De aanpak van architecten kan soms controversieel zijn. Occasioneel gebeurt het dan weleens dat er enkelen uit hun gemeenschap gebannen worden. Vaak herontdekt men ze jaren nadien. Exact dit gebeurt nu met het werk van Lucien en Simone Kroll. Bozar wijdt een thematische tentoonstelling aan hun Atelier d’Architecture.
De tentoonstelling werd in 2015 uitgewerkt door de Parijse Cité de l’Architecture et du Patrimoine. Ze betreft een thematisering van 80 projecten die het levenslicht zagen tussen 1954 en 2010. Lucien Kroll, geboortejaar 1927 en intussen een kranige tachtiger, richtte in 1956 samen met zijn vrouw Simone een atelier op. In 1981 kreeg het de naam Atelier d’Urbanisme, d’architecture et d’informatique. Het begin van een steile opgang. Lucien Kroll kreeg al snel naam als tegendraads architect.
Het unieke aan het concept dat architect en stedenbouwkundige Lucien en tuinierster en coloriste Simone opbouwden, lag in hun uitgangspunt. Voor hen is architectuur in de eerste plaats een kwestie van verstandhouding. Individuen bouwen zowel onderling als met hun omgeving een band op. Daarom heeft het Atelier altijd gewerkt met inspraak van de bewoners en toonde het bijzondere aandacht voor alle omgevingsfactoren.
Deze aanpak viel zeker niet bij iedereen in goede aarde. In tijden waarin blinde modernistische architectuur aan het langste eind leek te trekken, bleek een dergelijke progressieve, harmonieuze aanpassing aan de omgeving vaak controversieel. Bij hen was er geen sprake van het koppig doordrukken van de eigen kijk op de bewoners, eerder van het aanvaarden van de diversiteit van de bewoners.
De overzichtsexpo met de 80 projecten werd symbolisch opgebouwd als een vierkant van gangen waarbij de bezoeker uiteindelijk terug bij het startpunt uitkomt. Al van bij de start van de rondgang wordt er een direct verband gezocht met de fundamentele uitgangspunten van het duo. De bouw van het metrostation Alma in Sint-Lambrechts-Woluwe (periode 1979-1982) wordt verduidelijkt aan de hand van dwarsdoorsneden, plannen, conceptnota’s en foto’s van de werkzaamheden. Dit metrostation vormde eigenlijk de voltooiing en de toegang tot de medische campus waar het meest iconische werk van het atelier zou verrijzen: het Maison Médicale oftewel Mémé uit 1970-1971.
Uniek aan dit project was vooreerst de toewijzing. De studenten zelf kozen in het woelige jaar 1968, onder invloed van slogans zoals verbeelding aan de macht, voor Lucien Kroll als architect. Dwars van modernistisch dogmatisme en de typische bevoogding door de architect, koos Lucien Kroll voor een ruime inspraak door de toekomstige bewoners. De werkwijze wordt uniek in beeld gebracht in de ruimte. De bezoeker verplaatst zich als het ware in de hersenen van de architect. Het resultaat mocht er zeker zijn. Alleen werd Lucien Kroll nadat ‘1968’ was gaan liggen qua storm, zo goed als naar het buitenland verbannen.
De verdere werken die aan bod komen lijken dan ook eerder opgezet te zijn als een rehabilitatie van deze zienswijze. Woonblokken in Frankrijk, wijken in Nederland, kerken in Rwanda. Het duurde tot aan een project voor mede-eigendom in Oudergem vooraleer deze concepten terug ingang vonden in ons land.
De expo brengt indringend en gedetailleerd in beeld hoe het werk ook vandaag respect afdwingt bij andere architecten. Wetenschappelijk gefundeerd, overzichtelijk en tegelijk vulgariserend. Enige minpunt is de eentalige Franse aanpak. Geen enkele vertaling op een bordje, zelfs zelden ondertitels. Zoals zo vaak bij architecten, spreken de beelden echter voor zich.
Atelier d’architecture Simone et Lucien Kroll. Ongedwongen architectuur. loopt nog tot 18 september 2016 in Bozar Brussel