Britpop is oude geschiedenis. Oasis is al eeuwen zelfs geen karikatuur meer. Zeven jaar ver in hun tweede leven blaakt Suede echter van de energie. En met Night Thoughts maakten ze misschien wel hun beste plaat in twintig jaar. “Halverwege de opnames beseften we plots dat dit een heel andere plaat zou worden.”
“Suede? Komt nooit meer bij elkaar, want reünies krijg je nooit als cool verkocht.”We horen het frontman Brett Anderson nog zeggen, zo ergens rond 2007. Het gebeurde toch, en het was meer dan oké. Suede bracht sinds 2010 niet alleen opnieuw zinderende liveshows, maar leverde in 2013 met Bloodsports ook een puik comebackalbum af. Opvolger Night Thoughts, dat eerder dit jaar verscheen, is zelfs een artistiek hoogtepunt. Voor een keer was “pop” niet de leidraad, maar mocht het filmisch en episch. Cineast Roger Sargent kreeg meteen de opdracht een film te maken bij de plaat, en zo kwam de groep die begin februari ook presenteren in Brussel: achter een scherm, in de schaduw. Een grote verandering voor een band die live altijd op zijn flamboyante frontman vertrouwde, vertellen toetsenist Neil Codling en bassist Matt Osman vooraf.
Osman: “Doodsbang was ik, toen we in november de eerste keer op die manier zouden spelen. Veel van een Suedeshow hangt immers af van de performance van Brett, hoe hij de verlangens van het publiek projecteert. Steek hem achter een scherm, en je krijgt iets anders. Maar het was welkom om het zo eens aan te pakken, want als je teveel gaat vertrouwen op de truken van de foor moet je dringend iets anders doen. Plots konden we ons niet meer wegsteken achter een rondspringende Brett, maar was het enige wat we konden: alles mooi spelen, zoals het moest. Meer was er niet. Ik heb me die avond voor het eerst sinds onze beginjaren nog eens beverig gevoeld.”
enola: Zelf gezocht. Toen jullie aan Night Thoughts begonnen, werd nadrukkelijk afgesproken dat het geen Bloodsports, deel 2 mocht worden. Waarom was dat zo belangrijk?
Codling: “Toen we Bloodsports maakten, waren we ons er nogal van bewust dat het al even geleden was dat we van ons hadden laten horen. We wilden dus een plaat maken die ons opnieuw zou introduceren, ook bij mensen die niet per se wisten wie of wat wij waren. Het mocht niet al te ingewikkeld zijn: tien songs die lieten horen wat we doen. We hebben toen véél nummers moeten schrijven om er zoveel over te houden, want het vroeg verdomd veel tijd om weer te leren samen schrijven. Daardoor wilden we het deze keer ook anders doen: een kleine hoeveelheid materiaal kiezen waar we op zouden werken, en waar we dan een album van zouden maken. Dat was een risico, zeker in het begin, maar het bleek uiteindelijk te werken. Het dwong ons uit onze comfortzone te komen en meer te schrijven dan beknopte popsongs. Van bij het begin wisten we dat we ’t anders gingen benaderen, en meer filmisch en instrumentaal zouden denken. Als artiest mag je niet stilstaan. Eenmaal we Bloodsports hadden gemaakt moesten we onszelf wel opnieuw uitdagen.”
enola: Wat me een beetje verwart: je wilde geen typische Suedeplaat maken, en toch ga je voor de zoveelste keer in zee met producer Ed Buller, de man die hét Suedegeluid definieert. Waarom?
Codling: “Toen we voor het eerst over Night Thoughts praatten, was het enige idee dat van een klassieke oude vinylplaat: eentje waar je naar luistert tot je hem moet omdraaien. En zo is het ook geworden: enkel tussen “What I’m Trying To Tell You” en “Tightrope” is er een moment dat de muziek niet doorloopt.”
Osman: “We hadden iemand nodig die voeling had met dat soort platen, en Ed werkt vooral aan filmmuziek als hij niet met ons werkt. Je kunt hem dus uitleggen dat je een bepaald thema twaalf songs later wil horen terugkomen, en hij begrijpt dat. Het was ook zijn idee destijds om op Dog Man Star stukjes muziek tussen de songs te plakken om de boel te linken. Terugkijkend is dat een embryonaal idee van wat we nu hebben gedaan, maar dan met minder gusto en kennis uitgevoerd. Hij kent de filmische grammatica, kortom. Je moet een beetje klassiek durven denken om zoiets te doen, en met hem kan dat. Zijn vader was een componist, hij vindt het niet pretentieus of idioot.”
Codling: “Ik hou wel van wat hij met ons idee heeft gedaan, want het is duidelijk dat wij helemaal niet veel weten van klassiek. Hij moest zijn eigen, gebastardiseerde versie vinden. Het is een soort popculturele gooi naar dat soort soundtracktruken waar je kleine motiefjes in verschillende songs laat opduiken, of dezelfde akkoordenprogressie achterwaarts speelt. Zelfs al gebeurde dat eerder onbewust bij momenten: soms valt het ons zelf pas op nu we de boel live brengen dat bepaalde akkoorden terugkomen in een andere vorm.”
enola: Jullie namen ook de vreemde beslissing om zonder Brett te komen opnemen in Brussel.
Osman: “Dat was nieuw, ja. Ik was niet zeker of het zou werken, en ik denk dat Brett er zelfs als de dood voor was. Normaal schrijven we éérst de songs, en nemen ze dan pas op. Nu trokken we met stukjes de studio in, en namen ze op in de hoop dat Brett er songs van zou maken. Het zorgde ervoor dat er stukken op de plaat staan die we anders nooit hadden kunnen schrijven. Iets als “Pale Snow” kon enkel in een studio gemaakt worden, zoals het uit stukken van andere songs is samengesteld. Als je ’t neergeschreven ziet, klopt het zelfs niet. Er zijn geen herhalingen, het zijn erg vreemde akkoorden,… ”
“Zoiets kun je alleen doen als je weet dat je mensen hun aandacht kunt vragen. Dat is het voordeel aan even weg te zijn geweest: de mensen die nu nog luisteren, willen wel wat investeren, moeten niet meteen bevredigd worden. Want we weten heel goed dat 99% van de mensen die de song horen sowieso denken ‘ach, Suede’, en de radio afzetten. Eigenlijk is het erg fijn om je er niet te moeten over bekommeren dat het meteen raak moet zijn. Wie naar ons luistert wil wel even proberen.”
enola: Wat kreeg Brett na die opnamesessies zonder hem dan te horen?
Codling: “Ik denk dat het een 35 minuten durend stuk muziek was. Enfin, in twee helften dan, want we hebben het in twee sessies gedaan. Eerst een stuk in Brussel, toen we geen songs klaar hadden. En zoals Matt net uitlegde waren twee nummers daarvan collages van stukken song die we aan elkaar hadden geplakt. De tweede helft, die we in Londen opnamen, is uiteindelijk vrij snel klaar geraakt, tegen het einde van de opnames. Tegen dan was het al duidelijk dat het een ander soort plaat zou worden. We wisten welke richting we uit wilden, en gingen verder op die ingeslagen weg.”
Osman: “Tegen dan wisten we wat we nog nodig hadden. Als je een huis bouwt weet je na de ruwbouw ook wel wat er nog van doen is, zo wisten wij ook: we hebben nog iets stevig nodig in de eerste helft, want die is nogal traag. En was het inzicht er wat voor plaat we aan het maken waren. Want we mogen het hier dan zitten uitleggen alsof alles helder was, lange tijd was het toch tasten in het donker. Tot plots die openbaring komt dat je ziet waar je mee bezig bent, en alles op zijn plek valt. Want om eerlijk te zijn: veel van het werk is eigenlijk gedaan door Neil op zijn computer, in zijn slaapkamer terwijl wij hem aanwijzingen gaven als ‘Kun je dat trage mineurstuk in elkaar vijzen met dat uptempo stuk’? En dan ging ie even weg naar zijn kamer, en deed ie dat.” (lacht)
Codling: “We hadden het er onlangs nog over, hoe Hounds Of Love van Kate Bush of Spirit Of Eden van Talk Talk zo meticuleus in elkaar gestoken zijn. Wist je dat die laatste plaat in sonatevorm geschreven is? Dat soort dingen kunnen wij niet, dus we hebben alles met haken en ogen aan elkaar gelast, en als het niet werkte dan moest het maar met brute kracht door het einde van één song en het einde van een ander genoeg te veranderen.”
Osman: “Een beetje alsof je twee auto’s koopt die wrakken blijken te zijn, en je er een goeie uit haalt.”
Codling: “Heel accuraat, die vergelijking. Zo was het echt.”
enola: Ik kan me voorstellen dat het voor Brett even haarkrabben was toen hij aan zijn deel moest beginnen.
Osman: “Absoluut. Hij is er met veel twijfels aan begonnen, omdat hij zich zo buiten zijn comfortzone bevond, maar ook bij hem kwam plots dat moment dat hij erg enthousiast werd. Toen hij besefte dat hij van het materiaal dat we hem gaven helemáál geen puntige popsongs moest maken, ging een wereld open. En hij kan wel om met taaie muziek. Er is een punt op het einde van “Pale Snow” dat bestaat uit een hoop vreemde akkoorden, dat door zijn zanglijn toch weer toegankelijk wordt. Hij kan dat. Hij vindt kleine herhalingen in die rare muziek waar hij toch weer iets mee aankan.”
Codling: “Ik vind het heel erg op de oude Suede lijken. Als je vroege songs van de band hoort, ontdek je ook van die dingen waarvan je je afvraagt hoe daar een zanglijn over past. Hij kan dat. Brett vindt melodische paden in vrij gecompliceerde, ongewone muziek. Dat refrein in “Sleeping Pills”, van op de eerste plaat, bijvoorbeeld. Daar is iets erg Suede-achtigs aan.”
enola: Ed Buller kwam erbij omdat hij iets van soundtracks wist, jullie beseften dat het erg filmisch was, maar het idee om bij de hele plaat één lange film te maken was er nog altijd niet?
Codling: “Klopt. We hebben twee jaar aan de plaat gewerkt, maar het was pas helemaal op het einde dat we bedachten dat we iemand een film moesten laten maken die bij de songs paste.”
Osman: “Het was een idee als een bliksemschicht. Daar zaten we, met een plaat waaraan zo hard was gewerkt opdat de ene song naadloos in de andere zou vloeien. En dan moesten we plots de discussie voeren over wat de single zou worden en hoe de clip er moest uitzien. Toen het idee van de film opdook leek het al evident. Het was iets dat de sterkte van de plaat zou benadrukken in plaats van ze te verzwakken. Achteraf beschouwd is het zelfs vreemd dat we het almaar over de filmische kant van de plaat hadden, zonder ook maar een moment te denken aan de echte visuals die er bij zouden komen.”
enola: Je gaf regisseur Roger Sargent meteen de vrije hand. Hoe was je zo zeker dat wat hij zou maken zou passen bij de teksten van Brett?
Osman: “Dat waren we niet! Het was een risico. We hielden van wat hij eerder deed, de look ervan, en dat was al erg belangrijk. We kregen het gevoel dat hij de plaat vatte, en het belangrijkste van al — en ik weet dat het een beetje idioot klinkt: hij wilde het héél graag doen. We hebben met verschillende mensen gesproken, die elk erg interessante ideeën hadden die ook best hadden kunnen werken, maar Roger kwam terug met een volledig uitgewerkt concept en zijn ogen spraken boekdelen: ik wil dit écht doen.”
“Het paste bij Suede. Toen Bernard vertrok hadden we ook met grote namen als gitarist verder kunnen gaan – er waren er die wilden. Maar toch kozen we voor die zeventienjarige Richard Oakes. Vanuit elk mogelijk businessopzicht was dat een bezopen plan. Hij had nog nooit in een band gespeeld, en was bij wijze van spreken nog nooit buiten gekomen. Maar hij was zo goed, zo bevlogen dat het genoeg leek. En zo is het altijd geweest. We zijn altijd meer nv Huisvlijt geweest dan big business: we werken liever met mensen die goed en enthousiast zijn, en denken niet na over hun reputatie. En zo wisten we ook van Rogers film: zelf al zal het niet passen, het zal wél iets goeds zijn. Dat verzekerde zijn drive ons, een beetje zoals onze eerste comebackshow voor de Teenage Cancer Trust. Toen dachten we ook: ‘zelfs al is het een fuckup, dan nog was het tenminste voor een goed doel.'”
Suede speelt vanavond op Les Ardentes. Deze festivaldag is nog niet uitverkocht.