We hebben het allemaal al wel eens meegemaakt (tenzij u die populaire jongen bent voor wiens voeten iedereen zich altijd gehaast werpt): een fout feestje, foute kleren, meer tegen de muur leunende dan met mensen pratend. Bij dat soort feestjes heeft Andy Shauf nu de soundtrack gecomponeerd.
Voor u gillend wegloopt: ja, The Party is een ‘conceptplaat’, en neen daar heeft u voor de rest weinig last van. Denk eerder richting rode draad dan opgepompte jaren ’70 verhaallijnen over ontspoorde dictators of een ver melkwegstelsel (er circuleerden rare substanties in de jaren ‘70). En dat de liedjes van Andy Shauf in de categorie “klein maar fijn” en niet in die van “méér bombast, méér”, vallen, helpt ook wel. De Canadees brengt een soort licht psychedelische, dromerige lofi, en heel kort door de bocht zou je hem een beetje een kruising tussen pakweg Jacco Gardner en Elliott Smith of Daniel Johnston kunnen noemen. Tot nu toe bracht hij een handvol mijlenver onder de radar vliegende plaatjes uit op obscure Canadese labels. The Bearer Of Bad News uit 2015 circuleerde echter gretig op internetblogs. Daardoor heeft de sympathieke man voor zijn nieuwe The Party een iets groter platencontract te pakken. En daar kunnen wij alleen maar blij om zijn.
Shauf kent zijn stiel in ieder geval heel goed. Hij speelde bijna instrumenten voor de plaat zelf in, en ook de arrangementen zitten altijd perfect waar ze moeten zitten: niet te aanwezig, maar toch genoeg naar de voorgrond om voor veel sfeer te brengen. “The Magician” is zo een slome maar perfecte opener: repetitieve piano, zachte blazers, en Shaufs lijzige zang. Het hoofdpersonage weet het allemaal nog niet, al die mensen rondom je heen daar krijg je toch maar trillende handen van. In “Early To The Party”, dat lepeltje gelegen heeft met “Breathe” van Pink Floyd, gaat hij dan toch, om al snel tot de conclusie te komen dat dat misschien een vergissing was.
Terwijl Jimmy het beest in zich loslaat, staat zijn liefje Cherry, waar het hoofdpersonage al een tijdje een oog op heeft, maar wat beteuterd in de hoek. Natuurlijk biedt Shauf zijn troostende schouder, want “I never met someone like you”, maar uiteindelijk kiest ze toch altijd voor die eikel. Zo gaat het altijd, we kennen het allemaal. Shaufs songs lopen vol met zo’n herkenbare figuren, wat de plaat een heel menselijk gelaat geeft. Dat heeft hij gemeen met pakweg Tobias Jesso Jr., waar “Begin Again” dicht bij aanleunt. Uiteindelijk loopt het betreffende feestje toch nog een beetje goed af: Cherry is weg, maar dan zijn er toch de lichtjes in de ogen van Martha, bezongen in de heel mooie afsluiter “Martha Sways”. Een eenzame, verwelkte gitaar, met een troosteloze Shauf erboven: waarom eindigen deze feestjes altijd hetzelfde? Gelukkig is er Martha. Soms is er toch een Martha.
Het enige spijtige is dat Shauf in zijn verhaallijnen en arrangementen soms een beetje de aparte songs vergeet. Af en toe speelt de zanger iets té veel op sfeer, en vergeet hij er een dwingend nummer bij te schrijven. Zeker op de tweede helft van de plaat vliegt hij muzikaal een beetje op automatische piloot. “To You” heeft wel een mooie, springerige piano, maar leunt daar te lang te veel op om te blijven boeien. En “Alexander All Alone” wil wat feller uithalen, maar heb je al veel vaker veel beter gehoord. Dit is een euvel dat wel meer muzikanten die met psychedelica of dromerige strijkers aan de slag gaan (Jacco Gardner of Mutual Benefit bijvoorbeeld) kenmerkt. De sound heeft hij al, nu soms de songs nog. Wij hebben er goeie hoop in: geef hem nog een plaat, en dan hebben we er weer een kleine held bij.