plaat laat horen, is een voortzetting van waar de groep aan het eind van voorganger Wild Light is geëindigd: het lawaai van weleer is een echo in de verte, het plotse switchen tussen dansen en headbangen versmolten in een vol geluid dat sfeer schept en uitnodigt tot luisteren. Nu al dat agressieve niet meer hoeft, die plotse tempowisselingen niet per se meer nodig zijn, laat de groep zijn melodieën rustig kabbelen. Paul Wolinski zet zijn piano op weemoedig, de elektronica houdt het op ongedurig maar ingehouden en de rest volgt die tred. Zo is dit misschien niet de beste, maar wel de mooiste plaat die dit viertal al maakte.
Het is soundtrackmuziek die de sfeer van de game oproept, zodat de juiste metaforen vanzelf als kometen aan het firmament onzer taal verschijnen. In “Heliosphere” druppelt het, bijvoorbeeld. Toetsen, verre beats en langgerekte gitaarlijnen roepen de eenzaamheid van het onmetelijke universum op. “Hoe klinkt eeuwig?” Langzaam, héél langzaam — een supernova die zijn laatste gassen uitstoot — laat 65days het nummer een béétje openbloeien. “Blueprint For A Slow Machine” is de al even moody opvolger die aan de andere kant van het zwarte gat opgloeit. Het universum van No Man’s Sky is — zijn titel indachtig — eenzaam. Heel eenzaam.
Het is een mal waar No Man’s Sky slechts zelden uitbreekt. We letten even niet op, en hop, we zitten alweer drie nummers verder, wanneer plots een synthlijn bubbelend aan de gang gaat. Dit is “Red Parallax”, één van die zeldzame keren dat de groep zichzelf mettertijd een uitbarsting gunt. Al moet ook hier eerst een ellenlange aanloop genomen worden. Het duurt eeuwen voor dat ruimteschip dan toch in de meteorenstorm verzeild raakt. Joe ‘Fro’ Wolinski mag met zijn gitaar even het voorplan opeisen, drummer Rob Jones spurt in zijn wiel maar moet zich tevreden stellen met een naar zijn normen behoorlijk rechtdoorzee ritme.
Wat volgt is meer van hetzelfde, maar dan beter. “Hypersleep” is catharsis na die kortstondige explosie, en dan is er afsluiter “End Of The World Sun”. De zon zwelt op, de supernova die volgt omhelst een wereld. Geen allesverzengende hitte; het blijkt een witte dwerg die traag gloeiend alles verzwelgt op zijn weg. Postrock-as-postrock is, met een versnelling vol Mogwaifuzz om écht volgens het boekje te zijn, maar ook met een Jones die nog een keer lekker druk mag drummen. Dan toch.
En dan is er CD2. U mag zich nu proberen te herinneren wat u nog weet van onze omstandige uitleg over het spel No Man’s Sky. Zes tracks lang gaat 65DaysOfStatic hier aan de haal met de stukken en brokken waar de computer tijdens uw speeltijd ook mee aan de haal gaat. Het zijn geen afgelijnde tracks van net-iets-langer-dan-popduur, maar stevige, uitgewerkte stukken van minstens acht minuten met titels als “Tomorrow / Lull / Celestial Feedback” of “temporalDissent / ascension_test1 / koaecax”. Ze versterkten het soundtrackidee nog, zijn nog meer aangenaam luistervoer om op de achtergrond op te zetten, maar zullen nooit een 65Days-setlist halen, of het zou voor een bijzonder project moeten zijn. Ze zijn daar mee bezig, mocht u het willen weten.
En dus rest maar een vraag, drie jaar nadat Wild Light het daglicht zag: waar staat 65DaysOfStatic met deze plaat, na een paar jaar travakken in de schaduw? “Ze wilden een 65Daysplaat, en dus hebben we die gegeven, want de muziek waar we vooraf aan bezig waren was eerder experimenteel en staalhard te noemen”, liet Shrewsbury al optekenen. Is het dan te verwonderen dat No Man’s Sky als een pas op de plaats voelt? “Twee jaar van ons leven zijn hierin gestoken en aan de andere kant van het zwarte gat uitgespuwd”; alweer de gitarist. Laat ons hopen dat de band er iets van geleerd heeft, want wij missen hier een béétje de eeuwig naar vernieuwing zoekende band die 65DaysOfStatic tot nog toe was.